Buitenland

Jordanië scheurt onder de oppervlakte

Is er, op Libanon na, een land in het Midden-Oosten waar minderheden vrijer kunnen leven dan Jordanië? Christenen in het land tellen hun zegeningen. Maar ze weten dat er onder de opper­vlakte van relatieve vrijheid grote, haast niet te repareren barsten zitten.

Jacob Hoekman

4 February 2012 13:58Gewijzigd op 14 November 2020 19:07Leestijd 10 minuten
De Jordaanse koning Abdullah II (r.) in gesprek met Hamasleider Khaled Mashal, vorig weekend in Amman. Dat de Jordaanse banden met Hamas na dertien jaar worden aangehaald, kan te maken hebben met het feit dat de moslimbroederschap in Jordanië steeds meer
De Jordaanse koning Abdullah II (r.) in gesprek met Hamasleider Khaled Mashal, vorig weekend in Amman. Dat de Jordaanse banden met Hamas na dertien jaar worden aangehaald, kan te maken hebben met het feit dat de moslimbroederschap in Jordanië steeds meer

Het was een historisch bezoek, afgelopen weekend. Voor het eerst in niet minder dan dertien jaar werd een Hamasleider welkom geheten in het paleis van koning Abdullah II van Jordanië. De aandacht die deze ontmoeting in de hoofdstad Amman kreeg in de westerse pers, viel tegen. Maar het belang ervan voor de regio kan wel eens groot zijn.

Wat betekent het aanhalen van de wederzijdse banden voor de stabiliteit in de Levant? De ontmoeting betekent in elk geval dat nog eens is onderstreept dat Jordanië géén Palestina is en dat ook nooit wil zijn. „Jordanië hoort aan de Jordaniërs toe, en Palestina hoort de Palestijnen toe”, zei Hamasleider Khaled Mashal deze week na de ontmoeting. Volgens Jordaanse bronnen zei koning Abdullah soortgelijke dingen. Hij liet aan Mashal weten dat de Palestijnse pogingen om een eigen staat te vestigen met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, zijn volle steun hebben.

Bedoeïenenstammen

Dat soort taal heeft niet altijd uit het koninklijk paleis in Amman geklonken. Jordanië was ooit –van 1948 tot 1967– heer en meester op de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem. Van een eventuele Palestijnse nationaliteit trokken de leiders van de Arabische landen zich toen weinig aan. De koning van Jordanië was koning van de oorspronkelijke bedoeïenenstammen én van de vele Arabieren – wat precies de reden is dat PVV-leider Wilders geen kans voorbij laat gaan om te benadrukken dat er allang een Palestijnse staat ís: Jordanië.

Maar de aanspraken op de Westelijke Jordaanoever heeft Jordanië intussen allang losgelaten. Nijpender problemen dienden zich aan, zeker vandaag de dag. De onrust die in andere islamitische landen wild om zich heen greep, bleef in Jordanië weliswaar beperkt, maar is met bijna wekelijkse demonstraties toch zeker aanwezig.

Bovendien roert de Arabisch-Palestijnse meerderheid in het land zich. Palestijnen en het Jordaanse koningshuis vormden nooit een goede combinatie. In september 1970 –zwarte september– ontstonden ernstige onlusten toen Palestijnen in het land in opstand kwamen tegen het koningshuis. Toenmalig koning Hussein greep keihard in. Er vielen duizenden doden, voornamelijk aan Palestijnse zijde.

De koning wist zich toen verzekerd van zijn machts­basis onder de oorspronkelijke bedoeïenen­stammen in het land, maar ook die basis is nu niet meer zo vanzelfsprekend als tevoren.

Palestijns nationalisme

Die gegevens leiden tot verschillende invulpuzzeltjes. Zo wil een Joodse blogger op internet best in zijn glazen bol kijken: de Jordaanse vorst Abdullah verliest zijn steun als gevolg van de Arabische opstanden; een Arabisch, pro-Palestijns regime komt ervoor in de plaats en Palestijns nationalisme kan ten slotte gerealiseerd worden in Jordanië. Een tweede Palestijnse staat is dan niet langer nodig.

Maar christenen in Jordanië trappen bij dat soort vergezichten meteen op de rem. Wat gebeurt er als koning Abdullah werkelijk het veld zou moeten ruimen – iets wat in de huidige politieke constellatie overigens nog ondenkbaar is? „Dan zullen christenen de dupe zijn”, zegt priester Romanus Samawi van de Grieks-orthodoxe kerk in Fuheis, een bijna geheel christelijk stadje op zo’n 20 kilometer van Amman.

En dus is ”vader Romanus”, zoals hij in Fuheis wordt genoemd, erg te spreken over koning Abdullah met zijn westerse voorkomen. „Elk jaar ontmoeten onze kerkleiders de koning twee keer: met Kerst en met Pasen”, legt de geestelijke uit tussen de banken van zijn van goud en zilver glimmende kerk. „We stellen dat bijzonder op prijs. De koning bekommert zich meer om ons dan iedere andere vorst in de regio. Echt, we houden meer van koning Abdullah dan u zich voor kunt stellen.”

Moslimextremisme

Zulke taal weet de koning te waarderen. Juist de dag voordat priester Samawi zijn relaas doet, bezocht de vorst Fuheis in eigen persoon. Pro­regeringskrant Al Rai bracht het bezoek aan de christelijke plaats groot op de voorpagina.

Voor vader Romanus, die bij het bezoek aanwezig was, is de komst van Abdullah een bevestiging dat de liefde weder­zijds is. Hij maakt zich dan ook nauwelijks zorgen, zegt hij. Bang voor een toekomst met minder ruimte voor christenen? „Nee. Wij horen hier van oudsher thuis, dat weet de koning ook.” Het gevaar van opkomend moslimextremisme? „Ik zie geen groei, want de positie van onze koning is sterk.”

Nu klopt dat laatste op zich wel. Dat komt vooral doordat Jordanië een Hasjemitisch koninkrijk is, dat wil zeggen: het vorstenhuis stamt in rechte lijn af van Hashim ibn Abd Manaf, de overgrootvader van de profeet Mohammed. Voor gelovige moslims maakt dat de positie van Abdullah praktisch onaantastbaar; een afstammeling van de profeet heb je te eerbiedigen. En mocht iemand dat onverhoopt vergeten, dan herinnert het staatsapparaat hem daar wel aan. Kritiek op het koningshuis is in Jordanië nog altijd uit den boze.

Groten der aarde

Maar daardoor is dus onduidelijk hoe mensen écht over hun koning denken. Het feit dat bedoeïenenstammen, vanouds de machthebbers in Jordanië, tegenwoordig kritischer zijn op de koning, is veelzeggend in een land met een meerderheid aan toch al kritische Palestijnen. Welke steun houdt de koning nog over?

In elk geval die van de christenen, zegt ook voorganger Yusef Hashweh van de protestantse Christelijke en Zendingsalliantie (C&MA) in Amman. Hij zit in het kantoor van zijn kerk; achter hem aan de muur hangt een foto waarop hij poseert met de koning en met andere groten der aarde. „We mogen hier kerken bouwen; we hebben privileges als het gaat over belastingen”, roemt hij het huidige beleid. „We bidden voor de koning, voor het land. Dat zegt de Bijbel ook. En, dank aan God, de demonstraties zijn nu veel minder groot.”

Hashweh, vicepresident van alle C&MA-kerken, is van Palestijnse afkomst. Zijn ouders vluchtten na de stichting van de staat Israël in 1948 zoals zo veel Palestijnen naar Amman. Nu leeft hij in rust en vrede, zegt hijzelf. „We moeten niet iets willen veranderen om het veranderen zelf. Kijk naar Caïro: daar heerst chaos. Wij zijn blij met wat we hebben. De straat opgaan hoort niet bij ons.”

Wiskundeles

Is er dus niets aan de hand in Jordanië? Dat zou te simpel zijn, zo eerlijk wil Hashweh wel zijn. De invloed van de radicale islam neemt toe, mede door toedoen van de moslimbroederschap, die in Jordanië niet verboden is. Niet voor niets zoekt koning Abdullah na lange jaren weer toenadering tot Hamas, de Palestijnse tak van de moslimbroederschap.

Ook Hashweh merkt de gevolgen van die toenemende orthodox-islamitische invloed. „De Koran speelt in ieder vak op school een rol, tot in de wis­kundeles aan toe. De moslimbroeders werken ontegen­zeggelijk hard.”

Dus kan het gebeuren dat mensen die voorheen klusjes opknapten in de kerk, daar opeens voor bedanken, zo merkte de voorganger recent. „Nee, zegt zo iemand dan, ik kom niet, want het werk is in een kerk. De antichristelijke krachten groeien wel degelijk.”

Moslimbroeders zelf ontkennen dat. „We werken aan een hervorming van het staats­bestel, maar doen dat louter binnen de kaders van het democratisch proces”, zegt Abdul Latif Arabiyat desgevraagd. Hij is een van de drijvende krachten achter de oprichting van het Islamitische Actie Front, de politieke tak van de moslimbroederschap in Jordanië, die de grootste oppositiebeweging van het land vormt.

En christenen, welke rol spelen die in het „democratisch proces” als het aan de moslimbroeders ligt? „Ze zijn deel van dit land”, zegt Latif Arabiyat zonder aarzeling. „Graag werken we met hen samen aan de nodige hervormingen.”

Maar daar trapt zelfs de immer optimistisch gestemde priester Romanus Samawi uit het christelijke stadje Fuheis niet in. Zijn belangrijkste doel is naar eigen zeggen Fuheis „zuiver” te houden van islamitische inmenging. „Maar dat wordt steeds moeilijker. Moslims zijn bereid vele malen meer voor een huis te betalen dan christenen. Dat is een verkeerde ontwikkeling. Ik voel dat Gods zegen op deze streek rust, meer dan op andere delen van het land. We moeten dat zo houden.”

Kleingeestig

Intussen blijft het aandeel christenen echter dalen, van 9 procent van de bevolking rond 1960 tot naar schatting zo’n 3 procent vandaag de dag. „Christenen gaan snel naar het buitenland als ze moeilijkheden ondervinden”, verklaart voorganger Hashweh.

Misschien is dat wel het grootste probleem van het land, zegt een Jordaanse evangelist tijdens een gesprek in zijn bedrijf in Amman. De man wil anoniem blijven om zijn werk niet in gevaar te brengen. „Ik zie bij de oude orthodoxe kerken in het land dat ze niet met tegenslag kunnen omgaan. Ze zijn kleingeestig. Hun motto is: Val ons niet lastig en laat ons leven. Maar op die manier zullen ze hun zegeningen verliezen.”

Volgens de evangelist, die onder de dekmantel van zijn bedrijf op grote schaal aan evangelisatie doet, valt meer zegen te verwachten als christenen ervoor kiezen te blijven. „Ik ga niemand veroordelen, maar ik weet wel: als een christen hier blijft en op God vertrouwt, zal God bescherming kunnen geven. God gebruikt nooit grote aantallen; Hij gebruikt individuen om de loop van de geschiedenis te veranderen.”

www.rd.nl/halvemaan voor een digitaal magazine met onder meer video’s en kaarten.


En dit maak je ook mee – de achterkant van de journalistiek

Fuheis in de winter bij nacht, dat is een must. Althans, dat verzekert iedereen me. Het bijna geheel christelijke stadje –een van de zeer weinige christelijke plaatsen in Jordanië– staat bol van de kerst­versiering, eind december.

Ik besluit het met eigen ogen te gaan zien. In Amman houd ik een taxichauffeur aan die me naar het stadje brengt – tegen veel te veel Jordaanse dinars, natuurlijk. Bovendien rijdt hij me niet helemaal naar waar ik wezen wil.

Een jongeman uit Fuheis brengt me met zijn auto gratis en voor niets verder. Hij is christen, wijst hij op het kruisje aan zijn spiegel. Hij schudt z’n hoofd over het gedrag van de taxichauffeur. „Moslims zijn zo slecht, weet je”, becommentarieert hij.

Dan draait hij de volumeknop van zijn autoradio nog wat hoger. De ”Jingle Bells” schallen door de speakers. Wie eind december in Jordanië dreigt te vergeten dat het bijna Kerst is, doet er goed aan Fuheis te bezoeken, zoveel is wel duidelijk.

Duidelijk is ook dat christenen en moslims hier behoorlijk langs elkaar heen leven – zoals in zo veel landen in het Midden-Oosten. Het gevolg is dat christenen vaak een tamelijk geïsoleerd leven leiden. En dus is vers, christelijk bloed voor de beperkte huwelijksmarkt altijd welkom.

Dat merk ik als ik ’s avonds door de straten slenter. Ik raak in gesprek met een meisje van een jaar of 18, lid van de Armeens-orthodoxe gemeenschap in Fuheis. Over het christelijk karakter van het dorp, over de leefomstandigheden.

Maar opeens begint ze te giechelen – onbedaarlijk. Dan komt het hoge woord eruit: Ben je getrouwd? Ik laat mijn trouwring zien. Nee, voor de huwelijksmarkt van Jordaanse christenen ben ik niet beschikbaar.

Maar voor mensen die graag zouden trouwen deze gratis tip: waag eens een kansje in Fuheis. Ze zullen je met open armen ontvangen.


Jordanië

Opstanden in het Midden-Oosten veranderen de mentale kaart van het gebied ingrijpend. De meeste blikken zijn gericht op de Halve Maan, het islamitische hartland direct ten oosten van de Middellandse Zee. Wat staat dit gebied te wachten? Blijft er ruimte voor christenen? Op reis door de Levant, op zoek naar antwoorden. Deze week: Jordanië.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer