Een vrij en algemeen aanbod van genade
Titel:
”Vast en onverbroken. 29 preken over het genadeverbond”
Auteur: Matthew Henry
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2003
ISBN 90 331 1630 8
Pagina’s: 326
Prijs: € 27,50. „Ik ben aangesteld om het nieuwe verbond te prediken - om u vanuit het Woord de schatten voor te stellen die God heeft besloten in het nieuwe verbond voor ieder die zich bekeert en het Evangelie gelooft.” Met deze uitspraak van de bekende bijbelverklaarder en evangelieprediker Matthew Henry is de toon gezet van 29 preken over het genadeverbond.
Matthew Henry had de gewoonte om gedurende langere perioden over één onderwerp te preken. Van 1690 tot 1691 sprak hij 134 maal over het genadeverbond. De laatste 29 preken uit deze serie zijn bewaard gebleven in het handschrift van Henry zelf. Het is voor het eerst dat dit manuscript in gedrukte vorm verschijnt.
Iedereen die bekend is met de bijbelverklaring van Matthew Henry of zijn andere werken, zal hier dezelfde prachtige stijl vinden als die daarin is gebruikt. Wat kende hij zijn Bijbel goed. Voortdurend draagt hij schriftwoorden aan om de boodschap die hij brengen wil te onderstrepen.
Het steeds terugkerende thema in deze prekenbundel is het verbond der genade. Een onderwerp dat tot op de dag van vandaag actueel is. Wie wil weten hoe een oudvader als Henry het genadeverbond aan de orde stelt in de prediking doet er goed aan dit boek te lezen.
Goudmijn
Deze preken laten ook zien hoe het aanbod van genade functioneerde bij onze oude schrijvers. Denk daarbij ook aan, bijvoorbeeld, de verhouding wet en Evangelie, het appellerende en het ontdekkende element in de prediking en het bijbelse spreken over de bevinding van het hart. Kortom, een goudmijn opent zich als Henry gaat spreken over het genadeverbond en de schatten die daaruit voortvloeien.
In elke preek brengt Henry een van de zegeningen van het genadeverbond naar voren. Zo handelt hij over vergeving in het verbond, genade in het verbond, toegang in het verbond, beproevingen in het verbond, enzovoort. In de laatste preek geeft hij een overzicht van de gehele prekenserie, zodat er voor de lezer een totaalbeeld ontstaat.
Theologisch gezien staat Henry in zijn behandeling van het verbond, het aanbod van genade, de verhouding wet en Evangelie, in de lijn van de Reformatie en de puriteinen. Zo spreekt hij van twee verbonden die God met de mens gesloten heeft: een verbond der werken en een verbond der genade.
Van het genadeverbond zegt hij het volgende: „Het heeft de God des hemels genadig behaagd om een verbond der genade op te richten met alle ware gelovigen. Het verbond der genade is de openbaring in het Evangelie van de wil van God met betrekking tot de plicht van de mens. Dit verbond is gegrond op vrije genade, gekocht met het bloed van Christus. Het is geopenbaard aan de oudtestamentische heiligen en door het Evangelie duidelijk aan het licht gebracht. Het is in uitwendige zin geschonken aan de zichtbare kerk, zoals het in oude tijden aan de Joden gegeven was. Het wordt zaligmakend aanvaard door de ware gelovigen. Dit verbond stelt God aan ons allen voor.”
Ook noemt hij het onderscheid tussen de oudtestamentische en de nieuwtestamentische bedeling van het verbond der genade. Het wezen is hetzelfde, maar de bedeling verschillend. Als het over wet en Evangelie gaat, zegt hij: „De wet legt de wond bloot, maar het Evangelie openbaart het medicijn.”
Inwendige bediening
Verder maakt Henry onderscheid tussen de uitwendige en de inwendige bediening van het verbond der genade: „Vergeving van zonde wordt om niet aangeboden aan allen, op voorwaarde van geloof en bekering. Dit is de uitwendige bediening, het aanbod van alles wat in het verbond wordt voorgesteld. Zo wordt het verbond bediend in de zichtbare kerk. Zover als de mare van het Evangelie wordt gehoord, zover reikt ook het aanbod van vergeving op voorwaarde van bekering.” Voor de lezer blijft er geen onduidelijkheid bestaan: Henry leert en preekt een aanbod dat vrij en algemeen is.
Het grote artikel van het nieuwe verbond noemt de auteur de planting van de genade in het hart. Dit is de inwendige bediening die krachtig wordt geschonken aan alle ware gelovigen. Teer en levendig spreekt hij over het genadewerk van God in de harten van Zijn kinderen.
Henry had de gewoonte, zo blijkt uit dit manuscript, de datum waarop hij de preek uitsprak onder aan de preek te vermelden. Bij de negende preek, gehouden op 21 februari 1692, schreef hij er in het Grieks bij: „sun Theoi, met God.” Niet alleen deze, maar ook de andere preken doen de lezer voelen dat Henry niet alleen op de kansel heeft gestaan maar dat hij „met God” de boodschap van het Evangelie bracht.
Henry is vooral bij zijn hart als hij Christus naar voren brengt als de Middelaar van het verbond: „Zijn dood maakt het verbond levend. De beloften van het verbond zijn ja en amen in Hem. Jezus Christus is alles in allen in dit verbond. Wij zijn de Zijne en daarin zijn alle plichten van het verbond begrepen. Hij is de onze en daarin ligt al het geluk van het verbond besloten.”