Architectuur is het resultaat van ideeën
De vorm van een gebouw is het resultaat van ideeën die in een mensenhoofd zijn ontstaan. Hoogleraar bouwkunde Richard Weston zette ”100 en 1 ideeën die de bouwkunst veranderden” op een rij.
De haard is het oeridee van de architectuur, stelt Weston. De haard is een plaats van ontmoeting, maar ook warmtebron en stook- en kookplaats. Zonder vuur geen leven.
De ruimte rond het vuur richtten de mensen vervolgens in om er te liggen, te zitten, te slapen, te wonen: het begin van een huis. De haard zou zo eeuwenlang het hart van het huis blijven. Tot de centrale verwarming –ook een van de honderd ideeën– kwam.
Na de haard noemt Weston vloer, muur, balk, raam, baksteen en trap als oudste en meest fundamentele bouwideeën. Het lijken stuk voor stuk vanzelfsprekendheden, alsof ze altijd hebben bestaan. Toch is dat niet het geval. Ooit zijn die ideeën bedacht, ontstaan, gecreëerd. „Alles wat mensen maken, begint uiteindelijk met een idee. Dat zijn misschien niet ideeën die (…) als een lumineuze gedachte in het hoofd van genieën oplichten, maar leidende concepten die een steenhouwer bijvoorbeeld vertellen hoe hij stenen moet vormen en op elkaar plaatsen om een boog te maken die als door tovenarij de zwaartekracht weerstaat en een opening in de muur mogelijk maakt. (…) We zullen nooit weten op welk moment het lampje voor het eerst ging branden. Dat doet echter niets af aan het belang ervan.”
De deur is ook zo’n idee. Er zitten diepe gedachten achter: een deur is niet slechts een houten constructie die twee ruimten scheidt, maar is er ook voor veiligheid, privacy en bescherming van het klimaat. Ja meer, een deur is een plek die een gebeurtenis markeert: het moment waarop mensen een gebouw of kamer betreden of verlaten.
Religie
Weston, hoogleraar aan de universiteit van Cardiff in Wales, onderscheidt vijf groepen hoofdideeën die de architectuur hebben doen veranderen: bouwelementen (zoals muur en balk), sociale ideeën (ontwerpen voor bijvoorbeeld gehandicapten), ruimtelijke typen (zoals het atrium en de arcade), ontwerp- en tekentechnieken (zoals het ontstaan van plattegronden en het digitaal ontwerpen) en als vijfde stromingen en filosofieën (zoals het humanisme).
Religie komt niet als idee in het boek voor. Dat is een gemis. Religie is bron geweest van fundamentele ideeën, zoals de smalle, hoge ruimte, torens en glas-in-loodtechniek. Weston schrijft wel over de van oorsprong Romeinse basilica: een rechte bouwvorm met kleine, lagere beuken aan weerszijden. Het werd dé basisvorm voor kerkgebouwen. „Het belang van de basilica als model voor het Europese bouwtype bij uitstek kan nauwelijks worden overschat.”
Plooi
Sommige van de honderd ideeën lijken wat gezocht of schijnen erg academisch van aard te zijn. Wat behelst precies het idee: ”huid”, ”gelaagdheid” of ”ruimte”? Toch weet Weston in de meeste gevallen te overtuigen dat het echt om een invloedrijke idee gaat. Steeds weet hij aansprekende voorbeelden bij de verschillende ideeën te noemen. Foto’s –veelal van hoge kwaliteit– maken ze zichtbaar.
Weston besteedt relatief veel aandacht aan ideeën uit de laatste decennia. Een voorbeeld daarvan is het idee ”plooi”. De auteur geeft daarvan overigens zelf aan dat het best zo kan zijn dat de plooi over een aantal jaar helemaal niet zo invloedrijk blijkt te zijn geweest als nu gedacht, en dus ingewisseld moet worden voor een ander idee dat nu nog weinig aandacht krijgt.
Boekgegevens
100 en 1 ideeën die de bouwkunst veranderden, Richard Weston; uitg. Thoth, Bussum, 2011; ISBN 978 90 6868 582 4; 216 blz.; € 29,90.