Cultuur & boeken

Praktisch en Bijbels verantwoord handboek over catechese

„Ik kan niet sien hoe een Predikant met een goedt gemoedt kan leven ende sterven / die zijn werk niet maekt van Catechiseren.” Met deze indrukwekkende woorden vermaant Wilh. à Brakel in zijn ”Redelijke Godsdienst” uit 1700 een dienaar van het Woord zijn volle aandacht en energie te geven aan het onderricht van jongeren.

Ds. A. J. van den Herik
28 January 2012 12:37Gewijzigd op 14 November 2020 18:57
Catechesatie met moderne hulpmiddelen. Foto Dirk Hol
Catechesatie met moderne hulpmiddelen. Foto Dirk Hol

Deze mening delen de auteurs van het ”Basisboek catechese”, en daarom geven ze aan hun boek dit citaat als motto mee. Maar omdat catechiseren geen sinecure is, schreven ze over deze taak een lijvig boekwerk. Want al zal menig predikant of catecheet het belang van de catechese onderschrijven, de uitvoering van deze taak roept bij velen spanning en verlegenheid op. Hoe brengen we onze jongeren de zaken van het geloof bij? Hoe blijft (of wordt!) catechese iets waar we wekelijks naar uitzien in plaats van tegen opzien? Past de manier waarop we het al jaren doen bij onze snel veranderende tijd?

De auteurs van het ”Basisboek catechese” nemen deze vragen serieus en geven aanzetten voor een antwoord. Dit doen ze op een uitvoerige en wetenschappelijk verantwoorde manier –de auteurs zijn allen verbonden (geweest) aan een theologische universiteit of aan de hbo-opleiding theologie in Ede– en met eerbied voor het Woord en in verbondenheid met de gereformeerde traditie.

Daarbij benadrukken ze onder andere dat Gods keuze (kinderdoop) aan onze keuze (geloof) voorafgaat en dat uiteindelijk de Heilige Geest mensen vernieuwt en onderwijst. Deze gereformeerde insteek is verkwikkend. Wat de laatste decennia aan wetenschappelijke publicaties over de catechese verscheen –en dat is niet zo veel!– was vaak wel wetenschappelijk, maar lang niet altijd Bijbels en gereformeerd.

Verbond

Het boek bestaat uit vier delen. Het eerste deel maakt de uitgangspunten van de auteurs duidelijk. Het onderricht aan jongeren is verbonds- of doopcatechese. Daarbij is de doelstelling van de catechese drievoudig: 1) persoonlijke beantwoording van het verbond; 2) het verstaan van het behoren bij de gemeente en 3) toerusting voor het leven als christen in de maatschappij. De catecheet vervult hierbij de rol van leraar én herder, want het pastorale in zijn onderwijs is heel belangrijk.

Als leraar moet de catecheet ook leerling (discipel) van Christus zijn en zo de andere discipelen (leerlingen) voorgaan. Dit discipelschap duurt levenslang.

Weerbarstige realiteit

Na de uiteenzetting van het uitgangspunt volgt een beschrijving en evaluatie van de catechese zoals die in drie gemeenten plaatsvindt. Hierbij wordt ons de soms weerbarstige realiteit geschilderd en zien we hoe gemeenten uiteenlopende wegen zoeken om de catechese op nieuwe manieren vorm en inhoud te geven.

In deel 2 volgt een Bijbelse en historische oriëntatie. Uitvoerig wordt beschreven hoe in het Oude en Nieuwe Testament gesproken wordt over leren en onderwijzen. In het Oude Testament staan de belofte en eis van Gods verbond met Israël centraal. Het Nieuwe Testament legt de nadruk op doopcatechese (Romeinen 6). De doop wijst op onze zondigheid, Gods belofte en de roeping om naar Gods geboden te leven. In het onderwijs van Paulus zijn verdieping, volharding en motivatie heel belangrijk.

Daarna volgt een leerzame uiteenzetting over het leren in het jodendom en over de praktijk van de catechese in de geschiedenis van de christelijke kerk. In de christelijke gemeente werden catechese en doop altijd heel nauw verbonden. Wie in de Vroege Kerk gedoopt wilde worden, moest een twee- tot driejarig catechesetraject volgen (catechumenaat). Ook wie als kind gedoopt was, kreeg onderwijs.

Vraag en antwoord

Vooral in de tijd van de Reformatie werd aan dit onderwijs veel aandacht besteed. De catechismus-vorm diende hierbij als pedagogisch hulpmiddel. De leraar stelde de vragen en de leerling (catechisant) gaf de antwoorden. Daarbij ging het heel persoonlijk toe. In het kennisonderzoek van de gemeente in Genève in 1551 vroeg de predikant bijvoorbeeld: „Door wat middel ben jij gered en bevrijd van de toorn van God.” Daarop antwoordde het kind: „Door de dood en het lijden van onze Heere Jezus Christus.” Catechisatie was niet alleen het doorgeven van de leer van de kerk, maar beoogde vooral te brengen tot het hartelijk kennen en dienen van God.

Na de Bijbels-theologische en historische verkenning volgen in deel 3 pedagogisch-didactische en godsdienstpedagogische handreikingen. Hoe leren jongeren in verschillende ontwikkelings- en leeftijdsfases en welke didactiek sluit daarbij het beste aan? Catechese is als ”geloofs-leren” immers ook een vorm van leren.

Na een uitvoerige bespreking van diverse modellen kiezen de auteurs voor het meester-gezel-leerling-model. In dit model geeft de leraar gezaghebbende informatie door, maar functioneert hij ook nadrukkelijk als pastor. Op de voorbeeldfunctie van de catecheet wordt grote nadruk gelegd.

Deel 4 geeft een groot aantal praktische handvatten over hoe je een catecheseles kunt opzetten en vormgeven. Dit laatste maakt het boek bijzonder praktisch. Hoeveel catecheten tobben niet over de vraag hoe ze de catechese moeten aanpakken en jongeren kunnen bereiken?

Mentorcatechese

Na het bestuderen van het boek hield ik enkele belangrijke vragen over. Vanuit hun keuze voor het meester-gezel-leerling-model, opteren de schrijvers vooral voor mentorcatechese. De catecheet geeft hierbij plenair voor een grote groep informatie, en vervolgens gaan de catechisanten in kleine groepen uiteen om met elkaar over de stof door te spreken onder leiding van een gekwalificeerd gemeentelid. De verbinding met de gemeente wordt hierdoor expliciet gelegd.

Mijn vraag bij deze manier van catechese is of we (uiteindelijk) op deze manier toch niet inleveren op de catechese als leermoment. Catechese is vanouds vooral een middel om de Bijbelse leerinhouden over te dragen. Uiteraard moet dat vanuit een pastorale en betrokken houding gebeuren en moet de relevantie van de lesstof voor het leven van jongeren duidelijk worden gemaakt, maar dit laat onverlet dat het om het (ambtelijk) doceren van leerinhouden gaat. Verdwijnt door de insteek van de auteurs het inhoudelijk onderricht toch niet te veel naar de achtergrond?

Dit neemt niet weg dat dit boek heel veel stof tot studie en overweging geeft. Eigenlijk zou iedereen die catechese geeft (bepaalde delen van) dit boek moeten bestuderen en overwegen. Dat de catechese in een crisis verkeert, is immers duidelijk. Het antwoord op deze crisis moeten we echter vooral ook van Boven verwachten. Op diverse plaatsen in het boek benadrukken de auteurs dat uiteindelijk de Heilige Geest ervoor zorgt dat het Woord van God weerklank vindt in de harten en levens van jongeren. Dit besef zorgt bij alle noodzakelijke inspanning toch voor een ontspannen houding!


Boekgegevens

”Altijd leerling. Basisboek catechese”, door dr. A. de Kock, dr. W. Verboom e.a.; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2011; ISBN 978 90 239 2597 2; 328 blz.; € 27,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer