Vrije keuze pensioenfonds funest voor pensioenstelsel
Het voorstel van David van As om werknemers zelf hun pensioenfonds te laten kiezen (RD 28-1), is de bijl aan de wortel van het pensioenstelsel, betoogt drs. Marcel van de Grift.
Vorige week zaterdag stond in deze krant een boeiend interview met David van As. Hij vertelde over zijn overstap van de toezichthouder op de pensioenfondsen naar bedrijfstakpensioenfonds bpfBOUW, een van de grootste Nederlandse fondsen.
In het interview ging het ook over het gegeven dat de verplichte deelname aan pensioenfondsen steeds vaker ter discussie wordt gesteld. Van As stelt voor om een andere invulling te geven aan de verplichtstelling. Hij vindt dat het mogelijk moet worden dat je als werknemer zelf kunt kiezen voor het pensioenfonds dat je aanspreekt. Tegelijkertijd wil hij het huidige pensioenstelsel voortzetten. Beide zaken lijken moeilijk verenigbaar.
Uit een recent onderzoek van het tv-programma Debat op 2 onder ruim duizend werknemers van 21 tot 40 jaar bleek dat twee derde van de jonge werknemers zelf wil kiezen voor een pensioenfonds. De meeste werknemers nemen deel aan een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Als werknemers zelf zouden mogen kiezen, stapt bijna de helft over naar een ander pensioenfonds.
Gezien de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek lijkt het voorstel van Van As op draagvlak te kunnen rekenen. Daar komt bij dat het slechts een kleine aanpassing van het huidige stelsel lijkt, maar is dat ook zo?
Een verplicht bedrijfstakpensioenfonds of een verplicht gestelde pensioenregeling met keuzevrijheid voor de pensioenuitvoerder lijkt ongeveer hetzelfde, maar dat is het niet. Het eerste komt neer op voortzetting van het huidige systeem. Het tweede is de bijl aan de wortel van het huidige stelsel.
Waarom? In het huidige systeem zijn onderwijzers en ambtenaren (en hun werkgevers) verplicht aangesloten bij ABP, verpleegkundigen bij PFZW, bouwvakkers bij bpfBOUW et cetera. Het is een collectief en een solidair systeem. Ongeacht het geslacht, de leeftijd of de kans op arbeidsongeschiktheid betaal je een doorsneepremie. Alle risico’s binnen het systeem worden met elkaar gedeeld.
Ook alle financiële risico’s vang je samen op. Als het op de beurzen en de kapitaalmarkt goed gaat, deel je in de overschotten. Bij economische neergang (lage rendementen, lage rente) deel je in de tekorten.
In de huidige situatie is het heel moeilijk om te vertrekken bij een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Als een werkgever weg wil, moet bij vertrek bijvoorbeeld vaak worden afgerekend; een tegemoetkoming aan de achterblijvende werkgevers en werknemers.
Wanneer je als werkgever of als werknemer kunt kiezen waar je je pensioenregeling mag onderbrengen, schuif je de belangrijkste kenmerken van het huidige stelsel terzijde. De individuele werknemer zal een pensioenfonds kiezen dat voor hem of haar het meest voordelig is.
Dit betekent concreet dat jongere werknemers hun pensioenregeling bijvoorbeeld niet meer willen onderbrengen bij een vergrijsd fonds. De vergrijsde fondsen zullen hierdoor nog verder vergrijzen. Dit maakt dat personen van middelbare leeftijd vervolgens ook overstappen naar een ander pensioenfonds dat qua risicoprofiel beter bij hen past. Uiteindelijk blijven er fondsen achter die zwaar vergrijsd zijn, en daarom qua beleggingsbeleid hun risico’s verder moeten terugschroeven.
Het huidige stelsel is gebaseerd op collectiviteit én solidariteit. Wanneer je de keuze voor een pensioenfonds overlaat aan werknemers creëer je ruimte voor selectie op basis van risico’s. Dat staat haaks op het huidige solidariteitsstelsel.
Op dit moment kun je als werkgever niet makkelijk vertrekken bij een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Je voldoet niet snel aan de voorwaarden voor vrijstelling. Het is mogelijk wel een idee om de voorwaarden enigzins te verruimen. Dan wordt overstappen bijvoorbeeld mogelijk wanneer een fonds matig scoort op het gebied van beleggen.
Daarnaast zou – en dat is nieuw – het ook mogelijk moeten zijn om over te kunnen stappen naar een andere pensioenuitvoerder als een fonds heel matig scoort op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen. De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) zou wellicht een score kunnen bepalen waar beneden een werkgever het recht heeft om vrijstelling aan te vragen.
Als werkgevers en werknemers verplicht deelnemen aan een pensioenfonds creëert dit mijns inziens een extra verplichting voor het fonds om zich te verantwoorden tegenover de deelnemers.
De auteur is werkzaam bij Visser & Visser Pensioenjuristen.