In de Joriskerk in Amersfoort staan geen fietsen meer
AMERSFOORT – „Voor het goede en vlotte verloop van de restauratie zij de Eeuwige dank. Op de daarvoor bestemde tijden en plaatsen zenden we die dank omhoog.” Dat zei H. Schoemakers, voorzitter van het college van kerkrentmeesters van de protestantse gemeente Amersfoort, donderdagavond in zijn dankwoord bij de officiele heropening van de Sint Joriskerk in de binnenstad.
De avond stond in het teken van een uitgebreid dankwoord aan alle betrokkenen, uitvoeringen van het Nieuw Bach Ensemble onder leiding van Krijn Koetsveld, het onthullen van een standbeeld van Jacob van Campen (1596-1657) en de presentatie van een boek over de Joriskerk, geschreven door K. Emmens. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan burgemeester L. M. M. Bolsius. Hij verklaarde terloops zijn band met de Joriskerk. Hij mag zich „ondanks de scheiding van kerk en staat” Deken van het Kapittel van Sint Joriskerk noemen. De middeleeuwse functie bestaat in Amersfoort nog steeds.
Stil wordt het als een paar tiental stemmen de grote Joriskerk vullen. Negenhonderd mensen luisteren met bijna ingehouden adem naar enkele Psalmen of het Gloria van Claudio Monteverdi, uit het Selva Morale e Spirituale uit 1640. De stemmen buitelen over elkaar heen bij het „Gloria in excelcis Deo”, „ere aan God in den hoge en op aarde.” Bijna slepend daarna: „Et in terra pax hominibus bonae voluntatis”, „en vrede op aarde voor mensen van goede wil.”
Multifunctioneel
De vernieuwde Joriskerk wordt een multifunctioneel gebouw, daar waren alle sprekers het over eens. Kerk, congrescentrum of tentoonstelling, de Joriskerk moet voor alle Amersfoorters wat wils bieden. Met name de verlichting, een nieuwe keuken, garderobe en toiletgroep maken de kerk geschikt voor allerlei andere groepen dan de kerkgangers die voor vespers of kerkdiensten de Joriskerk bezoeken.
In het oog vallen de nieuwe spotjes tussen de spitsbogen. Die hebben de kerk veel lichter gemaakt. Het interieur van de hallenkerk baadt in het licht. De schoonheid van de kerk is tot in het kleinste hoekje van de kerk te bewonderen. Zelfs tussen de gewelven kan de schaduw het heldere wit en zachte lichtbruin niet verdringen. Daarmee was donderdagavond de soms wat schemerige mystiek van de oude Joriskerk verdwenen.
De kerk is nog niet helemaal af. Hier en daar moet nog gewit worden. Kleine dingen verraden dat de kerk nog wat verbetering behoeft. Stukjes vloerbedekking zijn wat slordig ingeklemd tussen de vloer en de poten van de kerkbanken. De kroontjes om elektriciteitsdraden te verbinden zijn nog niet weggewerkt bij de kroonluchters.
De wijkgemeente Sint Joriskerk, overwegend behorend tot de Gereformeerde Bond, gebruikt de kerk al voor de officiële opening. Sinds 30 oktober komt de gemeente samen in de binnenstad. De wijkgemeente hoeft niet meer uit te wijken naar de Opstandingskerk en de Open Hof. Consequentie van het vernieuwde interieur is dat de fietsen niet meer in de kerk mogen geparkeerd worden tijdens de dienst. Een kerkenraadslid: „Dat was vroeger ook niet alles. Als fietsen vielen, deed dat de kerk geen goed. De fietsen staan nu ’s zondags buiten aan de Hof.”