Veroorzakers kredietcrisis niet toevallig allemaal mannen
Die vloog laag over, de column van Ben Schoon in deze krant van vorige week donderdag. Volgens hem zijn wij mannen een stelletje tobbers. Omdat we moeten presteren, winnen, scoren, ons gelijk krijgen en vooroplopen, knokken we wat af. Op ons werk, in de politiek, op slagvelden en zelfs in kerkenraadskamers en op synodes. Als ware hanen. De prijs die daarvoor moet worden betaald, is hoog. Rivieren vol bloed, gescheurde kerken, hongersnoden, ongelukkige mensen, verliezers, economische crises en onoplosbare milieuproblemen.
Tegenover dat onverantwoorde, nietsontziende gedrag stelt Schoon het beeld van de vrouw, die zijns inziens ten onrechte als zwakke geslacht wordt aangeduid. Alsof mannen een A-status hebben en vrouwen slechts tot de B-garnituur behoren. Hij pleit ervoor dat juist vrouwelijk gedrag toonaangevend wordt. Dan zullen wij mannen veel meer ons verstand gaan gebruiken in plaats van ons zo nodig te laten gelden. Ook zullen we dan meer compassie en verantwoordelijkheidsgevoel aan de dag leggen.
In eerste instantie dacht ik na lezing van deze opmerkelijke column dat de schrijver een tikje overdreef. Is het werkelijk zo droevig met ons mannen gesteld? Onwillekeurig kwam de vertelling van Godfried Bomans bij me boven drijven. Om het verschil tussen mannen en vrouwen te duiden, gebruikte hij het voorbeeld van het dagje uit. Vrouwen drinken een saai kopje thee bij Kraantje Lek, hebben een plichtmatig uitje en roddelen de volgende dag dat het een aard heeft. Mannen daarentegen doen zich tegoed aan een goed glas bier, hebben de grootste lol en keren ’s avonds voldaan huiswaarts. Dat is toch een heel ander beeld dan dat van zachtaardige lammetjes en pochende hanen.
Bovendien kun je moeilijk in alle ernst volhouden dat vrouwen zich allemaal zo gedwee gedragen. Allerlei voorbeelden kwamen in me op van dames die toch bepaald niet voor de poes waren of zijn. Ik herinner me bijvoorbeeld een schooljuffrouw die werkelijk de schrik van de jeugd was. Zelfs de grootste belhamels waren als was in haar handen. Op haar werd heel wat af gemopperd. ”Kat” en ”kreng” waren veel gebezigde scheldwoorden.
Ik zou ook iemand als Nelie Kroes kunnen opvoeren. Ze mag dan geen haan zijn, maar ze levert wel het bewijs dat ook kippen heel venijnig kunnen pikken. Ze laat zich daar in Brussel de kaas niet van het brood eten. Of haar tegenstander een machtige multinational is of een gehaaide collega-Eurocommissaris, Nelie staat haar mannetje. Zij laat zich door niets en niemand omver blazen. Het komt geen moment in wie dan ook op om haar aan te duiden als het zwakke geslacht. Ze knokt en scoort aan de lopende band.
En nu we toch in politieke vaarwateren zijn beland, zou ik zo een rijtje ministers kunnen noemen die berucht waren vanwege hun geldingsdrang. Sorgdrager was zo iemand. Ze zwaaide vier jaar lang de scepter op het ministerie van Justitie en deed dat op een wijze die weinig afweek van de manier waarop mannen doorgaans een departement besturen. Andere namen: Netelenbos, die minister was van Verkeer en Waterstaat, May-Weggen, een van haar voorgangers, en de huidige minister van Volksgezondheid, Schippers. Vlak die ook niet uit.
In eigen kring ben ik ook wel vrouwen tegengekomen die niet voor stevige kerels opzij gingen. Grabijn-van Putten, de bekende SGP-vrouw, bijvoorbeeld. Om het rijtje nog indrukwekkender te maken, zou ik ook koningin Wilhelmina willen noemen. Van haar werd wel gezegd dat ze in de oorlogsjaren in Londen ”de enige kerel” was van de vertegenwoordigers van de Nederlandse regering in ballingschap.
Die nuance zou ik dus wel graag bij de column van Schoon willen aanbrengen. Lang niet alle vrouwen gedragen zich als het zwakke geslacht. Tegelijk moet ik zeggen dat hij ontegenzeglijk een punt heeft. De maatschappelijke patronen dwingen mannen inderdaad in een andere rol dan vrouwen. Van mannen wordt verwacht dat ze de jagers zijn, de bikkels die zich als bavianen op de borst kloppen, zo van: zie mij eens. Vrouwen daarentegen behoren vol ontzag naar al die brullende apen op te zien. Dat er vrouwen zijn die zich niets van dat verwachtingspatroon aantrekken, wil nog niet zeggen dat er geen sprake zou zijn van voorbestemde rollen. Niet voor niets zeggen we dat zulke vrouwen heel wat ”mans” zijn. Ze lijken op kerels en dat is uitzonderlijk.
Het is even slikken, maar welbeschouwd is het inderdaad erbarmelijk met ons mannen gesteld. Om bij de actualiteit aan te sluiten, richt ik het vizier maar even op het schaamteloos zakken vullen. Om het duurste jacht, de dikste auto en het grootste landgoed te kunnen bezitten, hebben bankiers in hun hebzucht complete economieën aan het wankelen gebracht. Volgens redelijke waterdichte theorieën zou dat niet gebeurd zijn als de posities in de top van de bankwereld niet door mannen maar door vrouwen waren bekleed. Aan de huidige kredietcrisis ligt ook al zo’n grove misstand ten grondslag. In hun jacht op kiezers strooiden zuidelijke ijdeltuiten tientallen jaren met douceurtjes uit de staatskassen alsof het om pepernoten ging. En inderdaad, die politici waren allemaal mannen!