Secularisme ontneemt Europa zijn traditie
Het secularisme verwijdert Europa van zijn traditie en ontneemt het werelddeel zo zijn fundament. Het gevolg daarvan is dat Europa geen identiteit krijgt en niet tot een werkelijke eenheid kan samengroeien, betoogt prof. dr. Antoine Bodar.
Laten we een ogenblik terugkeren naar het einde van de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen Europa in optimistische opbouw was en de landen over en weer vertrouwen zo niet poogden te herstellen dan toch te versterken. De vaders van Europa toentertijd spraken over de ziel van Europa. Zo Robert Schuman in 1958 tegenover het eerste Europese parlement: „Alle landen van Europa zijn doordrongen van de christelijke cultuur. Zij is de ziel van Europa die men het moet teruggeven.”
Europa te verenigen op religieus-culturele grondslag is terstond te idealistisch gebleken. Lukt de eenwording niet vanuit de ziel, dan vanuit het lijf of beter de buik: Jean Monnet verklaart evenwel in 1952 bij haar oprichting dat de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) niet zo maar een vereniging van producenten is. Neen, zij is het begin van Europa. Realistischer immers is het uit te gaan van de economie en mettertijd zal de politiek volgen en al het andere en zo ook de cultuur en dus tevens de godsdienst.
Inspiratie
In het begin van de jaren negentig, wanneer de economische eenwording groeit en de politieke eenwording aan het vorderen lijkt, komt opnieuw de roep om de ziel van Europa op de lippen van vooraanstaande politici uit Europa. Om werkelijk samen te geraken, ontbreekt het Europa aan een ziel.
Jacques Delors, toentertijd president van de Europese Commissie, zegt in 1992 in een rede, gehouden in de kathedraal van Straatsburg: „Men moet Europa een ziel geven. […] Als dat ons in de volgende tien jaren niet gelukt – een spiritualiteit, een betekenis, dan zullen wij de partij Europa hebben verloren.” Welke ziel? De christelijke ziel.
De Pisanese hoogleraar wijsbegeerte en liberaal politicus Marcello Pera –eertijds atheïst, heden niet langer atheïst maar wel ”non credente” (niet gelovig)– noemt in zijn in 2008 verschenen boek ”Perché dobbiamo dirci Cristiani” (Waarom wij ons christenen moeten noemen) het ontbreken van de Europese ziel niet minder dan als het mankeren aan Europese identiteit. Als die identiteit blijft ontbreken, kan het niet tot een Europese eenheid komen, stelt Pera.
Niets immers van een identiteit of ziel blijkt uit het Verdrag van Lissabon, getekend in december 2007. Want hoe vrijblijvend is een identiteit wanneer alleen sprake is van inspiraties door „culturele, religieuze en humanistische tradities van Europa”, zoals daar genoemd in de preambule? Hoe dan burgers in de afzonderlijke staten uit te leggen minder nationalistisch te worden en meer Europees? Wat is dan de innerlijke of werkelijke aantrekkingskracht van Europa?
Abstractie
De waarden waarop de Europese Unie zich heeft gegrondvest, zijn weliswaar de achting voor de menselijke waardigheid, gelijkheid, solidariteit en dergelijke, maar zijn die typisch Europees of veeleer bedoeld voor de gehele wereld? Die waarden zijn universeel. Het Europese handvest geeft dus de Europeanen geen eigen identiteit.
Of ja toch, juist deze waarden zijn kenmerkend voor de Europeanen, omdat zij uit een traditie zijn afgeleid die bijzonder is voor Europa. Maar zo luidt niet de formulering in het handvest. Die is alleen abstract – getekend naar het wereldomvattende ideaal. Zo’n abstractie verleidt niet tot een wij-gevoel als Europeaan, maar beperkt zich tot het wij-gevoel als Nederlander of Italiaan, Duitser of Fransman.
Het wij-gevoel als Europeaan wordt alleen gevoed wanneer wij onze gezamenlijke geschiedenis overwegen, onze gezamenlijke traditie. Is die traditie dan niet in hoofdzaak christelijk? Maar daarvan willen we niets meer weten. En heeft die geschiedenis niet oorlogen en andere ellende met zich meegebracht tot de spookgestalten van communisme en nazisme toe? Stellig. Moeten we soms trots zijn op ons koloniale verleden? Neen, maar de koloniseringen hebben niet louter rampspoed gebracht. Juist in de gezamenlijke traditie van Europa heeft ons continent de rest van de wereld niet alleen slechts maar ook veel goeds geschonken. De tijd is terecht voorbij dat Europa zich als het centrum van de wereld beschouwt. En dat is het ook niet meer. Maar wij behoeven ons als Europa ook niet weg te gooien in de omkering van eigen overschatting naar eigen onderschatting.
Drijfzand
Waarom is de Europese idee zo leeg dan wel zo vol dat zij slechts universeel ideaal is en aldus abstract? Om het meest historisch eigene aan Europa te kunnen veronachtzamen en slechts in opperste vaagheid te benoemen. Om met zijn geschiedenis ineens zijn traditie uit te sluiten en af te sluiten en zo in verstikking op te sluiten om des te liever af te sterven als niet ter zake.
De christelijke wortels van Europa blijven ongenoemd. En dat is paus Benedictus in navolging van paus Johannes Paulus een doorn in het oog. Europa is het thema dat telkens al in zijn geschriften terugkeert. Zo in 2004 in het met Marcello Pera gezamenlijk geschreven boek ”Senza Radici” (Zonder Wortels). Zouden de wortels onbenoemd moeten blijven om de gevoelens van niet-christenen te ontzien?
Maar het gaat om een historisch gegeven. Moeten soms naast de ongelovigen met name de moslims worden ontzien? Moslims voelen zich veeleer beledigd door het cynisme van een secularistische cultuur die het eigen grondbeginsel verloochent. Of de joden? Hun wortels reiken voorbij aan Europa tot op de berg Sinaï. Niet het noemen van God beledigt andersgelovigen, hun beledigt de poging de menselijke gemeenschap helemaal zonder God te construeren.
Wat is de kwestie? De onderlinge verbinding tussen de nationale staten behoort eerder te berusten op de gezamenlijke instemming met bepaalde zaken –door het politieke debat verkregen– dan op traditionele, aan de politiek voorafgaande (”vorpolitische”) banden (filosoof Habermas).
Wat betekent dit alles? Politieke besluiten binnen een natie en tussen de naties dienen alleen het gevolg te zijn van louter verstandelijke debatten onder weglating van de bestaande volkskundige, taalkundige, godsdienstige en andere dergelijke verbindingen – onder uitbanning dus van al hetgeen een land organisch een natie doet zijn en zo te vergelijken met de mens die alleen om zijn verstandelijk vermogen het zou verdienen mens te heten.
Hier wreekt zich de doordrijving van de scheiding van kerk en staat die op zich juist is. Habermas beperkt zich in denken tot louter positivisme en beperkt mensen tot actoren die geen personen meer zijn. Is niet de menselijke persoon als waardig individu alvorens politiek te bedrijven een ethisch of ethisch-religieus of in Europa zelfs een veelal van oorsprong christelijk of door het christendom gevormd dan wel beïnvloed wezen?
Door binnen het gezamenlijke Europa zich niet louter te beperken tot de politieke en politiek correcte redenering van het ogenblik maar zich tevens en van meet af aan rekenschap te geven van gezamenlijk en afzonderlijk gegroeide geschiedenis en traditie zou menig misverstand internationaal nu al voorkomen hebben kunnen worden.
Het is met het handvest, zoals ten slotte ondertekend in Lissabon, als met het huis op zand gebouwd. Regent het te veel en waait het te hard, dan zakt het Europese huis in en wordt weggespoeld. Moedwillig zijn de fundamenten van het Europese huis verwaarloosd, dan wel niet verder gelegd, tenzij op het drijfzand van de bank en de bevrediging van de buik.
Schatplichtig
Hoe de Europese cultuur, waarvan het christendom de ziel is, als fundament van ons continent in het heden op te vatten? Ruim en breed – met wijd open oog voor de historische ontwikkelingen.
Tegenwoordig wordt dikwijls gesproken van de joods-christelijke cultuur van Europa – nogal eens om het vreemde van de islam te benadrukken. Van ”joods-christelijk”, waar het de Europese cultuur aangaat, is feitelijk pas sprake sinds een zestigtal jaren. Voordien heette de cultuur alleen christelijk. De joden waren de verblinden. Zij hadden Christus niet als de Verlosser erkend en dat bleef hun altijd aangerekend totdat de christenen eindelijk inzagen dat het hun niet paste de joden de christelijke maat te nemen.
En de moslims? Ook die behoren tot de cultuur van Europa. Zij maakten 780 jaar deel uit van het Iberisch schiereiland tot hun verdrijving –samen met de joden– in de vijftiende eeuw, zij verkeerden op Sicilië, terwijl zij als inwoners van het Ottomaanse Rijk 500 jaar verbleven op de Balkan tot 1878.
Het jodendom en de islam behoren tot de cultuur van het oude Europa, zoals ook de beide stromingen die in Noordwest-Europa in achting zijn gebleven. Het humanisme en de verlichting. Nochtans zou het passen aan de hedendaagse humanisten in het geheugen terug te brengen dat het humanisme ten tijde van de renaissance christelijk humanisme is – de vereniging van het beste uit de Oudheid met de schoonheid van het christelijk geloof.
Ook de verlichting weet zich schatplichtig aan het christendom. Zij heeft zich weliswaar bevrijd van de bevoogding door de kerk en het verstand als enig leider op het schild geheven, hoewel voordien en nog altijd ook het christelijk geloof het verstand zoekt. De verlichting heeft het vooruitgangsgeloof van het christendom geseculariseerd en het doel van de eeuwigheid naar de tijdelijkheid verlegd.
Verlichters van toentertijd konden evengoed gelovig zijn, al gaven vooraanstaanden zoals Herder en Goethe en Hamann de voorkeur aan theïsme of pantheïsme of panentheïsme. Met andere woorden: het gesprek tussen christendom en verlichting was toen gewoon mogelijk en gewone uiting van beschaving.
Bigotterie
En nu? In opiniërende kringen van het vaderland is de toon niet meer geseculariseerd. Die is secularistisch geworden: het is dwaas, om niet te zeggen achterlijk, dat godsdienst nog invloed zou hebben op de maatschappij. Godsdienst als het oude opium van het volk van Marx dient slechts tot troost van de dommen. Secularisme bespot en belastert godsdienst.
Marcello Pera wijst in zijn eerder genoemde boek ”Perché dobbiamo dirci Cristiani” (Waarom wij ons christenen moeten noemen) erop dat het secularisme het westen splijt – in het bijzonder Europa van Amerika. Het ”one nation under God” met een in het openbaar biddende president van de Verenigde Staten wordt in Europa nog ternauwernood begrepen. En wat in Amerika ”civil religion” heet, gaat in Europa door voor bigotterie of kwezelarij, zo niet zelfs voor fundamentalisme.
Het secularisme verwijdert Europa steeds meer uit zijn traditie en ontneemt Europa zo zijn fundament, als gevolg waarvan Europa geen identiteit krijgt en tot werkelijke eenheid kan samengroeien op zo’n wijze dat burgers van een bepaald land zich ook Europese burgers voelen.
Misdadig
En de opiniërende kringen – niet minder hoog opgeleid dan de borst hoog gedragen? Niet zozeer de islam maar het christelijk en vooral het rooms-katholieke geloof veracht die elite. Geloven is voor de simpelen moet de redenering zijn: moslims zijn amper of niet te redden, maar christenen zouden beter moeten weten. Zijn zij nog steeds niet wereldwijs, hoewel zij –immers onze opinieleiders– daartoe toch onafgebroken lessen leren. Neen, deze weldenkenden vrezen niet de islam maar lijden temeer aan het christendom. Zij bekennen zich tot christofobie.
Veel voorstaanstaande opinieleiders van dit land zijn antichristelijk, terwijl zij nagenoeg geen of helemaal geen kennis hebben van christendom, Bijbel, biblebelt of moederkerk. De mening gaat de kennis tegenwoordig met afstand vooruit. Het zou raadzaam zijn als de vaderlandse opinie-elite eens wat meer studeert en daarenboven niet alleen het direct ervaarbare en zichtbare als enige maatstaf van de werkelijkheid kiest en zo dan ineens de benauwende beperking van alleen de rede leert inzien.
Ik stel voor dat de vijandelijkheid jegens het christendom, die in het bijzonder de wereldwijde Rooms-Katholieke Kerk geldt, in kringen van opinieleiders een einde neemt. Uiteraard bedoel ik niet dat misstanden waar dan ook niet aan de kaak gesteld moeten worden. Maar de kerk –mijn kerk– uitmaken zonder enige nuancering voor een misdadig instituut en dergelijke, reikt niet verder dan het ongeïnformeerde niveau van een scheldpartij.
Laat die opinie-elite zich tevens herinneren dat althans de meesten van hen –of het hun nu aanstaat of niet– toch cultuurchristenen zijn. Ook ongelovigen, agnosten, zelfs atheïsten zijn telgen van de Europese cultuur. Het is als met kinderen jegens hun ouders. Een periode zich tegen hen afzetten kan behoren tot volwassenwording. Maar kinderen, die ook op den duur niet willen weten van hun ouders, zijn niet volwassen geworden.
Dierbaar
Zich herinneren dat Europa in oorsprong een christelijke cultuur is, betekent zich bewust zijn van de bronnen waaruit die is voortgekomen – de joodse Bijbel, de Griekse wijsbegeerte, het Romeinse recht. Maar het betekent beslist ook de wijze waarop christenen met niet-christenen in Europa zijn omgegaan, opdat niet meer kan geschieden wat niet op grond van het christendom maar wel uit naam van het christendom aan slechts, minderwaardigs en erger in het verleden is geschied. Laat het berouw daaromtrent voortaan ook deel uitmaken van de identiteit van dit continent, opdat Europa aan eenieder dierbaar is.
De auteur is hoogleraar christendom, cultuur en media aan Tilburg University. Dit artikel is een bewerking van de afscheidsrede die hij gisteren heeft uitgesproken.