Opinie

Ook in 2011 is er niet voor iedereen plaats in de herberg

Dakloos ben je zo. Ds. 
J. Belder roept christenen op om, in navolging van Christus, oog te hebben voor de medemens in de goot.

23 December 2011 16:36Gewijzigd op 14 November 2020 18:22

Bij het monumentale station Dordrecht-Centrum ontmoeten we elkaar. Vier mannen die op werkbezoek gaan bij drie instellingen voor laagdrempelige opvang van dak- en thuislozen die opereren vanuit een christelijke identiteit.

Tijdens onze wandeling naar de binnenstand valt mijn oog op een reclamezuil. Een grootgrutter verzekert dat luxe deze maand binnen ieders bereik is. Verderop zit een broodmagere man tegen de gevel van een kantoorpand. Hij doet een beroep op het medelijden van de voorbijgangers. Een enkeling laat een muntstuk vallen. Een barmhartige samaritaan? Maar dan is hij slachtoffer. Is hij dat?

Oog en hart hebben voor mensen in de goot is christelijk. Hoe kom ik hen op het spoor? Wie Jezus volgt, vindt hen vanzelf.

Intelligentie

Je belandt niet zomaar op straat. Dat wordt deze dag pijnlijk duidelijk. Er zijn mensen met psychiatrische en psychosociale problemen onder de groep dak­lozen. Maar ook het aantal zwerf­jongeren neemt toe.

Sommige daklozen hebben een bijzonder lage intelligentie en missen daardoor op alle mogelijke manieren de aansluiting met de samenleving. Zij zijn doorgaans ook niet in staat de juiste zorg voor zichzelf te organiseren.

Problematisch is verder het groeiende aantal daklozen dat afkomstig is uit Oost- en uit Midden-Europa, illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers. Onlangs lieten hulporganisaties in Utrecht weten dat het daar om zo’n honderd mensen –mede-mensen!– gaat die buiten leven. In Dordrecht zijn het er beduidend minder. Maar elke dakloze is er een te veel.

Dak- en thuislozen hebben recht op hulp van de gemeente wanneer ze binding met de regio hebben. Dit om de druk op de steden terug te brengen. Maar dat resulteert vooralsnog in een stijgend aantal soms heel schrijnende situaties.

Clichés

Wangedrag van weinigen zet een zwaar negatief stempel op heel de groep. Dak- en thuislozen worden veelal onmiddellijk geassocieerd met overlastproblematiek. De groep heeft een status aparte in de samenleving en vormt een wereld die ver bij de ‘gewone’ Nederlander vandaan staat. „Niemand hoeft in dit land dakloos te raken. Pak die werkschuwe lui eens wat harder aan.” Het zijn de bekende clichés en oordelen en vooroordelen die het op visites goed doen.

De werkelijkheid is gecompliceerder. De scheidingswand tussen een gewoon leven en dakloos raken is flinterdun, zo werd me tijdens het werkbezoek meer dan ooit duidelijk. Het zou te illustreren zijn met stil makende verhalen van medemensen die ooit een succesvolle positie in de samen­leving hadden. Wie staat, zie toe dat hij niet valle.

Drugs- en alcoholverslavingen vormden voor veel daklozen de glijbaan naar hun huidige situatie. Meestal als vluchtweg uit verdriet en problemen waar men zich niet meer bovenuit kon vechten. Vooral alcoholmisbruik zorgt voor veel overlast en agressie. Het is boven­dien moeilijker aan te pakken dan drugsproblematiek.

Herders

Zijn deze mensen te helpen? Erbovenop te helpen? Als wij in de zondagse prediking beweren dat er voor God geen hopeloze gevallen zijn, is deze vraag niet langer relevant. Wel de wijze waarop hulp wordt geboden.

Vanuit diverse organisaties en instellingen is er aandacht voor dak- en thuislozen. De laatste categorie leeft in een sterk sociaal isolement. Eenzaamheid en vereenzaming zijn constante bedreigingen.

Warmte, gezelligheid, hartelijkheid, contact en een kop koffie zijn het minste wat geboden kan worden. Hoop en zingeving bieden is echter de plusfactor van de christelijke hulpverlening. Een mens heeft brood nodig, maar zal bij brood alleen niet leven. Wie de samenhang tussen beide vergeet, onthoudt de ander iets wezenlijks.

Zoals hierboven geschreven, brengt Jezus Zelf ons bij de dak- en thuislozen. Maak Hem evenwel niet tot partijganger van de armen, noch van de rijken. Hij is categorieloos. Wijzen knielen aan Zijn kribbe, mannen van status, welvaart en van intelligentie; maar ook herders, de maatschappelijk verstotenen. Zij mochten niet eens getuigen in een rechtszaak, maar werden wel de eerste getuigen van Hem.

Kerst 2011. Ook deze nacht zal er niet voor ieder plaats zijn in de herberg.

De auteur is hervormd emeritus predikant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer