Kabinet scherpt regels draagmoederschap aan
DEN HAAG (ANP) – De regels ten aanzien van draagmoederschap worden aangescherpt om een aantal knelpunten op te lossen. Dat heeft het kabinet vrijdag besloten. Zo wordt voorgesteld dat draagmoederschap in het buitenland straks alleen wordt geaccepteerd als minstens één van de wensouders genetisch verwant is met het kind. Ook moet de andere genetische ouder bekend zijn.
Als geen van de ouders genetische verwantschap heeft met het kind, is volgens de regering adoptie eerder op zijn plaats.
De regering stelt daarnaast voor om in zaken van internationaal draagmoederschap aan te sluiten bij artikel 7 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Dat betekent dat een kind, voor zover mogelijk, het recht heeft zijn of haar ouder te kennen.
Daarnaast krijgt voorlichting op dit gebied meer aandacht. In overleg met het Openbaar Ministerie wordt bekeken of aanscherping van het handhavingsbeleid mogelijk en wenselijk is.
Ook in de toekomst wil het kabinet geen oordeel geven over de onkostenvergoeding die een buitenlandse draagmoeder ontvangt en de medische kosten die organisaties ervoor in rekening brengen. Dat komt omdat „in internationaal perspectief de definitie van geldelijke winst moeilijk is vast te stellen”, aldus een woordvoerder. In Nederland is het overigens niet strafbaar om geld te betalen en te ontvangen voor draagmoederschap.
Staatssecretaris Fred Teeven (Justitie) werd eerder door een groep Nederlandse draagmoeders opgeroepen met scherpere regels te komen. „Nu is het nog zo dat als wensouders tijdens of na de zwangerschap besluiten dat ze het kindje toch niet willen, de draagmoeder het moet houden”, liet één van initiatiefnemers destijds weten. „Terwijl het mogelijk biologisch niet eens haar eigen kind is. Als een kind bijvoorbeeld gehandicapt blijkt te zijn, kan dat gebeuren.”