Cultuur & boeken

Nieuwe Enquist draait om tegenstelling tussen voelen en verdoven

Een vrouwelijke anesthesioloog die stiekem tijdens een ingreep met haar mannelijke stagiair onder de operatietafel verdwijnt en met hem zoent. Diezelfde arts die met diezelfde assistent al vrijend in het rommelhok wordt betrapt. Een werkvloeramourette in een doktersromannetje uit het tijdschriftschap van de buurtsuper?

André Kruijf
4 February 2012 12:14Gewijzigd op 14 November 2020 19:07

Nee, de scènes komen uit Anna Enquists roman ”De verdovers” en met het operatiekamer- en bezemkastvoorval schuurt ze gevaarlijk dicht langs het cliché. Dat de auteur op het nippertje ontsnapt aan de kitsch is te danken aan de grotere context van de plot waarbinnen deze gebeurtenissen zich afspelen. Het materiaal voor haar boek verzamelde Enquist in het veld: van het VU medisch centrum ontving zij in het voorjaar van 2010 een uitnodiging om deel te nemen aan het project ”Schrijver op de afdeling”. In het kader daarvan mag een auteur een tijdje meelopen op een ziekenhuisafdeling; het is de bedoeling dat er uit die niet-alledaagse research een boek ontstaat.

Enquist, zelf psychoanalytica, koos naar eigen zeggen zonder aarzelen voor de anesthesiologie. In het nawoord bij ”De verdovers” zegt zij het zo: „In mijn eigen vak, de psychoanalyse, gaan we ervan uit dat het voor de patiënt in de meeste gevallen heilzaam is te voelen wat er in hem of haar omgaat. Daartoe moet de weerstand tegen het verborgen gevoel worden bewerkt en opgeheven. Als het gevoel werkelijk beleefd mag worden komt het tot rust en verdwijnen de symptomen. De anesthesist beschermt zijn patiënt juist tegen het voelen en acht zijn werk geslaagd als de patiënt totaal geen weet heeft van de pijn die hem tijdens de ingreep wordt aangedaan.” Het is nu precies deze tegenstelling die het grondidee van ”De verdovers” uitmaakt.

Leertherapie

Psychoanalyticus Drik de Jong probeert na een moeilijke periode zijn leven opnieuw op de rails te krijgen door de draad van zijn werk weer op te pakken. Na een ernstig ziekbed heeft hij zijn vrouw Hanna verloren en vanzelfsprekend heeft dat verlies zijn hele bestaan op zijn kop gezet. In de moeilijke periode van ziekte kregen Drik en zijn vrouw veel steun van Driks zus Suzan. Zij is anesthesioloog en heeft Hanna tot het einde toe verzorgd – Suzan is bovendien getrouwd met Driks beste vriend, Peter, die ook psychotherapeut is. Peter en Suzan hebben samen een dochter, Roos.

De eerste cliënt die Drik sinds lange tijd weer in zijn spreekkamer krijgt, komt daar door een verwijzing van Peter terecht. De jonge arts in opleiding, Allard Schuurman, moet als vast onderdeel van zijn psychiatriestudie een leertherapie volgen. De sessies verlopen van meet af aan verre van soepel: beide gesprekspartners zijn onzeker, elke zitting ontaardt in een kat-en-muisspel en Drik krijgt maar geen greep op de jongen. De therapeut moddert te lang door, zodat meer en meer een verstikkende atmosfeer ontstaat.

Vanaf het moment dat Schuurman van studierichting verandert en de psychiatrie verruilt voor de anesthesiologie komt de hulpverlener-cliëntrelatie onder een ondraaglijke druk te staan. In het ziekenhuis krijgt Suzan Schuurman namelijk als pupil toegewezen en tussen de twee ontstaat een onverkwikkelijke affaire. Omdat Drik nalaat zijn cliënt in te lichten over zijn familiebanden en hem niet doorverwijst naar een collega-therapeut loopt alles finaal uit de hand. Drik komt vast te zitten in het web van zijn beroepsgeheim en Schuurman blijkt een heel giftige spin. Op een zieke manier wringt de persoon van Schuurman zich steeds verder het leven van zijn therapeut en diens familie binnen.

Tegenpolen

Hoe ga je om met de gebrokenheid van het aardse bestaan? De vraag naar wat effectiever is in de omgang met zowel fysieke als mentale trauma’s, het voelen of verdoven, heeft Enquist als het uitgangspunt van haar verhaal genomen. Drik en Suzan representeren die twee tegenpolen in hun persoonlijkheden en in hun beroepen. Enquist zet de beide posities naast elkaar en laat ze staan, een uitgesproken voorkeur ontbreekt.

Veel van de gebeurtenissen spelen zich af binnen de muren van het ziekenhuis. Daarbij horen natuurlijk beschrijvingen van medische verrichtingen, maar op dit punt schaadt de overdaad; de plastisch-gedetailleerde beschrijvingen zullen niet in de smaak vallen bij lezers met een zwakke maag. En het gebruik van medische taal en theorie is in al het enthousiasme van de auteur echt te veel van het goede. Je kunt met dit alles moeite hebben en problemen zien in de geloofwaardigheid van de verrassende wendingen in de plot, toch heeft Enquist ontegenzeggelijk schrijftalent. Haar roman is spannend en heeft een intrigerend thema.

Wat opvalt is dat in de –helaas te nadrukkelijke– uitwerking van de thematiek alleen horizontaal wordt gedacht. (Die oriëntatie gaat gepaard met stevig vloekende personages.) Als mens kun je in geval van nood terecht bij een psychotherapeut of arts, maar ook niet meer dan dat. Uiteindelijk blijft je aan jezelf overgeleverd. Een hoopvoller, al dan niet direct, perspectief op de Medicijnmeester bij uitstek ontbreekt.


Boekgegevens

”De verdovers”, door Anna Enquist; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 295 7859 2; 309 blz.; € 21,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer