Alleen de fractie van de Christen­Unie verzet zich tegen de plannen, zo bleek donderdag tijdens een commissievergadering in de Tweede Kamer. „Ouders blijken op een gewetensvolle manier thuisonderwijs te geven. Kinderen ondervinden geen nadelen in het vervolgonderwijs”, aldus CU-Kamerlid Ortega. Extra regelgeving is volgens haar dan ook niet nodig. Alle overige fracties stemmen in met extra regels. GroenLinks, SGP en de Partij voor de Dieren deden niet mee aan het debat.

Ouders die hun kinderen thuisonderwijs geven, moeten in de toekomst met een certificaat of diploma kunnen aantonen dat ze de Nederlandse taal voldoende beheersen. Voor buitenlanders die tijdelijk in ons land verblijven, komt een uitzonderingsbepaling, zo zegde de minister toe.

Verder moeten de ouders een plan van aanpak voor het thuisonderwijs indienen. Dat plan moet de goedkeuring hebben van deskundigen. Tevens moeten de ouders eenmaal per jaar mét hun kind een gesprek voeren met de leerplichtambtenaar.

De minister benadrukte dat het niet de bedoeling is dat de leerplichtambtenaar inhoudelijk gaat controleren of de kwaliteit van het onderwijs voldoende is. D66-Kamerlid Van der Ham zou dat wel willen, maar de bewindsvrouw benadrukte dat ze de ontheffing van de leerplicht niet wil belasten met allerlei inhoudelijke toetsingsregels. Dan zou de onderwijsinspectie erbij betrokken moeten worden.

Minister Van Bijsterveldt van Onderwijs gaat nu wetswijziging voorbereiden. Omdat ook advisering van de Raad van State nodig is, gaat het waarschijnlijk enkele jaren duren voor de nieuwe regels van kracht worden.

PvdA en D66 zouden het liefst af willen van het thuisonderwijs. Op dit moment kunnen ouders vrijstelling van de leerplicht krijgen als ze levensbeschouwelijke bezwaren hebben tegen de richting van de scholen in hun omgeving. Ruim 300 voornamelijk protestantse kinderen krijgen les van hun ouders.