Terug naar de basis
Wat als er straks geen geld meer is? Gaan we dan weer spullen ruilen?
Ruilhandel is zo oud als de mensheid. Al duizenden jaren verhandelen mensen goederen voor andere goederen. Munten waren echter eenvoudiger te vervoeren tijdens handelstochten en werden op steeds meer plaatsen in de wereld ruilmiddel en rekeneenheid.
Filmpje: Ruilhandel
Filmpje: Ruilwinkel Dordrecht na half jaar al te klein
Als er genoeg vertrouwen is in een florerende economie is er minder ruilhandel, maar zodra het vertrouwen in de economie daalt, rukt de directe ruilhandel weer op. Wereldwijd neemt deze manier van handelen in arme streken, waar de bevolking te weinig geld verdient om in de eerste levensbehoeften te voorzien, nog steeds een belangrijke plaats in.
Eind 2001 vond in Argentinië bijvoorbeeld een snelle opkomst van de ruilhandel plaats. Het vertrouwen van de Argentijnen in de formele economie was tot het nulpunt gedaald door financiële en politieke schandalen, gecompleteerd met falende pogingen van de overheid om de zaken op orde te krijgen. Noodgedwongen namen burgers hun toevlucht tot de informele economie. Burgers zetten hun vaardigheden en bezittingen in om te ruilen met anderen en op deze manier in hun eerste levensbehoeften te voorzien. Om te voorkomen dat dit slechts een op een kon, ontstond de ”credito”, een alternatieve munteenheid in het ruilcircuit.
In Nederland werd ruilhandel op grote schaal bedreven tijdens de Tweede Wereldoorlog, een periode van schaarste op het gebied van voedsel, kleding en brandstoffen.
Voortkomend uit een lokale ruileconomie ontstond in 1983 in Canada een wereldwijd ruilsysteem: LETS (Local Exchange and Trading System). Door het vertrek van de industrie uit het stadje Comox Valley, bij Vancouver, ontstond er gebrek aan werk en inkomen. De inwoners maakten van de nood een deugd en gingen onderling producten en diensten uitwisselen. Er ontstond zelfs een centrale boekhouding om de ruilhandel te reguleren. LETS was hiermee geboren en is inmiddels wereldwijd verbreid.
LETS Nederland startte in 1993 met de Amsterdamse ruilwinkel Noppes. Noppes heeft een eigen valuta-eenheid, de nop. In Nederland zijn ongeveer tachtig LETS-kringen actief. Omdat ruilen economisch gezien in ons land in de meeste gevallen niet noodzakelijk is, staan voor de enthousiaste gebruikers veelal andere voordelen voorop. „Ruilen is een vorm van duurzaam leven en netwerken, artikelen worden hergebruikt en talenten van deelnemers verder ontwikkeld”, aldus Marjan Borsjes, voormalig voorzitter van Noppes.
Naast het LETS-netwerk bestaan er nog diverse andere ruilsystemen. Een zoektocht op internet levert een stortvloed aan resultaten op. Veel sites hebben namen met het woord ruilen erin; zullenweruilen.nl, ruilen.com enzovoorts. Iets meer speurwerk levert ruilsites op voor specifieke producten zoals een cadeaubon of zelfs een koophuis.
Op swapit.nl biedt een vrouw een naaimachine aan in ruil voor ”doe maar iets leuks”. En een man wil graag zijn Renault Espace 2.0 ruilen voor „een kleine hoogzitter, bijvoorbeeld een Matiz Yaris.” Een woning in het Spaanse Alicante wordt te ruil aangeboden tegen een recreatiewoning in Zwitserland en de hond van een deelnemer wordt uitgelaten voor het genot van een vegetarische maaltijd.
Bij ruilen.nl, een populaire ruilplek op internet met bijna 37.000 geregistreerde gebruikers, zijn sinds de oprichting in 2008 ruim 85.000 advertenties geplaatst. „Of het nu gaat om het ruilen van een cadeau, een fiets, die ene speciale postzegel, een stripboek, speelgoed of misschien wel een (huur)huis. Alles kan en ruilen is nog leuk ook!” meldt de website.
Hoewel er veel ruilhandel via internet wordt bedreven, is de rechtstreekse ruilhandel zeker niet uit het straatbeeld verdwenen. Meestal betreft het hier het ruilen van specifieke (hobby)voorwerpen. Bijna elke week is er wel ergens in Nederland een beurs op dit gebied – in sporthallen, verenigingsgebouwen en hobbyschuren. Zo organiseert ruilgroep ”de Nummerplaat”, een groep hobbyisten met als passie het verzamelen van kentekenplaten, vier keer per jaar een beurs op verschillende locaties in het land. Vereniging Groei & Bloei organiseert twee keer per jaar een ruilbeurs voor ‘groene’ artikelen, zoals planten, stekken, zaden en tuingereedschap. „De ruilbeurs is de goedkoopste en leukste manier om aan je tuinplanten te komen”, aldus de website. Het advies is bovendien gratis.
Behalve op internet en tijdens beurzen kan er ook worden geruild in een ruilwinkel. De Ruilwinkel in Goes is zo’n zaak waar geld geen rol speelt. Een kop koffie en een praatje tijdens het ruilwinkelen zorgen voor de sociale contacten. Dit concept wordt in diverse steden toegepast. En wat te denken van een kledingruilparty? Bijna iedereen heeft wel een miskoop in de kast hangen. Als je alles bij elkaar hangt op een kledingrek kun je tijdens een gezellig avondje met vriendinnen naar hartenlust winkelen – met een dichte portemonnee.
Dat het ruilen toeneemt, blijkt uit de stijging van het aantal leden bij LETS Ruilkring Den Haag. Bestuurslid Adams: „De uitdaging van LETS ligt in het zoeken naar je talenten en het verbreden van de eigen mogelijkheden. Bij ons zijn ook het sociale en het creatieve element belangrijk.” Obstakels zijn er volgens haar nauwelijks bij ruilen. Zolang je maar goede afspraken maakt. „Wij zien in LETS een welkome aanvulling op het geldsysteem waardoor je diensten kunt krijgen die anders moeilijk bereikbaar zijn.”
Ook bij de ruilkringen van Woerden en Haarlem ziet men de (ruil)toekomst zonnig in. „Gezien de ontwikkelingen rond de euro denken wij dat er toekomst is voor de complementaire economie, die niet per se LETS hoeft te zijn.”
Toch heeft het ruilen van diensten en producten niet alleen te maken met de economische crisis. Bij de deelnemers blijkt ook een stuk idealisme. Terug naar de basis!