Opinie

Bush en Blair

18 July 2003 11:41Gewijzigd op 14 November 2020 00:26

Bush en Blair zijn nog steeds trouwe bondgenoten. Naar buiten toe laten ze geen spoor van twijfel zien over hun oorlog tegen Irak. Die oorlog was gerechtvaardigd, ongeacht of ze het inzake de massavernietigingswapens bij het rechte eind hadden of niet, zo zei de Britse premier gisteren in zijn toespraak tot de beide huizen van de Amerikaanse volksvertegenwoordiging.Tegelijkertijd brokkelt de bewijsvoering die Bush en Blair begin dit jaar hebben gehanteerd om het volk te doordringen van het gevaar van Saddam Hussein en van de noodzaak om onverwijld militair in te grijpen, steeds meer af. De aanwijzingen dat Saddam pogingen in het werk stelde om uranium uit Niger te betrekken, blijken te zijn vervalst.

Geen wonder dat de geloofwaardigheid van zowel de Amerikaanse president als de Britse premier onder druk staat. Daarbij komt dat de bezetting van Irak voortdurend slachtoffers eist onder de geallieerde militairen. Elke dag is er wel een aanslag te melden.

Gemakkelijk stelt dat de militaire successen die dit voorjaar in korte tijd tegen Irak behaald werden, in de schaduw. Toch moet de betekenis van die overwinning niet onderschat worden.

Het Iraakse volk is door de Amerikaanse en de Britse troepen bevrijd van een gruwelijk regime, dat niet schroomde zijn eigen onderdanen met gifgas tegemoet te treden. Daarnaast maakte Saddam oorlog met zijn buurlanden Iran en Koeweit en moedigde hij Palestijnse zelfmoordacties aan.

Zowel voor Irak zelf als voor het Midden-Oosten is het een hele verbetering dat er een regimewisseling in Bagdad heeft plaats gevonden. Dat hebben we niet te danken aan de Franse president en de Duitse bondskanselier, maar aan hun Amerikaanse en Britse collega’s.

Dat neemt niet weg dat het verkeerd is om een goede zaak met leugens en bedrog te verdedigen. Politici tasten daarmee hun eigen geloofwaardigheid aan. Terecht is de publieke opinie daar gevoelig voor.

Zou de komende maanden de guerrillaoorlog van Saddams aanhangers of van fundamentalistische sjiieten tegen de geallieerde troepen in hevigheid toenemen, waardoor de kosten van de bezetting (in geld en in mensenlevens) steeds verder oplopen, dan zou de steun voor het Iraakse avontuur wel eens snel minder kunnen worden. Bush en Blair moeten dan voor hun politieke toekomst vrezen.

Van groot belang is daarom hoe de situatie in Irak zich ontwikkelt. Weten de Amerikanen een overgangsbewind in het leven te roepen dat enig vertrouwen heeft bij de Iraakse bevolking? Belangrijk is ook hoe het gaat met de welvaarts- en veiligheidssituatie in het land. Die is sinds de val van Saddam aanzienlijk verslechterd.

Pas wanneer de Irakezen merken dat er niet alleen een dictatuur verdreven is, maar ook de veiligheid op straat, een goede gezondheidszorg en behoorlijk onderwijs gegarandeerd zijn en er voldoende mogelijkheden zijn om een redelijk inkomen te verdienen, zal de steun voor die overgangsregering toenemen. Al blijft het ook dan moeilijk om met een bevolking die jarenlang monddood gemaakt is en weinig innerlijke samenhang vertoont, in korte tijd een levensvatbaar democratisch bestel op te bouwen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer