Ton & Ton en nog een Ton
Dordrecht, Dubbeldamseweg-Noord 50. Maandagmiddag vier uur. Samen met ds. J. Belder sta ik aan de balie van het servicecentrum van het Leger des Heils. Het is de plek waar op dat moment uitsluitsel gegeven wordt over wie er de komende nacht gebruik mag maken van de opvang in het slaaphuis aan het Kromhout.
Er zijn 28 slaapplaatsen weg te geven. Die middag moeten er zestien mensen teleurgesteld worden. Geen plaats voor hen. Zij en vele anderen zullen de nacht buiten moeten doorbrengen.
Rondje Dordt
Mijn collega en ik hebben die maandag een ”rondje Dordt” gedaan. Op uitnodiging en onder leiding van Hans Berrevoets, de gedreven voorzitter van het Platform Dak- en thuislozen Dordrecht. Het is een kille, gure dag, wat door de stevige wind extra winters aanvoelt. De voettocht gaat langs de meest gebruikte looproutes van de Dordtse zwervers annex verslaafden.
Drie locaties doen we die dag aan. We beginnen ’s morgens bij het inloophuis van De Hoop aan de Spuiweg. Het is een van de drie laagdrempelige opvangcentra voor dak- en thuislozen in Dordrecht. Opmerkelijk: alle drie hebben een duidelijk christelijke identiteit. In het inloophuis, dagelijks open van halfelf tot halfdrie, is het druk. Rond het middaguur wordt de lunch verstrekt. Maar niet dan nadat eerst de Bijbel opengaat en er gezamenlijk wordt gebeden. Een van de medewerksters gaat voor.
Voor ons tweeën gelegenheid om, ook met een bordje boterhammen en kroket, aan te schuiven bij de andere gasten. Om te informeren en vooral te luisteren. Zoals naar Ton, die zijn levensverhaal vertelt. Als exploitant van een eethuisje had hij een goedlopende zaak. Maar de klad kwam er in. In die tijd overleed ook nog zijn tweejarig dochtertje. Het een met het ander veroorzaakte dat zijn huwelijk op de klippen liep. Een nieuwe relatie strandde eveneens. Toen trok Ton zich terug uit de samenleving. Diep in het bos sloeg hij zijn tentje op. Veel jaren achtereen woonde hij daarin. Hij leefde van wat de natuur hem leverde. Na vijf jaren werd het anders. Hij kreeg een appartement aangeboden. Dat was even wennen. In het begin bleef hij wonen in zijn tent, maar nu opgeslagen in zijn nieuwe woonkamer. Inmiddels is ook die fase gepasseerd en heeft hij zijn rentree gemaakt in de samenleving. Blijkens zijn visitekaartje is hij nu „ervaringsdeskundig adviseur.” Maar in het inloophuis komt hij nog gedurig.
Opmerkelijk, mijn volgende tafelgenoot heet ook Ton. Deze Ton heeft elf maanden in een plastic tent gebivakkeerd. Nog maar kortgeleden. Ton vertelt over de wonderen van God in zijn leven. Door omstandigheden was hij in een diep zwart gat gevallen. Maar God heeft hem eruit gehaald. „Hoe weet je dat God dat deed?” „Dat zal ik u vertellen, meneer. Ik heb gebeden of ik een huis zou krijgen voordat het zou gaan vriezen. En weet u, na de eerste nacht in mijn huis was het buiten wit van de nachtvorst. Zeg nu zelf…” „Zal die God jou blijven helpen?” „Ik weet het zeker!”
Toename
De twee Tonnen boffen in vergelijking met veel anderen. Die moeten het nog steeds doen met een plekje buiten. Het aantal dak- en thuislozen in Dordrecht neemt de laatste tijd onrustbarend toe. Het wordt ons van alle kanten verteld. Zo ook op het volgende adres waar we die middag binnenlopen. Het is het Diaconaal Aandachtscentrum aan de Singel, een initiatief van gezamenlijke diaconieën uit de stad. Daar treffen we naast de vele bezoekers opnieuw een Ton aan. Ton Weiss is de coördinator van het centrum. Hij vertelt ons over dit werk. Evenals in het vorige inloophuis treft ons ook hier de warme betrokkenheid op de bezoekers.
„Wat is jullie drijfveer?” „Onze naam is onze missie. Wij willen aandacht geven aan wie daar behoefte aan hebben. Aan dak- en thuislozen en aan alle eenzame mensen. Wij willen voor hen een baken en rustpunt zijn. In naam van het Evangelie. Nadrukkelijk evangeliseren doen we niet. Maar van de Bron van ons werk maken we geen geheim. Met onze bezoekers praten we regelmatig over het geloof.”
Het is duidelijk: in Dordrecht wordt geprobeerd aandacht te geven aan mensen in de marge. Door De Hoop, de diaconieën, het Leger des Heils. „Ik probeer altijd met de ogen van Jezus naar de bezoekers te kijken”, zegt een vrijwilliger. Anders dan in andere steden wordt het werk van harte ondersteund door het gemeentebestuur.
Ik blijf nog even nadenken over die overeenkomst in namen. De twee thuisloze Tonnen aan de ene kant. Die andere Ton aan de andere kant. Voor de Heere zijn we allemaal gelijk. Straks zal het Kerst zijn. Het feest van Hem voor Wie geen plaats was in de herberg van Bethlehem. Die Zelf gekomen is om te zoeken en zalig te maken dat verloren is.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl