De Huygensprijs is een oeuvreprijs die sinds 1947 jaarlijks wordt uitgereikt. Volgens de jury is Van der Heijden „er in 33 jaar schrijverschap als geen ander in geslaagd om de wereld met een literaire blik te bezien. In zijn romans kan alles literatuur worden.” Aan de prijs is een bedrag van 10.000 euro verbonden.

De Jan Campert-prijs, die jaarlijks wordt uitgereikt aan een bijzondere dichtbundel, gaat naar Erik Spinoy voor zijn bundel Dode Kamer. Spinoy schreef volgens de jury „fascinerende gedichten waarin de lezer zich beweegt tussen flitsen van herkenning en vervreemding.”

Aan auteur Gustaaf Peek wordt dit jaar de F. Bordewijk-prijs voor verhalend proza toegekend, voor zijn roman ”Ik was Amerika”. Volgens de jury dompelt Peek „zijn lezers onder in een deelaspect van de Tweede Wereldoorlog dat voor de Nederlandse literatuur volkomen nieuw is: krijgsgevangenkampen voor Duitsers in de VS.”

De Nienke van Hichtum-prijs voor jeugdliteratuur, die eens in de 2 jaar wordt uitgereikt, gaat naar Benny Lindelauf voor zijn boek De hemel van Heivisj. De jury omschrijft het werk als „een overrompelend gelaagd boek dat zich niet onder één noemer laat vangen.”

De driejaarlijkse G.H. ’s-Gravesande-prijs voor bijzondere literaire verdiensten 2011 gaat naar de Amsterdamse literaire Stichting Perdu. De organisatie presenteert volgens de jury „in een intiem theater eigenzinnige programma’s, die gekenmerkt worden door een hoge kwaliteit en een internationale blik op ontwikkelingen in de literatuur.”

Aan de laatste vier bekroningen is een bedrag van 5000 euro verbonden. De uitreiking van alle prijzen heeft plaats op 22 januari in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. De Jan Campert Stichting zet zich al ruim 60 jaar in voor de bevordering van de Nederlandse taal- en letterkunde.