Commentaar: Tijd gunstig voor krachtige aanpak verhuftering
Geweld tegen hulpverleners is een serieus probleem geworden. Het doet zich vooral voor tijdens de jaarwisseling. Afgelopen keer kreeg alleen al de politie te maken met 51 gevallen van agressie, meer dan een verdubbeling ten opzichte van de vorige jaarwisseling. Dat blijkt uit definitieve cijfers die minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) gisteren bekendmaakte.
Een eerste inventarisatie, vorige week, wees uit dat politie, brandweer en ambulancepersoneel samen met 186 incidenten te maken kregen. Die variëren van belediging tot lichamelijk geweld. Mede onder invloed van alcohol en drugs gaan in de nacht van oud en nieuw bij een groeiend aantal raddraaiers alle remmen los.
Terecht dat dit probleem veel aandacht krijgt. Direct na de jaarwisseling moest een aantal geweldplegers zich verantwoorden voor de rechter. Deze zogeheten supersnelrechtzaken leverden forse boetes, werkstraffen en celstraffen op. Justitie had van tevoren aangekondigd er geen gras over te laten groeien. Raddraaiers komen erachter dat deze woorden menens zijn.
Ruim voor de jaarwisseling lanceerde de Stichting Ideële Reclame (SIRE) de campagne ”Handen af van onze hulpverleners”. Die campagne sloot naadloos aan bij de publieke opinie. Bijna 85 procent van de bevolking is het geweld tegen hulpverleners meer dan zat. En 88 procent ervaart het tegengaan ervan als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Vandaar de oproep van SIRE aan omstanders om bij dreigende incidenten als een muur om de hulpverleners te gaan staan zodat die hun werk kunnen doen. Dat is overigens makkelijker gezegd dan gedaan. Als mensen met gevaar voor eigen leven zoiets moeten doen, kon hun beslissing wel eens anders uitvallen. Wie heeft er zin in om vrijwillig bekogeld te worden?
Het groeiende geweld tegen hulpverleners maakt pijnlijk duidelijk dat het respect voor gezag in ons land in snel tempo afneemt. Het verlies van waarden en normen eist z’n tol. Daar hoeft niemand zich over te verbazen.
Een cultuur van vrijheid, blijheid lijkt leuk, maar ontaardt vroeg of laat in ontsporingen. Uiteraard zijn raddraaiers, veelal jongeren, zelf verantwoordelijk voor hun ontoelaatbare gedrag. Maar achter deze jongeren staan volwassen opvoeders. Zij zijn medeverantwoordelijk.
Het vorige kabinet had het thema ”Waarden en normen” nadrukkelijk op de agenda staan. Ook al viel de daadwerkelijke uitvoering ervan tegen, Balkenende en zijn ministersploeg zagen in ieder geval de noodzaak in van meer aandacht voor fatsoen. Daar hoort respect bij, zeker voor hulpverleners. Dat die gehinderd worden in hun werk en zelfs gevaar voor hun eigen leven lopen doordat raddraaiers zich tegen hen keren, is de omgekeerde wereld.
We hoeven geen wonderen te verwachten van een kabinet. Uiteindelijk geldt voor iedereen dezelfde boodschap: fatsoen moet je (zelf) doen. Toch kan het geen kwaad dat waarden en normen weer meer aandacht krijgen, ook vanuit de overheid. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau maken Nederlanders zich het meest zorgen over de verhuftering in hun eigen land. De tijd lijkt gunstig voor een krachtige aanpak.