Internet en pubers: gaat u rustig slapen
Dat jongelui massaal blootplaatjes met elkaar uitwisselen via internet, is een fabeltje. Een onderzoeker schreef woensdag in Trouw dat het maar om een klein groepje jongeren gaat. Gaat u dus rustig slapen.
Toen internet nog jong was, maakten alleen wetenschappers en militairen er gebruik van. Maar zodra het wereldwijde netwerk ingeburgerd raakte bij ‘gewone’ mensen, ontstonden er al snel zorgen over de vele pornosites. De laatste jaren hebben sociale media daar veel mogelijkheden aan toegevoegd. Het blijft dan niet bij het kijken naar erotische of pornografische beelden. Met de nieuwe netwerken is het kinderspel om rechtstreeks contact met anderen te leggen.
Een van de begrippen uit deze wereld is ”sexting”, het versturen en uitwisselen van seksueel getinte sms’jes, plaatjes of video’s, van jezelf of van een ander. Wie zich even verdiept in onderzoeken en opvattingen daarover, wrijft zich de ogen uit.
Experimenteren
Justine Pardoen, hoofdredacteur van Ouders Online, beschouwt sexting als een vorm van experimenteren. Ze stelde in oktober dat de meeste tieners hier bijna dagelijks mee te maken hebben. „Kinderen worden voortdurend geconfronteerd met seks op internet –in de vorm van tekst en beeld– en tegelijkertijd doen ze ook zélf seksuele ervaring op. (…) Een 9-jarig meisje kan bijvoorbeeld al seksueel getinte vragen krijgen op de chat van een spelletjessite, een 11-jarige jongen kan informatie zoeken over homoseksualiteit als hij iets wil weten, en een 13-jarige die online gaat flirten, is geen uitzondering. Tieners leven voor een groot deel online. Ze ontmoeten daar nieuwe vrienden, ze flirten, ze worden verliefd, ze starten er relaties, en vroeg of laat hebben ze online seks, in welke vorm dan ook.”
Dat strookt echter niet erg met de bevindingen van Susanne Baumgartner, communicatiewetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam. Die stelde woensdag in Trouw dat de overgrote meerderheid van jongeren helemaal niet aan sexting doet. Hooguit 3 procent verstuurt seksueel getinte foto’s van zichzelf. Daarnaast, zo blijkt uit ander onderzoek, houdt ‘slechts’ 4 procent van de pubers tussen de 12 en de 17 jaar zich bezig met seksuele handelingen voor de webcam.
Kennelijk spreken de verschillende onderzoeken hierover elkaar tegen. Deze week kwamen echter juist weer verontrustende geluiden naar buiten van Britse wetenschappers van de universiteit van Plymouth: uit een groep van 865 ”oudere jongeren”, tussen de 16 en de 24 jaar, had de helft aan webcamseks gedaan. In een derde van deze gevallen ging het om contact met een onbekende.
Dat die onderzoeken zo uiteenlopen, valt deels te verklaren door de leeftijdsverschillen en door de manier waarop jongeren voor de enquêtes gezocht zijn. Wat echter vooral verontrust, is de gedachtegang die je bij veel onderzoekers aantreft. Zo vindt Pardoen onlineseks voor jongeren helemaal niet vreemd maar juist gezond. Onderzoekster Joyce Kerstens van de NHL Hogeschool in Leeuwarden wil volgens Trouw ook niet spreken van een drama: „Het hoort bij hun seksuele ontwikkeling. Als ze het doen in een gelijkwaardige relatie, is er weinig aan de hand.” Gaat u maar rustig slapen, ouders.
Wisselende relaties
Die conclusies zijn me echter wat te snel getrokken. De hoogleraar die het Britse onderzoek uitvoerde, dr. Andy Phippen, zei daarover tegen de BBC: „Deze resultaten laten zien hoe technologie nu standaard deel uitmaakt van de relaties van tienduizenden mensen. Dat kan mensen aanmoedigen om vaker willekeurige seksuele relaties te hebben.” De duizenden datingsites en de frivole Facebookfoto’s leiden tot steeds meer losse relaties, zo blijkt uit het onderzoek. En waar dat weer toe leidt, weet iedereen: wie kent niet een of meer tragische voorbeelden in zijn omgeving van verbroken relaties en echtscheidingen waarbij MSN of Facebook de spaak was die in het wiel van het huwelijk gestoken werd?
De BBC laat een vrouw van 24 aan het woord die beschaamd vertelt hoe ze na talloze internetcontacten sinds haar 15e met veertig mannen het bed deelde, tot ze ontdekte hoe verkeerd ze bezig was en er resoluut mee brak. „Mijn advies: begin er nooit aan. Als je ermee begonnen bent, is het bijna onmogelijk om ermee te stoppen.”
De onderzoeken, of de cijfers nu wat hoger of lager uitvallen, weerspiegelen de trieste omslag in het denken over seksualiteit gedurende het afgelopen decennium. Dat valt onmogelijk los te zien van de nieuwe communicatiemogelijkheden van internet. Maar in plaats van de alarmbel te laten rinkelen, vertellen onderzoekers dat het wel meevalt. En als de cijfers wat hoger zijn, zeggen we dat het normaal is. Sterker nog: onze overheid stimuleert die losbandigheid juist met miljoenensubsidies aan stichtingen als Soa Aids Nederland. Die voert de campagne Maak Seks Lekker Duidelijk uit met het project Hun Eerste Keer op Hyves, Facebook en YouTube. Nog één stap ontbreekt en dan is de cirkel rond: verbied vervolgens als overheid internetfilters zoals Kliksafe, zodat de kans dat je aan deze liederlijkheid ontsnapt, steeds kleiner wordt.
Of is het nu toch tijd om wakker te worden?
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren? welbeschouwd@refdag.nl