Opinie

Israëlbeleid kabinet kortzichtig

Het valt dit kabinet zwaar aan te rekenen dat het weigert Israël vanwege zijn misdragingen onder druk te zetten, betogen Jaap Hamburger en Willem-Gert Aldershoff.

20 January 2012 20:41Gewijzigd op 14 November 2020 18:49
De Israelische premier Benjamin Netanyahu wordt bij het Catshuis in Den Haag begroet door premier Mark Rutte. Foto ANP
De Israelische premier Benjamin Netanyahu wordt bij het Catshuis in Den Haag begroet door premier Mark Rutte. Foto ANP

Eind vorig jaar schreef de Israëlische krant Ha’aretz over Israëls internationaal geïsoleerde positie onder premier Netanyahu. Er is nog maar een klein aantal landen waar hij probleemloos een officieel bezoek kan afleggen. In veel landen is men ontstemd over Israëls voortdurende onderdrukking van Palestijnen en over Netanyahu’s onwil om werk te maken van een definitieve oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict.

De Franse president Sarkozy, bepaald niet anti-Israëlisch te noemen, heeft de premier inmiddels „onuitstaanbaar” en „een leugenaar” genoemd. Zeer opmerkelijk is het ook dat Netanyahu het naar verluidt zelfs bij de Duitse bondskanselier Merkel verbruid heeft, door het herhaaldelijk niet nakomen van plechtige beloften.

In de Verenigde Staten is de Israëlische premier nog altijd een graag geziene gast. Centraal-Europese landen als Tsjechië, Roemenië en Bulgarije kan Netanyahu ook nog zonder zorgen bezoeken. In Italië had Netanyahu lang een goede vriend aan Berlusconi. Na diens aftreden is de situatie ook daar voor hem echter onzekerder geworden.

Gelukkig voor de Israëlische premier is er ook nog altijd Nederland. De vorige minister van Buitenlandse Zaken, Verhagen, geloofde blijkbaar oprecht dat Nederland door Israël onkritisch te bejegenen en te paaien het land op andere gedachten kon brengen. De minister moet nog altijd eens uitleggen hoe het kan dat tijdens zijn bewind de situatie van Palestijnen alleen maar verslechterd is en de Israëlische positie nog verder verhard.

Minister Rosenthal gaat in de hoogste versnelling door met het beleid van zijn voorganger. Al heel snel eiste hij dat het maar eens afgelopen moet zijn met „Israël-bashing.” Zijn ambtenaren voelen zich in toenemende mate ongemakkelijk met ministeriële aanwijzingen.

In Brussel staat de minister inmiddels bekend als een van de grootste dwarsliggers. Zelfs waar het milde kritiek op Israël betreft, zoals die vanwege de voortdurende blokkade van Gaza, het doorgaan van de bouw in nederzettingen, het verdrijven van Palestijnen uit Oost Jeruzalem en van de Westelijke Jordaanoever en het geweld van Joodse kolonisten tegen Palestijnen.

Volgens minister Verhagen is Israël „een vriend van Nederland” en zijn de Palestijnen „onze partners.” Avram Burg, onder meer voormalig voorzitter van het Israëlisch parlement, formuleerde het anders. Hij noemde Israël enkele jaren terug „een stout kind” en toenmalig president George Bush „een slechte vader.” Als een kind één keer iets fout doet, dan zeg je: Doe dat niet meer; als het maar door blijft gaan, dan geef je het uiteindelijk een tik. Bush heeft Israël jarenlang laten begaan.

Bisschop Desmond Tutu vergeleek vorig jaar op de Kairos-Palestinaconferentie in Amsterdam Israël met een „dronken oom.” Uit liefde voor de oom is het moment gekomen om ”tough love” (‘harde’ liefde) te tonen door de sleutel van de drankkast weg te nemen en hem geen druppel alcohol meer te geven totdat hij besluit zichzelf te helpen.

Tegelijkertijd moet de rest van de familie die zo geleden heeft onder het misbruik (in dit geval de Palestijnen) gesterkt worden. Daarom besloot Tutu met de oproep om onder meer sancties en een boycot tegen Israël in te stellen. Indien er niets wezenlijks zou veranderen, moeten zwaardere stappen volgen.

De benadering van Burg en Tutu is meer in overeenstemming met de werkelijkheid dan de Nederlandse vriendschapsaanpak. Zelfs hechte vriendschap betekent niet dat je een vriend jarenlang onaanvaardbare gedragingen laat begaan zonder in te grijpen.

Het blijft een raadsel wat onze vorige en huidige ministers van Buitenlandse Zaken écht bezielt in hun Israëlbeleid. Waarom kunnen zij de aanpak niet volgen van de vele Joden in Israël en daarbuiten die wél actief willen werken aan een tweestatenoplossing binnen de grenzen van 1967, die wél willen stoppen met de bouw in nederzettingen, die wél een Palestijnse eenheidsregering willen met Hamasdeelname en die ervan overtuigd zijn dat vooruitgang slechts mogelijk is met internationale ”tough love” voor Israël?

De Nederlandse bevolking heeft in ieder geval een realistischer kijk op het Israëlisch-Palestijns conflict dan de huidige en voorgaande regeringen. Opiniepeilingen geven die verschuiving sinds 2005 duidelijk aan.

‘De Nederlander’ ziet maar al te goed dat het gaat om twee sterk ongelijkwaardige partijen en een permanente en systematische Israëlische onwil om serieus te onderhandelen. Dan kan een oplossing er slechts komen door Israël onder druk te zetten.

Dat de Nederlandse regering kortzichtig en tegen de Israëlische en Palestijnse belangen in verbonden is en blijft met de Israëlische onderdrukking en de EU actief blijft hinderen om Israël effectiever aan te pakken, valt dit kabinet zwaar aan te rekenen.

De auteurs zijn respectievelijk voorzitter van ”Een Ander Joods Geluid” en adviseur EU-beleid Israël-Palestina in Brussel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer