„Europese regels belemmeren duurzame visserij”
AMSTERDAM – Vissers die volgens de duurzaamheidsrichtlijnen van certificeringsinstantie MSC vissen, zijn door Europese regels slechter af dan hun niet-gecertificeerde collega’s: ze mogen elk jaar slechts 80 dagen de zee op, terwijl hun collega’s 200 dagen aan de slag kunnen.
Een ongewenste situatie, zo hield Urker scholvisser Louwe de Boer woensdag op een miniconferentie over duurzame visserij in congrescentrum De Balie in Amsterdam CDA-Kamerlid Koppejan voor. „Het kan toch niet de bedoeling zijn dat ik met mijn goede gedrag slechter af ben dan mijn collega’s die minder duurzaam vissen?”
Per schip investeerde De Boer minimaal 800.000 euro om ze te laten voldoen aan de MSC-richtlijnen. Daardoor heeft hij nog maar 5 procent ongewilde bijvangst, tegen 30 procent bij de traditionele boomkorvisserij. Verder heeft hij vrijwillig afscheid genomen van visgronden met een hoge biodiversiteit.
De netten moeten volgens de MSC-richtlijnen voorzien zijn van mazen van 120 millimeter in plaats van 80 of 100 millimeter. De Boer: „Door die grote maaswijdte worden we nu aangemerkt als kabeljauwvisser, terwijl wij echter duurzaam vissen op schol. Net als de kabeljauwvissers mogen we als beloning maar 80 dagen de zee op. De niet-gecertificeerde boomkorvissers krijgen 200 dagen toebedeeld.”
Om toch zijn quotum vol te kunnen vissen, koopt De Boer extra visserijdagen in van ‘divanvissers’, gepensioneerde vissers met een visquotum. „We zijn nu echter op het punt aangeland dat MSC ons geld gaat kosten. En dat kan de bedoeling toch niet zijn?”
CDA-Kamerlid Koppejan herkende het probleem dat duurzame visserij niet spoort met de Europese regelgeving. Hij zou graag zien dat de regels voor de visserij per sector apart worden vastgelegd. Duurzame scholvissers als De Boer zouden dan niet meer onder de regelgeving voor kabeljauwvissers vallen. Hij beloofde het aan te kaarten bij zowel staatssecretaris Bleker van Visserij als bij zijn collega Van Nistelrooij van het Europese Parlement.