Handelsmissie naar buurlanden van Irak
Het ministerie van Economische Zaken (EZ) gaat samen met een delegatie van het bedrijfsleven op een „verkennende handelsmissie” naar buurlanden van Irak.
De delegatie bezoekt achtereenvolgens Jordanië, Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten en Turkije. De missie staat onder leiding van mr. drs. D. J. Bruinsma, directeur-generaal buitenlandse economische betrekkingen van het ministerie van EZ. De zakelijke delegatie wordt aangevoerd door drs. A. Kraaijeveld, voorzitter van de FME-CWM, een organisatie van werkgevers in de metaal- en elektronindustrie.
De verkennende handelsmissie naar het Midden-Oosten is een initiatief van het ministerie van EZ en het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering (NCH). Aanleiding voor de missie is de belangstelling van het Nederlandse bedrijfsleven om te investeren in Irak.
Het doel van de reis, die duurt van 27 augustus tot en met 5 september, is het versterken van de handelsbetrekkingen tussen bedrijven in de landen om Irak en Nederlandse ondernemingen. Verder willen de zakenlieden contacten aanknopen in die landen om een betere uitgangspositie te hebben bij orders voor de wederopbouw van Irak. De handelsmissie bezoekt speciaal de buurlanden van Irak, omdat die al handelen met dat land, terwijl de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Irak nog summier zijn.
Het NCH en de werkgeversorganisatie VNO-NCW hebben samen een ”Task Force Irak” opgericht om te inventariseren welke bedrijven belang kunnen hebben bij de wederopbouw van dat land. Inmiddels hebben zich negentien bedrijven aangemeld voor de missie, maar het aantal deelnemende bedrijven kan nog oplopen. Tot de deelnemers behoren bedrijven die zich bezighouden met de winning van olie en gas, transport, drinkwaterzuivering, bouw, het maken van apparaten om voedsel te koelen en het maken van voeding voor dieren.
Voor een bezoek aan Irak zelf is het nog te vroeg. Volgens de NCH is het daar nog te gevaarlijk, is zo’n bezoek logistiek onmogelijk en is er nog geen overheid die de zaken op orde heeft. Daarom is gekozen voor een strategie die kan leiden tot een bezoek zodra de situatie is genormaliseerd.