„Steeds meer mensen slapen in auto’s”
Door Wim de Jongste
GOUDA – De problemen van dak- en thuislozen en hun aantallen zullen in 2012 alleen maar toenemen, ondanks successen in de vier grote steden. Dat is de mening van diverse opvanginstanties. Zij vragen gemeenten niet te beknibbelen op beschikbare gelden.
Menno, een Goudse dertiger, werd bijna drie jaar geleden dakloos. De psychiatrische patiënt moest vanwege verschillende problemen zijn huis uit. Hij nam zijn intrek in een leegstaande schuur. Zijn onderkomen is niet geïsoleerd en het dak lekt. In zijn onderkomen is het een onvoorstelbare rommel, maar hij zelf weet er de weg. Honderden straatspullen heeft hij er verzameld. Tussen dat alles ligt zijn matras, met daarop een Bijbeltje.
Menno is lang niet de enige die op straat terecht is gekomen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende vorig jaar voor het eerst het aantal daadwerkelijke dak- en thuislozen en kwam uit op 16.000. Dat aantal zou nog veel groter zijn als opvanginstellingen geen hulp zouden bieden: alleen al de Federatie Opvang verleent onderdak aan zo’n 55.000 mensen.
Onder meer deze organisatie luidde vorig jaar ook de noodklok over het toenemende aantal jongeren dat dak- of thuisloos raakt.
„Wij verwachten daarin een verdere toename, omdat het ín de gezinnen minder rooskleurig wordt door allerlei nieuwe overheidsmaatregelen”, zegt beleidsmedewerker Rina Beers van de federatie. „De zorg- en de huurtoeslag worden lager, de eigen bijdrage voor geestelijke gezondheidszorg gaat omhoog en de regering verwijst iedereen maar door naar gemeenten die juist vaak moeten bezuinigen. Er slapen steeds meer mensen in bootjes, auto’s en leegstaande panden.”
Niet iedereen die zijn huis kwijtraakt, komt ook op straat terecht. Directeur Joanne Blaak van de werkeenheid Zuidwest-Nederland van het Leger des Heils maakt daarom onderscheid tussen dak- en thuislozen. „Wij hebben het vermoeden dat niet het aantal daklozen, maar wel het aantal thuislozen enorm stijgt. Dat komt vooral door de aangescherpte financiële regelgeving en toename van het aantal sociale problemen.”
Dat ervaart ook Stichting Ontmoeting, een christelijke organisatie voor hulp aan dak- en thuislozen. Teamleider Marianne van der Hoek van afdeling Rotterdam: „De positie van deze groep mensen, van wie de situatie nét te goed is voor de nachtopvang, is lastig te verbeteren. Onze cliënten komen vaak moeilijk aan het werk.”
In Rotterdam is het in elk geval gelukt om het aantal op straat slapende, zorgmijdende personen in drie jaar tijd terug te brengen van 350 tot ongeveer 20. Van der Hoek: „De meesten zitten in speciale opvangwoningen en hebben contracten voor woonbegeleiding gesloten. Deze mensen kunnen na enkele jaren vaak van cliënt weer gewoon burger worden.”
Ook voor Menno uit Gouda is er hoop. „Binnenkort hoop ik zover te zijn dat ik weer een eigen huisje in kan”, deelt hij mee.
Makkelijk zal dat niet worden. Volgens de Federatie Opvang moet hij in 2012 voor hulp en behandeling van de ggz 200 euro eigen bijdrage en 220 euro eigen risico gaan betalen. Mocht hij worden opgenomen in een kliniek, dan betaalt hij van zijn eventuele uitkering aanvullend nog eens 145 euro per maand voor het verblijf daar.