In Noord-Korea is donderdag een grote nationale herdenkingsdienst gehouden voor de overleden dictator Kim Jong Il. De staatstelevisie toonde vele duizenden militairen en burgers, die de leider met groot emotioneel vertoon herdachten op het centrale plein in de hoofdstad Pyongyang. De herdenking vormt het sluitstuk van een periode van dertien dagen officiële rouw in het stalinistische land.

Kyung Min Kim volgt de gebeurtenissen in Noord-Korea op grote afstand: sinds anderhalf jaar volgt de Zuid-Koreaan een masterstudie Oude Testament aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn. „Dat viel aanvankelijk niet mee; ik kende weinig Nederlands.”

Met zijn vrouw en kinderen woont Kim in Kampen. De andere Zuid-Koreaanse student in Apeldoorn, C. Chung, is eveneens anderhalf jaar in Nederland. „We kenden elkaar al eerder; beiden behoren we tot de Presbyteriaanse Kerk.”

Verwanten in Noord-Korea heeft Kim niet. Zijn ouders en verdere familie wonen op de zuidelijke helft van het schiereiland. „De gebeurtenissen van de afgelopen week heb ik via internet gevolgd. In de Zuid-Koreaanse kranten zie ik twee meningen: sommigen denken dat het verdriet van de Noord-Koreanen over het overlijden van hun leider echt is, anderen geloven daar niets van. Ik vind het moeilijk om dat te beoordelen. Er is zo’n groot verschil in cultuur tussen Noord- en Zuid-Korea.”

In de Noord-Koreaanse propaganda wordt de landsleider niet alleen met superlatieven (met hoofdletters) omschreven, maar krijgt hij zelfs goddelijke trekjes toegedicht. Zelfs in de sneeuwval op zijn begrafenisdag zou hij de hand hebben gehad. „Hij was eigenlijk koning van Noord-Korea, net als zijn vader. Hij werd verafgood. Zijn lichaam zal ook permanent worden bewaard.” De meeste Noord-Koreanen hechten geloof aan de propaganda die de leider goddelijke trekjes toedicht, denkt Kim. „Het is een mysterie.”

In Zuid-Korea heerst vrees, constateert de Apeldoornse student. „De mensen zijn bang; ze vragen zich af hoe de nieuwe regering in Noord-Korea zich zal opstellen tegenover het zuiden.”