Spotlight: Lezen van belang voor christenen in beeldcultuur
Christenen zijn mensen van het Boek. Wat gebeurt er, als we in de huidige beeldcultuur allemaal minder gaan lezen? En hoe moeten we keuzes maken, als de hoeveelheid boeken in de wereld zo overweldigend groot is?
Sommige mensen houden van lezen, anderen niet. De meesten hebben excuses als „Er is te veel om te lezen”, „Ik heb het te druk”, „Lezen is saai en gaat langzaam” of zelfs „Niet-christelijke boeken zijn niet nuttig, dus is het tijdverspilling om ze te lezen.”
Dergelijke verzuchtingen vormen precies de reden waarom de Amerikaanse auteur Tony Reinke een beknopt boekje over lezen schreef (”Lit! A Christian guide to reading books”), dat helaas niet in het Nederlands verkrijgbaar is. Maar misschien komt een uitgever alsnog op het goede idee om het te laten vertalen – christelijke docenten, predikanten, opvoeders en professionele lezers kunnen er veel aan hebben.
Al na een bladzij of twintig denk ik: er hangt een onmiskenbaar gereformeerde geur om dit boekje heen – wie zou die Tony Reinke toch zijn? Het gaat over een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen, over onderscheidend lezen, en over de waarheid en schoonheid die ook uit niet-christelijke boeken kan oplichten. Dat laatste verwijst, geen twijfel mogelijk, naar Calvijns idee over de „vonkjes” van het goddelijke beeld die ook na de zondeval nog in de mens zijn overgebleven.
En jawel, verderop in het boekje wordt Calvijn zelf geciteerd, en de auteur blijkt bovendien met een paar vrienden een leeskring te vormen waar Calvijns ”Institutie” bestudeerd wordt. Op zijn website bekent hij ten overvloede dat hij houdt van het lezen van negentiende-eeuwse Nederlandse theologie en bezig is met het project hermanbavinck.org. Hij werkt voor C. J. Mahaney, een spilfiguur in de Amerikaanse charismatisch-calvinistische beweging, die (beïnvloed door C. H. Spurgeon en Jonathan Edwards) gereformeerde theologie wil combineren met aandacht voor de geestesgaven.
De eerste hoofdstukken van ”Lit!” lijken op het eerste gezicht nogal theologisch. Ze gaan allereerst over de Schrift, door God aan de mensen gegeven. In feite zijn er twee soorten boeken, volgens Reinke: de Bijbel en de rest van de literatuur. Verder komen zonde en verlossing aan de orde, en de manier waarop bekering als het ware een blinddoek wegtrekt van voor je ogen, zodat je anders en beter gaat lezen. Vandaar ook de titel van het boek: ”Lit” is niet alleen een afkorting van ”literatuur”, maar staat ook voor het licht van Gods genade dat de geschapen werkelijkheid doorgloeit, én voor de verlichting door Woord en Geest.
Dat zijn gedachten die in de hele gereformeerde traditie doorklinken, maar die in de praktijk in sommige kringen meer dan in andere zijn toegepast. Dat komt doordat in de ene kring meer vanuit het standpunt van de gelovige wordt gedacht, in de andere kring meer vanuit het standpunt van de ‘onbekeerde’. Op die mogelijk verschillende benaderingen bij verschillende soorten christenen gaat Reinke niet in. Zijn doel is slechts te laten zien hoe belangrijk geletterdheid is voor een leven met de Schrift, en dus ook met God.
De theoretische beginhoofdstukken van ”Lit!” zijn nodig om de visie van de auteur te onderbouwen, maar het wordt pas écht boeiend en origineel als de schrijver overstapt op de uitwerking en toepassing in onze hedendaagse cultuur. Met welke problemen hebben lezers vandaag te maken, hoe kun je tijd vinden om te lezen en hoe maak je de juiste keuzes?
Uitvoerig gaat Reinke in op de vraag naar de rol van boeken in een beeldcultuur. In alle toonaarden beklemtoont hij zijn grote punt: het is belangrijk om te lezen, ook met het oog op de religieuze ontwikkeling. In een tijd waarin mensen overspoeld worden met beelden, worden ze passieve consumenten – terwijl boeken vragen om een actieve en ingespannen houding.
Beelden zijn bovendien niet in staat om betekenis over te brengen op de manier waarop woorden dat kunnen. Boeiend is de parallel die de schrijver trekt met de Joden in het Oude Testament: zij kregen een beeldverbod in een cultuur waarin beelden juist zouden helpen om andere volken (gewend aan zichtbare afbeeldingen van hun goden) te overtuigen. Het Oude Testament laat zien hoe God „een op taal geconcentreerd volk door de verleidingen van een door beelden gedomineerde wereld leidt.”
Verder is er, heel praktisch, het probleem van de verdwijnende concentratie. Internetlezers zijn gewend aan het snel en vluchtig lezen van zeer veel teksten, en dat heeft gevolgen. Reinke noemt vier risico’s: 1. geen omvattend begrip nastreven, maar vluchtig kijken naar tekstfragmenten, 2. niet zelf denken maar reageren, 3. niet langzaam en grondig wijsheid vergaren, maar slim gebruikenmaken van de informatieovervloed, 4. indrukken opdoen met het hoofd in plaats van je verheugen met het hart.
Zo’n lijstje typeert het boek, dat overigens heel goed en boeiend geschreven is. De schrijver zet alles op een rij, van lezersdoelstellingen tot opvoedingstips, van de boeken die een christen vermijden moet tot de kenmerken van de goede lezer. Dat maakt ”Lit!” een ontzettend systematisch en efficiënt boekje – alweer typisch gereformeerd. Het lijkt wel of je je van álles bewust moet zijn, wat een echt goede leeservaring soms natuurlijk ook in de weg kan staan.
Niettemin toont Reinke begrip voor het verschil tussen romans en non-fictie, en breekt hij een lans voor verbeelding (verwaarlozing daarvan leidt zelfs tot geestelijke verschrompeling). Zonde zal in romans altijd aanwezig zijn, omdat literatuur over het leven gaat, maar de cruciale vraag is wat Reinke betreft: wordt die zonde ook verheerlijkt, of juist aan de kaak gesteld? Met andere woorden, welk wereldbeeld wordt hier overgedragen? Het onderscheiden daarvan is de grote opdracht van de christelijke lezer. Intussen blijft staan dat het persoonlijke geweten deels de praktische keuzes bepaalt, die dus niet voor iedereen hetzelfde hoeven uit te pakken.
”Lit! A Christian guide to reading books”, Tony Reinke; uitg. Crossway, Wheaton (Ill.); ISBN 978 1 4335 2226 0; 202 blz.; $ 15,99 (e-book $ 11,99).