Nieuwe afspraken voor hulp aan zwakke landen
BUSAN (ANP) – Overheden, ontwikkelingsorganisaties en particuliere geldschieters hebben nieuwe afspraken gemaakt om de hulp aan zwakke landen te verbeteren. Dat gebeurde woensdag tijdens een conferentie in Busan in Zuid-Korea.
De top werd mede geleid door staatssecretaris Ben Knapen (Ontwikkelingssamenwerking). De zogeheten New Deal moet leiden tot vrede, veiligheid en ontwikkeling in fragiele staten. Dat zijn landen met grote politieke en sociale spanningen, waarvan de bevolking de dupe is.
Volgens Buitenlandse Zaken leven in de hele wereld 1,5 miljard mensen in zulke staten, waar veel kinder- en moedersterfte voorkomt. „Verscheurd door geweld en het gebrek aan een effectieve overheid blijven deze landen ver achter bij alle ontwikkelingsdoelen. Via piraterij, vluchtelingenstromen en ondermijning van de internationale handel raken deze problemen de mondiale welvaart”, aldus Knapen.
Daarom is volgens hem een gezamenlijke aanpak nodig om de hulp aan die landen sneller en beter te maken. De staten zelf moeten werken aan onder meer de rechtsstaat en werkgelegenheid. Ruim 40 ministers uit landen als Afghanistan, Zuid-Sudan en Oost-Timor steunen de nieuwe afspraken, aldus Knapen. Hij hoopt dat nieuwe spelers in de ontwikkelingswereld, zoals China, en ook het bedrijfsleven zich aansluiten bij de afspraken.
Ontwikkelingssamenwerking is volgens Knapen allerminst overbodig, maar moet zich wel aanpassen aan veranderde omstandigheden. Het idee dat rijke westerse landen hulp bieden aan arme landen in Afrika en Azië heeft z’n langste tijd gehad. „De rol van staten wordt kleiner. Ngo’s, filantropen, bedrijven en opkomende economieën als China, India en Brazilië spelen een steeds grotere rol. Armen wonen in toenemende mate in snel groeiende middeninkomenslanden die zelf verantwoordelijkheid dragen om alle burgers te laten deelnemen in de vooruitgang.” Ontwikkelingshulp verandert volgens de staatssecretaris naar „een soort makelaarsfunctie voor internationale verantwoordelijkheid.”