Tessa de Loo worstelt met moreel dilemma
„Die torenspits stond nog recht overeind en wees naar God, wiens oog niets ontging. Weliswaar was hij uitsluitend de God van de mensen die in hem geloofden, maar toch…”, laat Tessa de Loo haar hoofdpersoon Michiel Klee in ”Verraad me niet” denken.
Het lijkt op de redenering van de volken om Israël heen in de tijd van het Oude Testament: je hebt goden van bergen, en goden van de vlakten. Zo heb je tegenwoordig goden voor moslims, christenen, hindoes en anderen. En wie niet wil, heeft geen god. Even goede vrienden… Dat ”de God van de christenen” in Zijn boodschap pretendeert dé God van hemel en aarde te zijn, is niet serieus te nemen, lijkt ook Tessa de Loo hier te willen zeggen.
De aantrekkingskracht van De Loos nieuwe boek ”Verraad me niet” ligt vooral op het morele vlak. De roman gaat over Michiel Klee, een jongen van 13 jaar die getuige is van het feit dat zijn broer een schapenboer uit hun dorp zo toetakelt dat hij in coma raakt en enkele dagen later overlijdt. De andere jongens en meiden van het vriendengroepje van Michiels broer lijken het vooral grappig of rechtvaardig te vinden; de alcohol beïnvloedt daarbij hun beoordelingsvermogen.
Ze spreken af om gezamenlijk dezelfde verklaring te geven: het was niet Michiels broer die het deed, maar een zwakzinnige jongen die er voor spek en bonen bij mocht zijn. Hij kan zich toch niet verweren. Inderdaad wordt hij na de eerste verhoren opgepakt.
Michiel is echter de zwakke schakel. Hij heeft alles gezien. Hij is geen stoere jongen en bovendien is hij bevriend met de zus van de zwakzinnige jongen die de schuld krijgt. Zijn broer zet Michiel stevig onder druk: Verraad me niet! Dat doen broers niet onder elkaar.
Het verhaal is spannend. Ten eerste omdat de lezer eerst met de morele dilemma’s van Michiel wordt geconfronteerd en daarna pas hoort wat er gebeurd is. Ten tweede omdat de spanning bij Michiel steeds groter wordt en de lezer zich afvraagt: wanneer breekt hij of wanneer wordt hem het zwijgen opgelegd?
Toch vind ik dat niet de grootste kracht van het boek. Sterker nog: eigenlijk vind ik het verhaal en de ontknoping wat simpel voor deze schrijfster van formaat, die ”De tweeling” op haar naam heeft staan. Ze legt tijdens het verhaal naar mijn smaak ook te veel uit, laat te weinig te raden over.
Het boeiende aan het verhaal vind ik de worsteling van een atheïstische jongen met de morele dilemma’s van goed en kwaad. Terwijl hij zich afvraagt wat hij moet doen, krijgt hij op school een tekst over chimpansees onder ogen. Hij vergelijkt het gedrag van de apen met dat van zijn broer en dan valt hem opeens in: „Het geweten, dat was waar het allemaal om draaide, het begrip waarnaar hij zo lang vergeefs had gezocht!” En een paar bladzijden later weet hij het nog beter: „Het geweten plaatste de mens boven het dier, meer dan alle uitvindingen van de laatste twintig eeuwen bij elkaar.” Vanaf dat moment voert hij ook gesprekken met zijn geweten. Dat ‘stemmetje’, waar Van de Hulst door velen om verguisd werd.
Maar is je besef van goed en kwaad nu aangeboren of moet je dat met vallen en opstaan verwerven? „Bestond er een onzichtbaar, ordenend principe of was alles gebaseerd op willekeur?” Tessa de Loo laat deze vraag in de lucht hangen en Michiel gaat toch maar tot daden over. Zo blijft er veel te denken over en daar had de schrijfster nog best een paar stappen in mogen zetten. Dat is, behalve het soms grove taalgebruik, een gemiste kans.
Boekgegevens
”Verraad me niet”, door Tessa de Loo; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 295 7872 1; 175 blz.; € 18,95.