Incidentpolitiek minister van Onderwijs schaadt thuisonderwijs
De extra voorwaarden voor thuisonderwijs (RD 12-12) zijn een vorm van incidentpolitiek en bedreigen de godsdienstvrijheid en vrijheid van onderwijs, betogen Kor, Erna en Bauke Stelma.
Sinds de eerste leerplichtwet uit 1900 hebben ouders recht op richtingbezwaar. De wet schrijft voor hoe ouders kennis moeten geven van richtingbezwaar. Er zijn drie voorwaarden. De ouders moeten verklaren dat zij bezwaren hebben, de kinderen mogen in het voorgaande jaar niet op een school hebben gezeten van de richting waartegen de ouders bezwaar maken en de kennisgeving moet jaarlijks worden ingediend.
Dit recht op richtingbezwaar vloeit voort uit de godsdienstvrijheid en de vrijheid van onderwijs. De minister stelt nu aanvullende voorwaarden voor: vervangend onderwijs, een plan van aanpak, een taaltoets, extern deskundig advies en een voortgangsgesprek met de leerplichtambtenaar.
Begin dit jaar kondigde minister Van Bijsterveldt (Onderwijs) aan het Islamitisch College Amsterdam (ICA) te sluiten. Een groep ouders wilde kennis geven van richtingbezwaar en thuisonderwijs gaan geven. De vaste Kamercommissie onderwijs vreesde een aanzuigende werking van de mogelijkheid tot richtingbezwaar en vroeg de minister om een verbeterde aanpak.
Intussen zijn er nog maar vijf ICA-kinderen van wie de ouders hun richtingbezwaar handhaven. De praktijk wijst uit dat de mogelijkheid tot richtingbezwaar geen aanzuigende werking heeft. Integendeel, de offers die thuisonderwijs van ouders vraagt, zorgen voor zelfselectie.
De maatregelen zijn gericht op een groep ouders die geen thuisonderwijs zijn gaan geven. Dergelijke ad-hocbeleidsformulering is niet in het belang van de thuis onderwijzende ouders en hun kinderen. Een storm in een glas water mag geen aanleiding zijn voor incidentenpolitiek met ingrijpende wetswijzigingen. De minister spreekt van „minimale voorwaarden.” Het is echter de vraag of ze juridisch uitgewerkt kunnen worden. De praktische gevolgen zijn niet te overzien.
De minister noemt haar voorwaarden minimaal. De sleutelbegrippen zijn echter niet gedefinieerd en dat maakt de bewering van de minister voorbarig. Wat is vervangend onderwijs? Aan welke voorwaarden moet het plan van aanpak voldoen? Wat is de functie van het extern deskundig advies? Wat zijn de vorm, de inhoud en de bedoeling van het jaarlijkse voortgangsgesprek? Welke rol heeft de leerplichtambtenaar? Komt deze positie hem wel toe?
De taak van de leerplichtambtenaar is afgebakend. Om de godsdienstvrijheid te waarborgen, mag hij de bezwaren van de ouders niet onderzoeken. Bestaat het vermoeden dat ouders bezwaar hebben tegen iets anders dan de richting van de scholen, dan kan de leerplichtambtenaar proces-verbaal opmaken. De huidige regeling biedt voldoende waarborgen om misbruik van richtingbezwaar te voorkomen. Zij waarborgt de godsdienstvrijheid en de vrijheid van onderwijs. Het nieuwe voorstel bedreigt deze grondrechten.
Sinds 1969 kan met thuisonderwijs niet meer aan de leerplicht worden voldaan. De minister wil nu bij richtingbezwaar vervangend onderwijs verplichten en verbindt voorwaarden aan het vervangend onderwijs. Hieruit volgt dat thuisonderwijs weer erkend wordt als onderwijsvorm. De Wet op het onderwijstoezicht bepaalt dat de onderwijsinspectie is belast met het toezicht op onderwijs.
Volgens de Leerplichtwet is het de taak van de leerplichtambtenaar de leerplicht te handhaven, maar het toezicht op onderwijs komt hem niet toe. Dat toezicht komt evenmin toe aan een extern adviseur. Uit deze wetten, gecombineerd met artikel 23 van de Grondwet, volgt dat ouders, als de overheid toezicht instelt, recht hebben op toezicht door de onderwijsinspectie. Dit wil de minister niet, het kost haar te veel geld. Zij komt daarom met een gekunstelde constructie die alleen stand kan houden als er verwarring blijft over de genoemde begrippen.
Binnen thuis onderwijzend Nederland adviseren ervaren thuisonderwijzers starters. Ook kunnen ouders advies inwinnen bij thuisonderwijsnetwerken of een beroep doen op thuisonderwijsspecifieke ondersteuning in het buitenland. Zelfregulering binnen het thuisonderwijsveld kan deze adviesfunctie versterken. Het is een mogelijkheid met veel potentie.
De logica gebiedt dat er twee mogelijkheden zijn: er is sprake van onderwijs of niet. Als er geen sprake is van onderwijs, vallen de kinderen na de vrijstelling van rechtswege buiten de verantwoordelijkheid van de minister van Onderwijs. Als er sprake is van onderwijs en de overheid tot toezicht besluit, volgt uit de Nederlandse wet dat dit toezicht opgedragen is aan de onderwijsinspectie.
Een derde mogelijkheid is: er is sprake van onderwijs, maar de overheid besluit niet tot toezicht – zij is dat immers niet verplicht. In dit geval is het gewenst dat thuisonderwijzers komen tot vormen van zelfregulering om zich boven alle blaam te verheffen.
De auteurs zijn respectievelijk thuisonderwijsvader en gemeenteraadslid, thuisonderwijsmoeder en moderator van thuisonderwijsnetwerk Jozua 24:15 en thuisonderwijsstudent.