Minister: Ambassade bij paus blijft
DEN HAAG – De huisvesting in één gebouw van de Nederlandse ambassade in Italië en de ambassade bij de paus „beoogt in genen dele opheffing van de ambassade bij de Heilige Stoel.”
Dat heeft minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) maandag geantwoord op Kamervragen van CDA-senator Martens.
Het besluit heeft puur een financiële achtergrond, licht de bewindsman toe. Door beide ambassades in hetzelfde pand onder te brengen, wordt op jaarbasis een half miljoen euro bespaard.
De ambassadeur bij de Heilige Stoel behoudt in het gezamenlijke pand een eigen ingang en een eigen adres. „Nederland blijft bij de Heilige Stoel vertegenwoordigd door een afzonderlijke, in Rome gevestigde ambassadeur”, aldus Rosenthal. „Die ambassade wordt niet opgeheven. De regering hecht aan goede relaties met de Heilige Stoel.”
In de vragen die ze heeft gesteld aan Rosenthal, herinnert Martens eraan dat Nederland in het verleden tweemaal eerder de ambassade bij de Heilige Stoel heeft opgeheven, „en deze in tijden van crisis vervolgens weer snel in ere heeft hersteld.”
Wijlen Van Mierlo, stelt Martens verder, heeft als minister van Buitenlandse Zaken uitgesproken dat de ambassade bij de Heilige Stoel „wel de laatste ambassade is die zou moeten worden opgeheven.” Martens is het met hem eens: „Nederland heeft baat bij een goede relatie met de Heilige Stoel.”
Opheffing van de diplomatieke post bij de paus, wegens aanvaarding van een amendement daartoe van SGP-Kamerlid ds. Kersten, leidde in 1925 tot de val van het eerste kabinet-Colijn. Het gezantschap was in 1871 ook al eens opgeheven.