Rabbi Nachmans vertellingen vol wijze lessen
Ze zijn in Israël moeilijk over het hoofd te zien. Midden op straat: een tafel met boeken, vrolijke muziek en dansende orthodoxe joden met witte gebreide mutsjes op. Het zijn de Bratslaver chassidiem.
Zo verspreiden ze de boodschap van hun al lang overleden boegbeeld: rabbi Nachman van Bratslav (1772-1810).
Enkele jaren geleden heb ik bij zo’n kraampje, voor een belachelijk lage prijs, het bekendste boek van rabbi Nachman gekocht: ”Sippoerei ma’asijot”. Het is een tweetalig Jiddisch-Hebreeuws werk met daarin opgetekend de verhalen, gelijkenissen, die de gevierde vrome rabbijn aan zijn volgelingen vertelde. Ze zijn sprookjesachtig, maar bevatten ook diepe uitspraken.
Lange tijd bleef deze verhalenschat onbekend voor het bredere publiek. De Duits-joodse filosoof Martin Buber (1878-1965) werd er echter door gegrepen en vertaalde in 1906 van de dertien oorspronkelijke verhalen er vijf in het Duits. Het boek werd razend populair en werd ook in het Nederlands vertaald. Inmiddels ligt er van de Nederlandse vertaling van Jef Last uit 1946 alweer een nieuwe herdruk voor ons.
Wat is het dat deze verhalen zo aantrekkelijk maakt? Het zijn op het oog eenvoudige vertellingen, over een rabbijn en zijn zoon, een verstandige en een simpele man, een koningszoon en de zoon van een dienstmaagd. Door de verhalen heen klinkt echter een optimistische boodschap: iedereen is voor God gelijk, iedereen mag er zijn en iedereen kan door eenvoudig en nederig te leven de weg van God ontdekken.
Illustratief is het verhaal van de verstandige en de simpele. Waar de eerste rijk en ontwikkeld wordt, blijft de tweede arm en ongeschoold. Maar de verstandige is inwendig arm en mist daardoor de grote kans van zijn leven, terwijl de simpele een goed humeur heeft en daardoor een eenvoudige wijsheid waartegen de ander niet op kan.
Zo bevatten de vertellingen van rabbi Nachman meer wijze lessen. Hij waarschuwt ervoor dat mensen zich aan bezit hechten. Je moet niet proberen iets te bezitten, maar iets te zijn. Vanuit je menselijkheid moet je je ontwikkelen, niet door je aan aardse, vergankelijke dingen te klampen.
Ondertussen is het belangrijk om op te merken dat wie deze vertellingen leest, niet de echte rabbi Nachman leert kennen. Wie Bubers versie ook maar even naast de originele Jiddisch-Hebreeuwse legt, ziet al tal van verschillen. Buber heeft niet zozeer het werkelijke chassidisme naar voren willen halen, maar heeft de vertellingen van rabbi Nachman gebruikt voor zijn eigen zoektocht.
Buber was als westerse filosoof op zoek naar een persoonlijke, doorleefde vroomheid, die hij niet vond in het jodendom van zijn dagen. Hij ontdekte eerst de christelijke mystieke traditie, voordat hij op zoek ging naar iets soortgelijks in het jodendom. Van daaruit kwam hij bij rabbi Nachman terecht. Voor hem was rabbi Nachman de wijze rebbe van het doorleefde geloof.
Alles wat dat beeld in de weg stond heeft Buber weggelaten. Waar rabbi Nachman studie van de Thora heel belangrijk vond, plaatste Buber het chassidisme juist tegenover Thorastudie. Die zou alleen maar tot starheid leiden en de persoonlijke vroomheid wegdrukken. Buber romantiseerde het chassidisme van rabbi Nachman tot de vroomheid die hij zelf graag wilde hebben. Omdat de chassidiem van zijn dagen daaraan onmogelijk konden beantwoorden en niet pasten in Bubers beeld, stelde hij dat ze de intensiteit van het begin niet konden vasthouden. Hijzelf, Buber, daarentegen zou de echte chassidische, joodse mystieke traditie voortzetten.
Wie de fascinerende vertellingen van rabbi Nachman openslaat, moet dat dan ook niet zozeer doen om het chassidisme te leren kennen. Maar wie Buber en zijn zoektocht naar persoonlijke vroomheid wil ontdekken, is aan het goede adres. De uitgever had er verstandig aan gedaan om dat in een gedegen, moderne inleiding aan de lezers te vertellen.
Boekgegevens
”De vertellingen van rabbi Nachman”, door Martin Buber, vert. Jef Last; uitg. J. Bijleveld, Utrecht, 2011; ISBN 978 90 6131 598 8; 207 blz.; € 18,50.