De Italiaanse econoom verwees daarbij naar de situatie in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, waar de centrale banken de afgelopen jaren de geldhoeveelheid hebben verruimd in een poging de economie te stimuleren. De ECB heeft deze stap vooralsnog niet willen zetten, uit angst voor een toename van de inflatie.

„Ik snap de quasi-religieuze discussies over kwantitatieve verruiming niet”, zei Bini Smaghi tegen de krant. „Als de omstandigheden verslechteren dan zie ik geen reden waarom dat instrument, toegesneden op de specifieke eigenschappen van de eurozone, niet kan worden ingezet.” De eveneens vertrekkende hoofdeconoom van de ECB, Jürgen Stark, liet in de Duitse krant Die Welt juist nogmaals weten dat de centrale bank nu al te ver gaat bij het bestrijden van de schuldencrisis. „De eurozone zit op het verkeerde spoor”, stelde hij.

De Duitse econoom kondigde in september onverwacht zijn vertrek aan bij de ECB. „Daarmee wilde ik regeringen wakker schudden”, zei hij over dat besluit. „Zij hebben duidelijk nog niet begrepen hoe belangrijk de principes van begrotingsdiscipline en de coördinatie van economisch beleid zijn.”

Stark is een tegenstander van de grootschalige opkoop door de ECB van obligaties van zwakke landen. „Die verleiden politici om achterover te leunen en hun financiën niet op orde te brengen”, stelde hij.

Hij ziet ook niets in de voorstellen om het Internationaal Monetair Fonds (IMF) meer geld te lenen, zodat het beter in staat is om eurolanden met financiële problemen te steunen. „Dat is weliswaar geen directe steun vanuit de centrale bank, maar het is een poging om het Europese verbod daarop te omzeilen.”