Economie

Minder pensioen in de portemonnee?

Sam is 69 jaar oud. Na een lange loopbaan in de bouw mag hij nu alweer een paar jaar genieten van zijn pensioen. Een brief van zijn pensioenfonds zorgt echter voor onrust. Gaat zijn pensioen in rook op of valt het mee?

Chris Baggerman
2 February 2012 10:38Gewijzigd op 14 November 2020 19:03
Foto ANP
Foto ANP

Veel Nederlanders krijgen er wellicht toch mee te maken; een lager pensioen. Dit zogenoemde afstempelen van pensioenen is een unicum dat prominent in het nieuws kwam. Ongeveer vier van de tien pensioengerechtigden ontvangen een brief van hun pensioenfonds. De mededeling is dat het pensioen mogelijk per 1 april 2013 versoberd wordt door een korting van maximaal 7 procent. Voor werkenden betekent dit dat het opgebouwde pensioen wordt verlaagd.

Gepensioneerden voelen dit direct in hun portemonnee. Een alleenstaande gepensioneerde die bijvoorbeeld werkzaam is geweest in de metaal en naast zijn AOW-uitkering van ongeveer 1000 euro een aanvullende pensioenuitkering heeft van 1000 euro per maand gaat er bruto 60 à 70 euro per maand op achteruit. Netto is dat om en nabij de 40 euro. Dit is een wezenlijke achteruitgang. Daar komt nog bij dat bij diverse pensioenfondsen de laatste jaren de pensioenuitkeringen niet zijn geïndexeerd.

Toch zijn enkele nuancerende opmerkingen op hun plaats:

De pensioenleeftijd verschuift waarschijnlijk van 65 naar 66 en vervolgens naar 67 jaar, daardoor zullen de pensioenverplichtingen dalen. Dit pensioenakkoord is nog niet doorgerekend.

Doordat de AOW niet daalt, maar in de kabinetsplannen wat moet stijgen, wordt de achteruitgang enigszins afgeremd.

Ten onrechte wordt de indruk gewekt dat de voorgenomen kortingsmaatregelen het gevolg zijn van het onvoldoende behalen van rendementen van pensioenfondsen. Dat is niet aan de orde. Fondsen zoals PMT, PME en Super de Boer hebben over 2011 een rendement behaald van respectievelijk 6,9 procent, 9,4 procent en 8 procent. De laatste veertig jaar werd er gemiddeld een rendement van 8 procent gerealiseerd. Alle pensioenfondsen bij elkaar hebben nog nooit zo veel belegd vermogen als thans het geval is: 835 miljard euro.

De grootste boosdoener is de lage lange marktrente van 2,7 procent. Er is alleen sprake van een pensioenkorting als de marktomstandigheden niet verbeteren en de lange marktrente (rente op risicovrije beleggingen) ongewijzigd blijft. De Nederlandsche Bank (DNB) schrijft voor om deze rente te hanteren. Hoe lager de rente waarmee de verplichtingen berekend moeten worden, hoe meer beleggingen noodzakelijk zijn en hoe sterker de verplichtingen stijgen. Als een pensioenfonds over een jaar 1000 euro moet betalen en de rente 8 procent is, dan is nu 926 euro voldoende. Is de rente 3 procent, dan is 971 euro nodig. Een stijging met maar liefst ruim 5 procent.

Natuurlijk is het belangrijk dat DNB streng toeziet op de pensioenfondsen. Toch meent de RMU dat er wel een fundamentele discussie gevoerd moet worden over gehanteerde rekenmethodiek. Europa houdt de rente kunstmatig laag om zo de economie te stimuleren. Voor de pensioenfondsen is dat echter een zeer nauw keurslijf.

Gelukkig zijn er nog veel pensioenfondsen en pensioenverzekeraars die niet in de gevarenzone vertoeven. Als de pensioenkorting daadwerkelijk doorgaat, zal dit onvermijdelijk leiden tot uitval van de consumptieve vraag. En daar zit niemand in deze tijd van conjuncturele neergang op te wachten.

De auteur is coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de RMU

Meer over
Sociale Zaken

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer