Afghaanse vrouwen vrezen opmars taliban
Soms dient de toekomst zich aan in concrete gebeurtenissen. Zo werd twee weken geleden iets duidelijk over wat Afghanistan te wachten staat zodra de buitenlandse troepen zich daar hebben teruggetrokken.
Op donderdag 10 november sleurde een groep gewapende mannen een jonge weduwe en haar dochter hun huis uit in de stad Ghazni, gelegen even ten zuiden van Kabul. Ghazni staat op de lijst van steden waar de buitenlandse coalitietroepen van ISAF de beveiliging binnenkort overdragen aan het Afghaanse leger en de politie. Dat gebeurt op een moment dat de stad onder druk staat van talibanstrijders.
Vooruitlopend daarop laten de taliban hun invloed nu al gelden, zo ervoeren deze vrouw en haar dochter. De twee werden in de tuin van hun huis vastgebonden en met zware, scherpe stenen bekogeld, net zolang ze bloedend en bewusteloos ineenzakten. Vervolgens werden ze met een machinegeweer doodgeschoten.
Eerder die week hadden religieuze leiders in de stad de bevolking ertoe opgeroepen om iedereen die ze verdachten van immoreel gedrag aan te geven. Waarop algauw de namen van de vrouw en haar dochter naar voren kwamen. Ze zouden „overspel” hebben gepleegd. Als een weduwe zich hieraan bezondigt is er ook een getrouwde man in het spel, maar over hem is niets gemeld; dat geeft te denken.
Op dezelfde dag dat deze stenigingen bekend werden, liet de Europese Unie weten af te zien van de presentatie van een film over het leven van vrouwen in het van de taliban bevrijde Afghanistan (”In-Justice: The Story of Aghan Women in Jail”). De reden? Vanuit Brussel werd gemeld dat twee vrouwen in de film gevaar zouden lopen.
Waarnemers denken dat er iets anders achter steekt: Brussel is bang dat de negatieve boodschap van de film –de positie van vrouwen in Afghanistan is nog altijd belabberd– de goede relatie met de huidige Afghaanse regering onder druk zou zetten.
De vrouwen in de film zijn nauwelijks beter af dan seksegenoten die nog –of weer– onder de taliban moeten leven. Zo kreeg een 19-jarige vrouw die was verkracht twaalf jaar celstraf „omdat ze als getrouwde vrouw seksuele gemeenschap had gehad.” Ook hier ging de dader vrijuit. Uit andere bronnen is bekend dat ongeveer de helft van de 300 tot 400 vrouwelijke gevangenen in Afghanistan vastzit vanwege „morele misdaden.” Omdat Afghanistan een door mannen gedomineerde samenleving kent, laat het zich raden hoe krom –lees: vrouwvijandig– de rechtspraak achter deze vonnissen moet zijn.
Intussen blijkt uit deze twee voorbeelden hoe zwart-wit en dus vertekend de westerse kijk op Afghanistan is. De taliban zijn in deze optiek de ”bad guys” (de slechterikken); degenen die hen bestrijden zijn de goede jongens, de ”good guys”.
Het onderscheid tussen de twee is overigens ook in een ander opzicht vaag. Zo hebben Afghaanse mannen er geen enkele moeite mee om stuivertje te wisselen en dus van talibanstrijder regulier soldaat te worden, of andersom: om als westers opgeleide agent je kennis en kunde in dienst van de taliban te stellen – je wapen incluis. Al helemaal is het een illusie te denken –zoals Nederlandse SP-politici doen– dat politieagenten zich zullen beperken tot burgerlijke taken.
Scheiding maken tussen civiel en militair, tussen taliban en ‘gewoon’ Afghaan én tussen goede en slechte jongens, is een westerse hersenschim, waarvan Afghanen –en zeker de Afghaanse vrouwen– de dupe zijn.
Dat neemt niet weg dat veel Afghanen met vrezen en beven de toekomst tegemoetzien, nu de buitenlandse troepen zich terugtrekken en er een grote kans is dat de taliban oprukken. Vooral zij die met het Westen hebben samengewerkt moeten straks vrezen voor hun leven.
Maar de donkerste onweerswolk die boven dit tragische land hangt is de kans op een nieuwe, zich jaren voortslepende burgeroorlog, omdat Afghaanse milities de taliban te vuur en te zwaard gaan bestrijden.
Reageren? buza@refdag.nl