Hij wil zondagmiddag met z’n gezin aan tafel schuiven. De telefoon gaat. Bij de banket­fabriek, producent van koeken en speculaaspoppen, aan de rand van het Gelderse Scherpenzeel stroomt het water over de vloer. Een cruciale leiding is door de vorst geknapt.

Monteur Arie Leeuwdrent (51) –„we bieden 24 uursservice”– pakt z’n spullen, start de zwarte bestelbus en is de rest van de zondagmiddag onder de pannen. Z’n gezin eet zonder hem. Voor de zoveelste keer. 
„’s Avonds, net voor kerktijd was ik weer thuis.”

Aries broer Bert (43) heeft een dag eerder, zaterdag, een spoedklus. „Ik werd ’s ochtends om halfzeven gebeld door een wanhopige boer. Hij kon de koeien niet melken omdat de leidingen van de installatie waren bevroren. Dan gá je. Zo’n boer moet zo snel mogelijk geholpen worden. En z’n koeien ook. Pas om halftien werden ze gemolken.”

Iedereen rilt bij de voor Nederlandse begrippen ongewone kou, maar de Scherpenzeelse monteurs krijgen het er warm van. Ze werken zich drie slagen in het rond. Bert: „We draaien overuren. Sinds afgelopen donderdag is het iedere avond laat. We doen bijna niets anders dan ketelstoringen verhelpen en bevroren leidingen ontdooien.”

Arie: „Van ons geplande werk komt op dit moment niets terecht. We zouden aan een grote klus, het vernieuwen van een warmwatersysteem, in Bunnik beginnen, maar dat werk moet even wachten. Spoedklussen gaan voor. Trouwens, ik had in Bunnik ook een lekkage. Een warmtewisselaar op het dak was kapotgevroren, met als resultaat dat een deel van het pand in de kou zat.”

De thermostaat thuis wordt opgeschroefd, de cv-installatie draait bijna continu. Niet elke ketel kan die aanslag verduren. Arie, Nefitdealer: „Als er problemen ontstaan, zijn die vaak het gevolg van achterstallig onderhoud. Daarom adviseren wij elke klant een servicecontract af te sluiten. Dan komen we ieder anderhalf jaar langs voor onderhoud. Hoef je er zelf niet aan te denken.”

Maar een beetje logisch nadenken is niet verkeerd, stelt de monteur. „Bij vorst moet je radiatoren opendraaien en buitenkranen afsluiten. Je kunt zelf een boel narigheid voorkomen.”

Kou op zich is trouwens het ergste niet, weten de broers. Bert: „Zolang je stil weer hebt, heb je weinig problemen. De oostenwind doet het. Afgelopen vrijdag was zo’n dag. Vorst en een scherpe wind. Het was hier -20. Bij zo’n temperatuur staat onze telefoon niet stil.”

Arie: „Ik herinner me zo’n weekend toen ik nog bij m’n baas werkte. Ik ging op vrijdagmiddag van huis en kwam er op zondagavond weer in. Aan één stuk door storingen. Zo erg heb ik het nooit meer meegemaakt.”

Veertien jaar geleden begon Arie Leeuwdrent voor zichzelf. Voor die tijd werkte hij als servicemonteur bij een installatiebedrijf in Amersfoort. Een jaar geleden voegde broer Bert –„specialist in dak- en zinkwerk”– zich bij het eenmans­bedrijf. Over opdrachten heeft het duo niet te klagen. „Het gaat boven verwachting.”

Korte lijnen

De Leeuwdrents hebben 600 particulieren en 8 „grote jongens” als klant, waaronder het Hoornbeeck College in Amersfoort en de banketfabriek in Scherpenzeel. Bert: „Op het Hoornbeeck lopen we elke week wel een keer en bij de banketfabriek gaan we binnenkort de hoofdketel vervangen. Er komen acht ketels voor in de plaats. Als de ketel nu kapot gaat, zit alles in één klap in de kou. Straks niet meer. Dan kan er gerust een ketel mee stoppen, de rest draait door.” Arie glundert: „Een mooie klus voor een klein bedrijfje als wij zijn.”

Klein maar fijn is de bewuste filosofie van de broers. „We rekenen geen dubbel tarief bij storingen in het weekend. De grote bedrijven doen dat wel. Bij ons zijn de lijnen kort; we kennen onze klanten persoonlijk. We helpen graag mensen in nood, zoals nu bij problemen door de kou. We worden met open armen ontvangen. Wat wil je, als het in de huiskamer 5 graden is omdat de ketel het heeft begeven. Als de kachel weer brandt, krijgen we hart­verwarmende reacties.”

Als het niet lukt de storing snel te verhelpen, wordt er van de monteurs creativiteit verwacht. „Dan gaan we aan de slag met elektrische kachels of heathers. Je moet wat, zeker als het om een storing in een bejaardentehuis gaat. Je kunt de mensen niet te lang in de kou laten zitten.”

Zijn het gouden tijden voor de broers? Arie: „We slaan geen slaatje uit andermans narigheid. Je kunt ook niet alles doorberekenen. Dan wordt het onbetaalbaar voor de klant.” Bert: „Bij die boer zaterdag kreeg ik een kop erwtensoep en een Jägermeister. Een leuk gebaar.” En als de vorst straks over is? „Dan zijn we er nog niet. Bij dooi ontstaan vaak nieuwe problemen.”