Commentaar: Lijden als een kwaaddoener
Uit de breedte van de maatschappij komen sinds vrijdag de reacties binnen op het rapport van de commissie-Deetman over het kindermisbruik in de Rooms-Katholieke Kerk. Reacties van slachtoffers, bisschoppen, politici en tal van journalisten.
Wat de politiek betreft, lijkt de discussie zich vooral toe te spitsen op de vraag of we het als maatschappij mogen accepteren dat nog levende daders niet meer vervolgd kunnen worden voor wat ze kinderen hebben aangedaan omdat hun vergrijpen volgens de wet zijn verjaard.
Premier Rutte heeft al gezegd dat daar heel goed naar gekeken moet worden. En ook andere politici noemen het eigenlijk onverteerbaar dat daders van deze misdaden vrijuit gaan door een regel in de wet.
Naast deze reacties vanuit de politiek, zijn er nog de talloze stemmen in de media. Iedere columnist heeft inmiddels wel geschreven over het misbruikschandaal in de Rooms-Katholieke Kerk. Sommigen deden dat zakelijk en ter zake kundig. Anderen grepen vol in het orgel van hun frustraties en gebruikten het rapport van de commissie-Deetman om definitief af te rekenen met God en godsdienst. De dierenpolitie zou op de geestelijken afgestuurd moeten worden en daarna zou de kerk, als een criminele organisatie, verboden moeten worden.
Het kan niet anders of een christen die dit soort vuilspuiterij leest, voelt zich geraakt. Of je nu Rooms-Katholiek bent of protestant: dit doet pijn. Juist omdat veel opinieleiders deze zaak gebruiken om dé kerk definitief in de hoek te zetten. Trouwens: er is geen enkele reden voor protestanten om zich te verheffen. Ook in die kerken is er gebrokenheid alom.
Wat het rapport van de commissie-Deetman betreft: daarin is stof genoeg te vinden voor walging. De verhalen van de slachtoffers liegen er niet om.
En de kerkelijke leiding reageerde bepaald niet altijd verstandig en gevoelig. Als zelfs bisschoppen erkennen dat ze empathischer hadden moeten reageren, is het al mis. Want empathie tonen is geen kunstje. Het is iets wat, juist binnen de kerk, vanzelf moet gaan. Is het Bijbelse begrip ”barmhartigheid” niet in de verre verte familie van het modernere woord ”empathie”? Het is meer dan bitter dat veel slachtoffers nu concluderen dat er in de kerk vroeger meer empathie was met de daders dan nu met de slachtoffers.
Het laatste wat de Rooms-Katholieke Kerk moet doen, is in de verdediging gaan tegen alles wat er nu over haar wordt gezegd en geschreven. Ook niet tegen onterechte beschuldigingen. Te lang en te vaak heeft ze anderen geoordeeld volgens maatstaven waar ze zelf niet aan voldeed. Het recht van spreken heeft ze daarmee, in ieder geval op dit moment, verspeeld.
De apostel Petrus maakt in een van zijn brieven (1 Petrus 4) een onderscheid tussen het lijden als een christen en het lijden als een kwaaddoener. Het eerste kan een vreugde zijn, het laatste is een schande. Waar de Rooms-Katholieke Kerk staat als het gaat over de misbruikkwestie is helaas geen vraag. En dus is ze letterlijk met stomheid geslagen. Want kwaaddoeners oordelen niet, maar worden geoordeeld.