De inleiding van de gids is een ware snelcursus sterren kijken. Hoe gebruik je een sterrenkaart? Waarom gaat de Poolster nooit onder? Welke planeten zijn met het blote oog zichtbaar?

Ook het echte werk komt aan de orde. Zo legt het boek op een praktische manier uit hoe posities en afstanden aan de sterrenhemel worden bepaald in graden en boogseconden met de hand als hulpmiddel.

Wie met de maandoverzichten aan de slag gaat, duizelt het aanvankelijk van de vele gegevens. Maar algauw is het helder: elk maandoverzicht biedt een sterrenkaart, een planetenoverzicht, de schijngestalten van de maan en de positie van kometen.

Ook staan voor elke dag de boeiendste gebeurtenissen vermeld. Detailkaarten zoomen in op allerlei bijzonderheden. Verder begeleidt de gids de goede momenten om de sterrenhemel op de gevoelige plaat vast te leggen, met tips voor een optimaal resultaat.

Ten slotte besteedt het veelzijdige boek aandacht aan het ‘rampjaar’ 2012. Volgens allerlei voorspellers zou het einde der tijden aanbreken met barstende continenten, inslaande meteorieten en tsunami’s. De auteur constateert nuchter dat hier geen enkele astronomische aanwijzing voor is, tenzij de gids ook in het complot zit om dit alles geheim te houden.

Boekgegevens

”Sterren en planeten 2012. De sterrenhemel van maand tot maand”; uitg. Stichting UniVersum en Stichting De Koepel, Utrecht, 2011; ISBN 978 90 6638 067 7; 68 blz.; € 12,50.