Opinie

Commentaar: Gewetensdwang op Universiteit Leiden

Geen verwijzing naar een opperwezen of het geloof op het titelblad van een proefschrift. Dat is het voorschrift dat de Universiteit Leiden promovendi meegeeft. En in het voor- of dankwoord moeten „religieuze verwijzingen” vooral ook beknopt worden gehouden.

1 February 2012 11:53Gewijzigd op 14 November 2020 19:02
Foto RD
Foto RD

Helemaal nieuw is de regel niet. Tien jaar geleden was er ook al zo’n besluit genomen. Maar in de handhaving van deze regel is de klad gekomen. Volgens de woordvoerder van de universiteit zijn de verwijzingen naar God en geloof inmiddels soms zo uitgebreid geworden dat dit –opnieuw– een halt moet worden toegroepen. Motivering? Een proefschrift moet aan de academische regels voldoen.

Dat laatste zal niemand betwisten. Maar dat argument is wel erg dun als wordt betoogd dat een godsdienstig geladen motto of zinspreuk op het titelblad afbreuk doet aan het academisch gehalte van een proefschrift. Tot nu toe heeft de universiteit dat ook niet expliciet duidelijk kunnen maken.

Wanneer een promovendus met een motto wil aangeven wat zijn diepste levensbeginsel is, wil dat toch nog niet zeggen dat hij een wetenschappelijke prestatie levert die onder de maat is? Wie op de titelpagina in bescheiden letters de woorden ”Soli Deo Gloria” laat drukken, heeft toch nog niet laten zien dat hij de graad van doctor niet waard is? Dat moet eerst maar eens worden aangetoond.

Een proefschrift is bovendien geen publicatie van de universiteit. Het is een voorstel dat de promovendeus doet waarmee hij de doctorsbul hoopt te veroveren. En in zijn eigen publicatie mag een promovendus ook rekenschap afleggen van de bronnen waaruit hij persoonlijk heeft geput.

Met deze regel oefent de Universiteit Leiden een vorm van gewetensdwang uit. Daar zou Willem van Oranje, de oprichter van die universiteit, grote moeite mee hebben gehad. Moderne geschiedschrijvers zien hem graag als kampioen van de tolerantie. Maar het is een misvatting te denken dat Oranje die tolerantie invulde zoals dat vandaag de dag gebeurt. Nu betekent dat: het wegdrukken van godsdienst en geloof uit het publieke domein. Voor Willem van Oranje was het juist: ruimte geven aan het geloof!

De befaamde historicus J. J. Woltjer is in zijn boekje over de Leidse universiteit uit 1965 helder over het ideaal van Oranje. „Een eigen universiteit moest als intellectueel centrum het protestantse geloof en de Opstand sterker doen staan, de universiteit moest een bolwerk zijn tegen „de vierighe tirannie ende verdruckinghe so des goddelicken diensts als der vryheyt der landen.” Leiden moest de godsdienst, in het bijzonder het protestantisme, steunen.

Wie het huidige besluit van het Leids universiteitsbestuur tegen die achtergrond beoordeelt, moet concluderen dat de geleerde heren het oorspronkelijke spoor zeer bijster zijn.

De zinspreuk van de universiteit is ”Libertatis praesidium”, bolwerk der vrijheid. De werkelijkheid is nu dat deze universiteit zich heeft ontwikkeld tot een bolwerk der vrijzinnigheid. Met dank aan het seculier fundamentalisme. Daar is het universiteits­bestuur feitelijk voor gezwicht. Of heeft het bestuur dit fundamentalisme van harte omarmd?

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer