Brigadier Jan Labruyère: Dodelijk ongeval aangrijpend
Wie? Brigadier Jan Labruyère, sinds 1976, met name verkeerspolitie.
Waar? Politie Zeeland.
Wat typeert uw werk? „De helft van de tijd ben ik achter het bureau bezig met bijvoorbeeld werkvoorbereiding, planning, zorgen voor de kwaliteit van processen-verbaal en ben ik vraagbaak. De andere helft voer ik samen met collega’s controles op straat uit. De prioriteit ligt bij provinciale wegen, de snelweg is relatief veilig.”
Met alcohol op achter stuur is gevaarlijk? „Bewezen is dat te veel alcohol de rijvaardigheid vermindert. Mensen met een behoorlijke slok op kunnen overmoedig worden en onjuiste inschattingen maken. Een probleem vormt de groep tussen de 30 en de 60 jaar, de gezelligheidsdrinkers. Mensen zijn best hardleers. Ondanks grote stukken in de krant over flinke straffen kruipen ze toch weer met drank op achter het stuur. Het alcoholslot zal hopelijk voor verandering zorgen. Wel werkt de Bobcampagne fantastisch. Ik zie vaak dat in een auto met laveloze jongeren de chauffeur gelukkig nuchter achter stuur zit.”
Begrijpt u de ergernis van automobilist die een bon krijgt voor 3 kilometer te hard rijden? „Aan de ene kant zeg ik: Fout is fout. Aangenomen wordt dat door de vele bekeuringen die in Nederland worden uitgedeeld de gemiddelde snelheid is gedaald. Aan de andere kan ik me de frustratie voorstellen. Ik ken het gevoel zelf ook. Een paar keer per jaar krijg ik een bon omdat ik iets harder reed dan toegestaan. Daarmee heb ik absoluut de verkeersveiligheid niet in gevaar gebracht. Ik zou willen dat de politie zich meer richt op chauffeurs die een gevaar op de weg creëren. Mensen die racen, door rood licht rijden, over een doorgetrokken streep gaan. Díé moet je pakken. De tarieven van bekeuringen zijn de laatste tijd vaak gestegen. Ten opzichte van misdrijven zijn verkeersboetes onevenredig duur geworden. Bekeuren lijkt nu een doel op zich geworden. De staatskas wordt te veel gespekt door bekeuringen voor keurige mensen die net iets te hard rijden.”
Ingrijpende ervaring? „Op een zomeravond troffen we een auto met daarin ouders en hun zoontje. Het kind was gevallen op een vakantiepark. De situatie bleek levensbedreigend. In paniek waren de ouders hun auto ingestapt, op weg naar een huisartsenpost. Door de drukte konden ze niet snel doorrijden. We hebben het kind samen met de moeder in de politieauto met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Het ventje bleef in leven. Menselijkerwijs gesproken was dat aan onze inzet te danken.”
Mooi aan werk? „Geregeld begeleiden we als motoragenten hoogwaardigheidsbekleders. Bijzonder was het bezoek van de koninklijke familie op de Koninginnedag van 2010. Een gigantisch werk, maar we waren blij en voldaan dat het festijn veilig verliep.”
Dieptepunt? „Dodelijk verkeersongevallen zijn telkens weer ingrijpend. Iemand stapt ’s ochtends vrolijk in de auto, maar komt ’s avonds niet meer thuis en wordt ineens opgeroepen om voor God te verschijnen.”
Dit is deel 4 in een serie over politiewerk.