Groot Nieuws Radio zoekt breder draagvlak
VEENENDAAL – Groot Nieuws Radio heeft een breder financieel draagvlak nodig. Meer luisteraars moeten donateur worden en de inkomsten uit reclame moeten verder groeien.
Dat zei algemeen directeur Nico Schipper vanmorgen desgevraagd ter gelegenheid van de presentatie van het nieuwe jaarprogramma van Groot Nieuws Radio (GNR) vandaag in Veenendaal.
Afgelopen jaar luisterden tussen de 200.000 en de 400.000 mensen per week naar GNR. Dat is de helft meer dan in 2010. Het aantal donateurs groeide met 20 procent tot 9500. Het christelijke radiostation, dat uitzendt via de middengolf, kreeg afgelopen jaar 500.000 euro binnen uit reclame en 750.000 euro uit donaties.
Met de reclame-inkomsten gaat het volgens Schipper goed. „Ondernemers weten ons steeds makkelijker te vinden. Door het aantal acquisiteurs uit te breiden, hopen we komend jaar nog meer adverteerders binnen te halen.”
Schipper streeft ook naar meer donateurs. „In het verleden hebben we een paar crisisacties gehad. Dan zeiden we: U moet nú geven, anders gaat de stekker eruit. Dan kwam het geld er. Deze acties zijn niet meer nodig. Wel moeten we verspreid over het jaar meer donaties ontvangen. Daarom hebben we een groei van 25 procent begroot.”
GNR zendt zeven dagen per week van 7.00 tot 24.00 uur uit. Dit jaar is het doel 80 procent van de programma’s live te presenteren. De omroep zoekt daarvoor samenwerking met andere christelijke organisaties, zoals Woord en Daad, Jij daar! en de Christelijke Hogeschool Ede.
Op dit moment wordt er bij GNR niet op zondag gewerkt. Alle programma’s voor deze dag worden van tevoren gemaakt. Dat gaat veranderen, zegt Schipper. „We willen de kerkdienst op zondagochtend live gaan uitzenden. Dan zal er iemand moeten werken. Maar gezien het doel hebben we daar geen moeite mee. De koster werkt ook op zondag.”
Naar GNR luisteren vooral mensen tussen de 35 en de 55 jaar. Schipper: „Hun kerkelijk profiel omschrijf ik als volgt: Henk en Ingrid wonen op de Veluwe, kerken in een Gereformeerde Bondsgemeente, maar gaan ook wel eens naar een evangelische dienst.”