Zakelijk bestuurder met een afkeer van ruzie
DEN HAAG – Liesbeth Spies (45), de vrouw die naar alle waarschijnlijkheid Donner gaat opvolgen als minister van Binnenlandse Zaken, heeft een ruime bestuurlijke ervaring en kent het Binnenhof als haar broekzak.
Acht jaar lang, van 2002 tot 2010, liep de huidige Zuid-Hollandse gedeputeerde dagelijks rond op die paar vierkante kilometer rond de Ridderzaal. Ze was toen lid van de CDA-Kamerfractie, waarvan ze de laatste drie jaar vicevoorzitter was.
De in Alphen aan den Rijn geboren en woonachtige Spies viel in Den Haag op door deskundigheid, collegialiteit en de ontspannen wijze waarop zij het politieke debat voerde.
Spies, gehuwd en moeder van twee dochters, houdt absoluut niet van ruzie. Zij heeft haar vooraanstaande positie in het CDA niet verworven door veel mediaoptredens of door zich inhoudelijk sterk te profileren –in het interne debat over samenwerking met de PVV heeft ze zich grotendeels op de vlakte gehouden– maar door vakkennis, fatsoen en door een tot nu toe nagenoeg foutloos optreden. „Kleurloos”, noemen sommigen haar. Anderen prijzen haar „altijd inhoudelijke benadering.”
Dat haar communicatieve vaardigheden –vijanden lijkt Spies in de politiek niet te hebben– door het CDA gewaardeerd worden, blijkt uit het feit dat zij ook nog enkele maanden, namelijk van november 2010 tot april 2011 interim-partijvoorzitter was.
Behalve het Binnenhof kent zij ook de provincie Zuid-Holland van haver tot gort. Van 1998 tot 2002 had ze er een leidinggevende functie. Daarvoor werkte ze vier jaar voor het Interprovinciaal Overleg (IPO).
Als zij inderdaad minister van Binnenlandse Zaken wordt, mag de protestantse Spies van de huidige bewindsman, Donner, onder meer de notitie over de verhouding tussen de verschillende grondrechten overnemen. Die notitie, die dit najaar naar de Kamer gestuurd zou worden en waarover het parlement vervolgens met het kabinet wil debatteren, is door het ministerie nog altijd niet afgescheiden.
Spies lijkt in deze discussie niet veel anders te staan dan Donner. Enige tijd terug gaf zij aan het van de zotte te vinden dat organisaties zoals Youth for Christ geen tweedelijnszorg mogen verlenen in een stad als Amsterdam. Dit soort organisaties levert goed werk en er zijn vaak veel vrijwilligers actief; waarom zou je die niet inschakelen, vindt de zowel in economie als in rechten afgestudeerde Spies.