„Risico uranium Irak onderschat”
Het ministerie van Defensie is onjuist geïnformeerd over de aanwezigheid van verarmd uranium in Irak. Dat beweert de militaire vakbond AFMP op basis van onderzoek door twee linkse onderzoeksgroeperingen. Volgens de bond gaat Nederland te veel af op Amerikaanse informatie dat er niet gevochten is in het gebied.
Als er toch gevochten is in de Irakese provincie Al-Muthana, bestaat de kans dat er gebruik is gemaakt van munitie met verarmd uranium, aldus de AFMP. Dat levert risico’s op bij aanraking. Bovendien kunnen zich in de lucht nog fijne stofdeeltjes bevinden die verarmd uranium bevatten. Wanneer dat wordt ingeademd, vormt het een potentieel risico voor de gezondheid, zo meent voorzitter W. van den Burg van de vakbond.
Ook als er niet gevochten is in de regio bestaat nog steeds de kans dat er radioactieve deeltjes in de lucht rondzweven, aldus de AFMP. Tijdens de Golfoorlog van 1991 is er namelijk wel gevochten in het gebied. De vakbond baseert zich bij haar stellingname op gegevens van onderzoeksbureau RISQ, een progressieve denktank over internationale vraagstukken, en de stichting LAKA, een studiecentrum van de antikernenergiebeweging.
De AFMP zegt dat nog onvoldoende duidelijk is wat de langetermijngevolgen zijn van contact met verarmd uranium. In de achterliggende jaren deden zich al gezondheidsproblemen voor bij veteranen uit de Golfoorlog van 1991 en de conflicten in het voormalige Joegoslavië. Daarbij kon echter zelden een directe relatie worden gelegd met het gebruik van verarmd uranium. De bond meent echter dat de Nederlandse militairen desondanks niet goed zijn voorgelicht over de mogelijke gevaren.
Stafmedewerker H. van der Keur van de stichting LAKA meent dat de voorschriften die Defensie heeft gemaakt voor de omgang met verarmd uranium „minimaal” zijn. „Er wordt gesproken van het dragen van stofmaskers. Maar bij contact met verarmd uranium is een gasmasker met een sterk filter wel het minimum dat je moet dragen.” Van der Keur zegt over stukken van het Amerikaanse leger te beschikken waarin de provincie Al Muthana wordt aangeduid als regio waar in 1991 geschoten is met uraniumhoudende munitie. „De voorschriften over de omgang daarmee waren toen ook veel stricter dan ze nu zijn. In de huidige trainingsschema’s zie je er niets van terug.”
Defensie ontkent intussen dat er sprake is van het nemen van onverantwoorde risico’s. Woordvoerder B. Visser kan zich de zorgen van de AFMP niet goed voorstellen. Hij zegt dat militairen instructies hebben om weg te blijven bij plaatsen waar geschoten is. „Sowieso raken we geen munitie aan. Dus kan er ook geen contact ontstaan met verarmd uranium. Wij gaan heel zorgvuldig met risico’s om. Weliswaar zijn er risicoplaatsen waar mogelijk fijn stof is dat verarmd uranium bevat. Maar het is niet zo dat de hele regio besmet is. Het is onze absolute overtuiging dat Al-Muthana wat dat betreft veilig is.”