Muziek

Arrianne Schipper is verknocht aan harp van David

In Staccato reageren muzikanten op tien stellingen. Vandaag harpiste Arrianne Schipper.

20 January 2012 22:08Gewijzigd op 14 November 2020 18:49
Harpiste Arrianne Schipper. Foto Sjaak Verboom
Harpiste Arrianne Schipper. Foto Sjaak Verboom

Ze is verknocht aan haar instrument, een echte Davidharp. Arrianne Schipper (26) uit Utrecht: „Misschien worden er te vaak lieflijke meezingertjes op de harp gespeeld.”

Ze heeft er wel over getwijfeld: of ze met de muziek haar brood wilde gaan verdienen. „Ik heb overwogen om naast m’n studie harp de pabo te gaan volgen.” Toch koos Arrianne Schipper voor het „zware leven” van een musicus. Met een baantje in de thuiszorg, een aantal leerlingen, optredens, concerten en studeren zit haar week helemaal vol. „Opgeven staat niet in mijn woordenboek.”

1. De harp is het mooiste instrument dat er is.

„Dat vind ik wel. Toen ik als kind op de muziekschool in Barendrecht een open dag bezocht, zag ik in een van de lokalen een harp. Ik was meteen verkocht: dit instrument wilde ik gaan bespelen. Die hobby is uitgegroeid tot wat het nu is. Ik zit minimaal vier à vijf uur per dag achter de harp. Wat er mooi aan is? Het is een instrument dat bij je karakter moet passen. Welk karakter dat is? Dat kan ik niet zeggen. In ieder geval kun je er veel mee. Je hebt 47 snaren en de 7 pedalen waarmee je de toonhoogte kunt veranderen. Dat biedt veel mogelijkheden. Daarbij is de klank heel natuurlijk, omdat een harp van natuurlijke materialen is gemaakt. Ook de snaren bijvoorbeeld.”

2. De harp moet het ten onrechte vaak afleggen tegen de viool en de fluit.

„Afleggen is niet het goede woord, maar fluit en viool zijn wel meer ingeburgerd. Mensen zijn meer aan die muziek gewend, ook in reformatorische kring. Daarbij kun je niet op iedere muziekschool terecht voor harp, omdat er niet altijd een docent is. Bij orkesten zie je nog wel eens dat de harp om financiële redenen wordt weggelaten. Ten onrechte. Als de componist een harppartij voorschrijft, heeft hij daar een bedoeling mee. In een orkest is ieder instrument even belangrijk. De violen of trompetten laat je ook niet vervallen.”

3. Vanwege de prijs van een harp is het vooral een instrument voor de elite.

„Haha! Ik ben het levende bewijs dat dat niet zo is. We hebben in ons gezin altijd keihard moeten werken. Vanaf m’n 13e werkte ik bij een tuinder in de komkommers om mijn steentje bij te dragen. Maar de harp is inderdaad wel een hele investering; voor die prijs kun je een mooie auto kopen. Daar komen dan allerlei dingen bij. Eerst had ik een kleine harp, maar toen ik een pedaalharp kocht, moesten m’n ouders ook een andere auto om ’m te vervoeren. Ik heb hier in Utrecht bewust een kamer op de begane grond gezocht, omdat je met je harp de trappen van een studentenhuis moeilijk op kunt. En denk aan de snaren. Van die 47 knapt er nog wel eens eentje. En nieuwe snaren zijn prijzig. Als je als kind kiest voor een harp, denk je niet aan al die gevolgen.”

4. Ten onrechte heerst het beeld dat de harp een instrument is voor vrouwen.

„De harp is echt geen vrouweninstrument. Ieder kiest een instrument dat bij hem of haar past. Trompettisten zijn bijvoorbeeld mensen die graag leidinggeven. Misschien heeft een vrouw dan vaker de eigenschappen die bij een harp passen. Hoewel ik twee jongens op les heb en op het conservatorium zes mannelijke medestudenten had. Ook internationaal zijn er mannelijke topharpisten. Het is een vooroordeel dat de harp beter bij een vrouw past. Alsof het een soft instrument is. Dat is echt onzin. Er is niets softs aan. Het is gewoon hard werken. We hadden hier op het conservatorium de grap: ”Wij spelen harp, want wij zijn cool!” Misschien worden er te vaak lieflijke meezingertjes op de harp gespeeld. Maar je kunt er alles op spelen. Luister maar eens naar de moderne muziek die de Nederlandse harpiste Lavinia Meijer vertolkt.”

5. Het is niet eenvoudig om als reformatorische christen aan het conservatorium te studeren.

„Dat ligt eraan hoe je er zelf mee omgaat. Soms is het lastig, als je bijvoorbeeld niet mee wilt doen met projecten op zondag. Rond m’n eindexamenconcert voor m’n bachelor heb ik wel weerstand ervaren. Ik speelde onder andere een Impromptu van Fauré. Daarin hoorde ik iets van de melodie van ”De Heer is mijn Herder”. Ik vond het leuk om de tekst van dat lied op een beamer te projecteren terwijl ik het speelde. Muziek maken is, naast het vertolken van wat de componist heeft bedoeld, iets persoonlijks, en ik wilde uitdragen wat ik erin zag. Toen kreeg ik wel de reactie of dat nu nodig was. Maar daartegenover staan veel positieve ervaringen. Dat mensen juist respect voor je hebben als je aan je principes vasthoudt. Belangrijk is in ieder geval dat je vanaf het begin duidelijk bent. Dan hoef je ook geen smoesjes te verzinnen waarom je soms niet mee wilt doen.”

6. Voor een afgestudeerde harpiste is er nauwelijks perspectief om met de muziek haar brood te verdienen.

„Ik denk dat het wel kan, maar het is hard werken. Ik ken geen professioneel orkest dat niet op zondag speelt, dus daar zal ik als harpiste niet snel terechtkomen. Hooguit als je met een tweede harpiste afspreekt dat die alle concerten op zondag doet, maar dat is niet makkelijk te realiseren. Ik speel zo nu en dan met de gedachte een professioneel ensemble of zelfs orkest te starten met mensen die een christelijke achtergrond hebben. Nu speel ik in het Hineni Symfonie Orkest. Heel leuk, maar we worden als musici niet betaald. Ik blijf graag optimistisch. Met een veelzijdig leven van lesgeven, als solist optreden en spelen in ensembles moet het mogelijk zijn. En veel netwerken. Je moet in ieder geval niet gaan zitten wachten tot ze je bellen.”

7. In orkestmuziek zou meer aandacht moeten zijn voor de bijdrage van de harp.

„In veel orkestmuziek heeft de harp wel degelijk een rol. Alleen valt de klank nog wel eens weg tegen het geweld van de andere instrumenten. Het valt me op dat juist in amateurorkesten daar beter op gelet wordt. Verder maakt het nogal uit om welke compositie het gaat. Soms heb je muziek waarbij je als harpist honderd maten rusten moet tellen, voordat je zelf een paar maten mag spelen. Dan heb je een bijrol, en dat is niet altijd leuk. Maar er zijn ook stukken waarin de harp een volwaardige rol speelt. Neem ”Ein deutsches Requiem” van Brahms. Een geweldige harppartij en daarom alleen al een heerlijk stuk.”

8. Ik heb een missie om in reformatorische kring de klassieke harpmuziek onder de aandacht te brengen.

„Ik speel meer buiten onze kring dan erbinnen. Maar ik vind het inderdaad belangrijk om in onze kring de ‘echte werken’ onder de aandacht te brengen. En dan niet alleen harpmuziek, maar breder. Dat is best moeilijk. Als je niet gewend bent aan klassieke muziek, ligt die je in het begin zwaar op de maag. Daar moet je naar leren luisteren. Wat betreft de harp: er is zo’n groot repertoire, dat kan één harpiste in haar hele leven niet eens spelen. Ik houd zelf erg van de romantische muziek van componisten als Gabriël Fauré, John Thomas en Louis Spohr. Maar er is ook veel barokmuziek voor de harp, zoals de sonates van Scarlatti en Bach, hoewel die niet origineel voor de harp geschreven zijn. Ook een moderne componist als Daan Manneke componeert voor harp. Die schrijft bijvoorbeeld pedaalglissando’s voor waarbij je de mechaniek bewust laat horen. Bij zulke muziek lopen de meeste mensen gillend weg. Ik wil zelf alles in m’n rugzak hebben, ook de easy listening-stukken.”

9. Door de warme tokkelklank van mijn harp kom ik helemaal tot rust.

Lachend: „Tot rust? Daar zit weer de gedachte achter dat een harp lieflijk en zoetsappig is. Natuurlijk kun je weemoedig wegzwijmelen bij harpmuziek. Maar je kunt er ook heel kwaad van worden. Een harp is zó veelzijdig. Een viool of fluit heeft een redelijk constante klank. Maar een harp heeft, onder andere door verschillende manieren van tokkelen, zo veel verschillende facetten. Én, je speelt altijd je eigen begeleiding. Nee, ik word niet alleen rustig van het harpspelen. Ook omdat ik altijd hoor wat er niet goed gaat. Dat zijn leermomenten.”

10. Vanwege mijn instrument voel ik me verwant met David.

Lachend: „Ik zie mezelf al lopen op geitenwollen sokken achter de schaapjes met een harp op mijn rug.” Serieus: „Natuurlijk spreekt het extra aan als je over David met zijn harp leest, hoewel dat meer een boogharp, een van de eerste harpen, geweest zal zijn. Zelf heb ik overigens niet veel met psalmbewerkingen voor harp; het is geen originele harpmuziek en dat hoor je. De Bijbel leert me om dankbaar te zijn: ik zit niet in eigen kracht m’n dingen te doen, maar mag werkzaam zijn met de talenten die ik heb gekregen. Wat betreft David: grappig genoeg heb ik een echte Davidharp, gebouwd door de Zwitser Gérard David. Eerst had ik een kleine David. Sinds tweeënhalf jaar heb ik deze pedaalharp, met de hand gemaakt, deels door mijzelf ontworpen. Aan deze David heb ik mijn hart verpand.”


Levensloop Arrianne Schipper

Arrianne Schipper uit Utrecht wordt in 1985 in Rotterdam geboren. Ze groeit op in Barendrecht, waar ze vanaf haar achtste harplessen krijgt, aanvankelijk van Marianne ten Voorde, later van Lenie de Meij. Vanaf 2003 studeert ze bij Erika Waardenburg, die haar voorbereidt op de conservatoriumstudie. Na de Guido de Brès in Rotterdam gaat Arrianne naar het Utrechts conservatorium, waar ze hoofdvak harp (bij Waardenburg) en bijvak piano studeert. Juni 2010 speelt ze haar eindexamenconcert voor de bachelorstudie. Vanaf september 2010 studeert ze aan het ArtEZ-conservatorium in Arnhem bij Manja Smits voor haar master, die ze in juni dit jaar hoopt af te ronden. De harpiste deed mee aan verschillende concoursen, waar ze eerste en tweede plaatsen verwierf. Ze volgde masterclasses bij onder anderen Hans den Brok, Emilia Moskvitina, Edward Witsenburg en Elinor Bennett. Ze speelde als vaste harpiste in het christelijk symfonieorkest Sjosjanim. Sinds twee jaar is zij eerste harpiste in het Hineni Symfonie Orkest en het Hineni Kamer Orkest. In dat verband verleent ze regelmatig medewerking aan radio- en tv-opnamen van onder andere ”Nederland Zingt”. Sinds 2005 heeft ze een lespraktijk. In 2009 haalde zij haar diploma als harpdocente.

Meer informatie: www.arrianneschipper.nl

O mio Babbino caro (G. Puccini)

Arrianne Schipper, harp

Fantasie in c-minor (L. Spohr)

Arrianne Schipper, harp

Cavatina (H. Badings)

Arrianne Schipper, harp

Andante (J.S. Bach)

Arrianne Schipper, harp

Alionushka (M. Mchedelov)

Arrianne Schipper, harp

Sonatina (F.J. Naderman)

Arrianne Schipper, harp

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer