De Zwaan bood de verontschuldigingen aan in de Indonesische en in de Engelse taal vóór het monument dat aan de slachting onder mannelijke dorpelingen herinnert. Half september bepaalde de rechtbank in Den Haag dat Nederland aansprakelijk is. Negen nabestaanden krijgen een schadevergoeding van 20.000 euro per persoon. Medewerkers van de ambassade overhandigden de weduwen een houten bord met een windmolen en een palmboom met de tekst ’Eindelijk gerechtigheid voor het volk van Rawagede’ en de datum van de rechterlijke uitspraak.

De bij de zaak betrokken advocate Liesbeth Zegveld zei vrijdag in het dorp dat ook zij „als juriste en als burger excuses aanbiedt, ook al kan niemand de schade vergoeden van wat toen is gebeurd in het dorpje Rawagede.”

Rawagede ligt ten oosten van de hoofdstad Jakarta en heet tegenwoordig Balongsari.

De 93-jarige Anti Rukiyah, een van de weduwen, zei tegen het Franse persbureau AFP opgelucht te zijn over de excuses. „Aan de andere kant gebeurde het zo lang geleden, het maakt niet zo veel meer uit. Zolang ik genoeg eten heb en mijn kinderen gelukkig zijn, ben ik ook gelukkig”, zei Rukiyah.

Ongeveer 60 meisjes openden in witte hoofddoeken de ceremonie met het zingen van het volkslied. Vervolgens beschreven zij de pijn die de inwoners van het dorp sinds het bloedbad hebben gevoeld.

In 1948 noemde een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties het Nederlandse militaire optreden in Rawagede „opzettelijk en meedogenloos.” Nederland vocht in Nederlands-Indië, vooral op Java en Sumatra, tegen nationalisten. Die kwamen als winnaars uit de strijd, die van 1946 tot eind 1949 duurde. Op 27 december 1949 erkende Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië.