Heel de Schrift, zonder reserves
Titel:
”Standing Forth”
Auteur: Roger Nicole
Uitgeverij: Christian Focus Publications, Fearn, Ross-shire, Schotland, 2002
ISBN 1 85792 646 3
Pagina’s: 492
Prijs: £ 15,99, ongeveer € 36,-. De Zwitserse Amerikaan Roger Nicole is een van Amerika’s vooraanstaande gereformeerde theologen van na de Tweede Wereldoorlog. Sinds de oprichting van het onder Amerikaanse evangelicalen toonaangevende tijdschrift Christianity Today, in 1956, maakt hij deel uit van de redactie daarvan. Bij de Schotse uitgeverij Christian Focus Publications verscheen eind vorig jaar een bundel met een aantal artikelen van zijn hand, onder de titel ”Standing Forth”.
Twee aandachtsgebieden springen eruit: de Schrift en haar gezag en de betekenis en de reikwijdte van de verzoening.
Met betrekking tot het gezag van de Schrift onderstreept Nicole dat dit niet alleen betrekking heeft op geloof en levenswandel, maar op alles wat die Schrift ons meedeelt. Aardrijkskundige en in het bijzonder historische claims die ze doet, moeten zonder reserve worden aanvaard; waarbij wel moet worden beseft dat de Schrift geen wetenschappelijk traktaat is dat met wetenschappelijke precisie spreekt.
In Amerika spreekt men behalve over de ”infallibility” (onfeilbaarheid) over de ”inerrancy” (foutloosheid) van de Bijbel. Met dat laatste bedoelt men aan te geven dat het gezag van de Schrift op geen enkele wijze mag worden ingeperkt. Samen met onder anderen J. I. Packer was Nicole betrokken bij de oprichting van de ”International Council on Biblical Inerrancy”. Een van de vruchten daarvan was de ”Chicago Statement on Inerrancy”, een verklaring waaraan wereldwijd meerdere theologische scholen zich hebben gebonden om duidelijk te maken dat zij volstrekt ernst willen maken met het getuigenis van de Schrift, waarop dit dan ook betrekking heeft.
Harmonisatie
Nicole toont aan dat Calvijn uitging van de absolute onfeilbaarheid van de Schrift. Al kende Calvijn dat woord niet, wij mogen hem een voorstander noemen van wat in Amerika de ”inerrancy” wordt genoemd. Dat blijkt wel uit het feit dat de reformator schijnbaar tegenstrijdige schriftgegevens zoekt te harmoniseren. Hij ging ervan uit dat in de overgeleverde handschriften fouten zijn ingeslopen. Zo verklaart hij een aantal tegenstrijdigheden waarvoor hij geen harmonisatie weet.
Dat geldt bijvoorbeeld voor het vermelden van de naam Jeremia in Mattheüs 27:9. Afgezien van de vraag of men met Calvijn meegaat in zijn oplossing dat het hier om een overschrijffout gaat, laat dit zien dat hij niet wilde weten van historische onjuistheden in de oorspronkelijke handschriften van de Bijbel.
In een artikel waarin Nicole de schriftvisie van de bekende nieuwtestamenticus James Dunn vergelijkt met die van B. B. Warfield, maakt hij de behartigenswaardige opmerking dat het feit dat de boodschap van de Schrift gekleurd is door de tijd en de cultuur waarin zij oorspronkelijk ontstond, niets afdoet aan het absolute en eeuwig blijvende karakter ervan. Door deze zó gegeven boodschap wil God mensen en ook culturen vernieuwen.
Fundamentalisme
De artikelen van Nicole over de Schrift zijn ook voor onze Nederlandse situatie van groot belang. Ten onrechte wordt nogal eens onderscheid gemaakt tussen een fundamentalistische en een gereformeerde schriftvisie. Het fundamentalisme, zoals dat in de eerste decennia van de vorige eeuw in Amerika ontstond, verschilt in geestelijk klimaat van het klassiek gereformeerde christelijke geloof. Ten aanzien van de Schrift is er geen verschil in de kijk daarop als zodanig. Wel moeten we zeggen dat zogenaamde fundamentalistische christenen vaak weinig nadruk hebben gelegd op het innerlijk getuigenis van de Heilige Geest bij de beantwoording van de vraag hoe wij ertoe komen het volstrekte gezag van de Bijbel te aanvaarden, maar allereerst op uiterlijke bewijsgronden wezen.
Zeker is echter dat wij de boodschap van de Schrift niet kunnen behouden los van het aanvaarden van al datgene wat ons hierin is geopenbaard. Nicole wijst erop dat waarheid in de Schrift zowel de noties van betrouwbaarheid als van feitelijke juistheid in zich heeft. Wij mogen met een beroep op het persoonlijk karakter van de waarheid geen afbreuk doen aan het feit dat de waarheid een objectief karakter heeft.
Waar het gaat om de verzoening onderstreept Nicole dat deze allereerst op God gericht is. We doen tekort aan het getuigenis van Gods Woord als wij verzoenen slechts opvatten als het wegwissen van de zonden. De toorn van God is door de Heere Jezus Christus weggedragen. Andere aspecten van de verzoening, zoals het feit dat het offer van Christus ons tot liefde tot God en tot zelfverloochening dringen en wanneer de liefde Gods in ons hart wordt uitgestort ook metterdaad brengen, kunnen slechts op de juiste wijze functioneren vanuit het hart van de verzoening, en dat is dat Christus Zich plaatsvervangend in Gods gericht heeft gesteld.
Saumur
Nicole schreef zijn dissertatie over de theologie van Saumur. In deze theologie wordt de calvinistische leer van de verkiezing verbonden met de algemene verzoening. Volgens de theologen van Saumur is de verzoening algemeen in haar verwerving en particulier in haar toepassing. Nicole bestrijdt dat we de theologie van Calvijn zo mogen interpreteren. Calvijn heeft de vraag naar de reikwijdte van de verzoening niet als strijdpunt gekend. Duidelijk is dat hij heel uitdrukkelijk heeft geleerd dat allen die het Woord horen, tot de zaligheid worden genodigd. De algemene uitnodiging tot de zaligheid heeft echter als fundament geen algemene verzoeningsleer nodig. De Dordtse Leerregels, waarin nadrukkelijk de particuliere verzoening wordt geleerd, beklemtonen eveneens dat het Evangelie met bevel van geloof en bekering moet worden verkondigd.
Wanneer Calvijn op universele wijze over de verzoening spreekt, gaat het hem erom dat er slechts één weg van zaligheid is. Onjuist is de gevolgtrekking dat voor Calvijn de verzoening zelf algemeen is. Wanneer de reformator in verband met de verzoening spreekt over ”wij” en ”ons”, gaat het om de gelovigen. Daarbij zijn er binnen de christelijke gemeente leden die belijden met God verzoend te zijn, maar voor wie dat geen werkelijkheid is.
Zeker is dat het spreken van Calvijn over de genade van God een particulier karakter draagt. Beza, Zanchius en Perkins, die welbewust de particuliere verzoening leerden, zijn zich nooit bewust geweest dat zij hierin andere lijnen trokken dan Calvijn. De theologen van Saumur waren de eersten die aan Calvijn toeschreven dat deze een algemene verzoening leerde. Nicole toont overtuigend aan dat dit ten onrechte is.
Plaatsvervangend
In de lijn van de zeventiende-eeuwse critici van de theologie van Saumur, zoals Moulin, Rivet en Spanheim, beargumenteert Nicole dat de leer van de algemene verzoening afbreuk doet aan het volstrekt plaatsvervangend karakter van het offer van Christus. Christus kan in deze zienswijze niet in de volle zin van het woord de straf hebben weggedragen. Hij heeft de zonde verzoenbaar gemaakt; of zij metterdaad wordt verzoend hangt af van het geloof van de mens. Zo ondergraaft de leer van de algemene verzoening de werkelijkheid dat de grond van de zaligheid en van de verzoening geheel buiten de mens ligt.
Het zal duidelijk zijn dat ik het boek van Nicole niet alleen met belangstelling, maar ook met instemming heb gelezen. Ik moet eerlijkheidshalve vermelden dat ik een uitzondering moet maken voor het een na laatste artikel, dat betrekking heeft op de plaats van de vrouw in kerk en samenleving. Dat doet naar mijn vaste overtuiging geen recht aan de fundamentele plaats van de scheppingsorde.
Terecht wijst Nicole erop dat de heerschappij van de man over de vrouw, zoals Genesis 3:16 daarover spreekt, staat in het teken van de zondeval en van het onjuiste gedrag van de man. Dat de oproep in de apostolische brieven aan de vrouw om zich aan de man te onderwerpen en hem te gehoorzamen slechts zou staan in het teken van de hardheid van het hart van de man, is echter onmogelijk staande te houden. Sinds de zondeval is de man geneigd zijn positie als leidsman van de vrouw te misbruiken, maar dat neemt niet weg dat hij recht heeft op gehoorzaamheid. Dat wordt onderstreept door het feit dat de verhouding van man en vrouw, inclusief de gehoorzaamheid die de vrouw aan de man verschuldigd is, in de Schrift een beeld is voor de verhouding tussen Christus en Zijn kerk.
Het laatste artikel is weer zeer helder. Duidelijk brengt Nicole naar voren dat degenen die zalig worden in dit leven Christus hebben leren kennen. De Schrift geeft geen aanleiding voor de gedachte dat er zaligheid buiten Christus is, noch dat mensen na dit leven nog een keer tot bekering komen.