Verbazingwekkende veerkracht
Titel:
”Een eeuw joods leven. Een fotografische geschiedenis van de joden in de 20ste eeuw”
Auteur: Martin Gilbert
Uitgeverij: Tirion, Baarn, 2001
ISBN 90 4390 215 2
Pagina’s: 376
Prijs: € 36,90. De twintigste eeuw heeft aan de kroniek van de Joodse geschiedenis een dikke stapel zwarte bladzijden toegevoegd. Boze machten maakten zich in de vorige eeuw kennelijk op om dat volk zo mogelijk tot de laatste persoon uit te roeien. Ondanks de holocaust lieten de Joden het hoofd niet hangen. De optimisten ontwikkelden een verbazingwekkende veerkracht.
Lezend, en vooral kijkend in het boek ”Een eeuw joods leven” van de befaamde Joodse historicus dr. Martin Gilbert dringt zich een wereld van gedachten en indrukken op. De geschiedenis van het wereldwijde Jodendom heeft bijna iets geheimzinnigs. Boeken hierover roepen die sfeer althans vaak op.
Dat geldt absoluut voor het nieuwste werk van Gilbert. Tussen de kaften is een grote hoeveelheid prachtige foto’s gebundeld. Elke plaat vertelt zijn verhaal. De intense aandacht van Jemenitische Joden voor de bestudering van de thora, uitputting als gevolg van een wrede pogrom in Polen, de vrolijkheid op een bruiloft in Jeruzalem. De vastberaden ernst op het gezicht van partizanen in Zuid-Frankrijk, de vreemde blik in de ogen van een naar Eretz Israël geëmigreerde Arabische Jodin. En de zelfverzekerdheid van rebbe Schneerson. Die ogen, ze zijn de spiegels van het rijk der ideeën. Ze laten veel over aan de fantasiewereld van de kijker.
Martin Gilbert leidt de gedachten met zijn welsprekende pen in goede banen. Met lichte tred wandelt hij bijna speels door de geschiedenis van zijn volk in de pas vervlogen eeuw. Met recht kan hij een autoriteit worden genoemd. De in Londen geboren en aan de universiteit van Oxford geschoolde historicus heeft tientallen boeken op zijn naam staan. Zijn ster rees na de publicatie van een achtdelige Churchill-biografie. Verder schreef Gilbert atlassen van de Amerikaanse, Britse, Russische en Joodse geschiedenis, een driedelige serie over de geschiedenis van de twintigste eeuw, titels over de Eerste en Tweede Wereldoorlog, over Auschwitz en Jeruzalem. Opvallend is ook zijn ”Boys, The Story Of 732 Young Concentration Camp Survivors”.
Wat is eigenlijk het Jodendom? Een godsdienst, een ras, een volk? Of alledrie? Volgens de rabbijnen ben je een Jood als je een Joodse moeder hebt. Hitler vond dat je al bij het Joodse ras hoorde als je ten minste één Joodse grootouder had. Dat was althans de leidraad van zijn satanische Endlösungsprogramm.
Stempel
Gilbert heeft in ”Een eeuw joods leven” aandacht voor alle Joden, of ze nu naar de synagoge gaan of niet, en waar ze ook wonen. Ze hebben tijdens de twintigste eeuw hun stempel gedrukt op de omgeving en de cultuur waarin zij leefden. „Dit boek wil de strijd, de hoop en de verworvenheden van alle Joden in ieder land vastleggen en gedenken.”
Dat de Joden door de eeuwen heen Jood konden blijven, heeft alles te maken met hun bijzondere onderwijstraditie. Studie en onderricht in de thora vormen tot op de dag van vandaag een beproefde fundering onder het Joodse bestaan. In Palestina en Litouwen, tot in de meest verafgelegen streken, onderhielden gemeenschappen hun kennis van het bijbels Hebreeuws. Leren doen orthodoxe Joden hun leven lang. Al op zeer jonge leeftijd zijn ze te vinden in Beit Midrasj, het leerhuis. De kleintjes met grote ogen in kleermakerszit op de grond, luisterend, nazeggend. Oude, bebaarde grijsaards luisterend, lezend en discussiërend.
Ondertussen spreken ze gewoon de taal van het land van hun vreemdelingschappen: Russisch, Engels, Arabisch, Turks, hoewel ze ook eigen talen ontwikkelden. Het Ladino, gesproken door het sefardische Jodendom, wortelt in het laatmiddeleeuwse Spaans. Het Jiddisch stamt uit het vroegmiddeleeuwse Duits en is bij uitstek het communicatiemiddel van de asjkenazische Joden. In de afgelegen dalen van de Kaukasus spraken de Joden rond het begin van de vorige eeuw Judaeo-Tat, een 2000 jaar oude taal die dat zijn oorsprong had in de Joodse gemeenschappen in Perzië. (Tussen haakjes: ook het Esperanto is een Joods product.) Tijdens onderlinge bijeenkomsten echter fungeert het Hebreeuws in spreken en zingen als een samenbindende factor.
Verreweg de meeste van de 20 miljoen Joodse wereldburgers woonden aan het begin van de vorige eeuw in de diaspora. Amsterdam telde een gemeenschap van 60.000 Joden, New York spande de kroon met een populatie van bijna 5 miljoen. In Amerika wonen nog steeds zeer veel Joden, maar in Europa hebben de onbesnedenen zich zoals bekend massaal vergrepen aan de ”knecht des Heeren”. Heeft het begrip ”holocaust” niet alles te maken met ”brandoffer”?
Nobelprijswinnaars
Waar Joden ook heentrokken of naartoe werden verdreven, overal kwamen ze terecht in de bovenlaag van de maatschappij. Ze verkeerden in militaire en juridische kringen, waren betrokken bij kunst en literatuur, nijverheid en handel, bankwezen, industrie en wetenschap. Marks legde samen met de niet-Jood Spencer de basis voor de succesvolle keten Marks & Spencer, de adellijke De Rothschilds waren invloedrijke bankiers en filantropen die tal van kibboetsen en werkgelegenheidsprojecten in Israël financierden, André Citroën begon in 1908 automobielen te bouwen, de liberale Frankfurter Zeitung van Leopold Sonnemann werd een van de invloedrijkste kranten van Duitsland.
Meer dan de helft (139) van alle Nobelprijswinnaars bestaat uit Joden. Om slechts een paar namen te noemen: Albert Einstein (1921, bedenker van de relativiteitstheorie), Niels Bohr (1922, atoomgeleerde), Henry Bergson (1927, filosoof), Nelly Sachs (1967, schrijfster), Eli Wiesel (1986, Auschwitz-overlevende) en Yitschak Rabin (1994, ex-minister-president van Israël).
Niet alle Joden waren overigens succesvol. In Rusland, Polen, Oekraïne en Oostenrijk-Hongarije leden ze vaak gebrek. Armoede en discriminatie bezorgden het zionisme van Theodor Herzl een rijke voedingsbodem. In 1897 had het eerste Zionistische Congres plaats. In datzelfde jaar werd ook de Bund, een Joodse vakbond voor Polen, Rusland en Litouwen opgericht. De leden ervan streden voor sociale gerechtigheid en tegen een status aparte voor de Joodse bevolking. De Bund had zich buitengewoon ingezet voor de Russische Revolutie van 1917, maar toen die een feit was, kwam er een acuut verbod op de beweging. In deze woelige periode met haar fel bruisend antisemitisme, vertrokken 2,5 miljoen Oost-Europese Joden naar Amerika. Tijdens een bezoek van Theodor Herzl in 1905 aan Rusland, vertelde minister-president graaf Witte hem ijskoud dat hij tsaar Alexander III had geadviseerd om 6, 7 miljoen Joden te verdrinken in de Zwarte Zee!
Spoorwegen
Ondanks alle aan hen opgelegde beperkingen droegen Joden in Rusland bij aan ontwikkelingen op sociaal, literair, wetenschappelijk en economisch gebied. Samuel Poliakov bijvoorbeeld was een van de grootste investeerders in de aanleg van het spoorwegennet, dat grote delen van het immense Russische rijk ontsloot.
In De Journalist van 2 november 2001 geeft ex-hoofdredacteur van het Nieuw Israëlitisch Weekblad Tamarah Benima een verklaring voor het feit dat zoveel leden van haar volk tot de intelligentsia behoren. „Het jodendom is een beschaving die begint en eindigt met taal. En vooral met de interpretatie van taal. Joden zijn oververtegenwoordigd in beroepen waarin het op interpretatie aankomt: medicijnen, advocatuur, muziek, journalistiek. (…) Je hebt als Jood vaak een buitenstaanderpositie. Zelfs als je dat niet wilt; het wordt je opgedrongen. Maar ook uit jezelf heb je een zekere distantie, op grond van je historische ervaringen. Wat is dit voor een maatschappij, wat gebeurt er? Je bent voortdurend alert of je weer weg moet.”
Nadat de geallieerden Hitler verpletterend verslagen hadden slaakten de Joden overal ter wereld een zucht van verlichting. De weeën van het barre wereldgebeuren stuwden duizenden Joden naar Palestina. Om de Britse immigratiebeperkingen direct na de Tweede Wereldoorlog te omzeilen, smokkelde de clandestiene organisatie Bricha (ontsnapping) talloze Joden vanuit Europa Palestina binnen. De Irgoen begon tegelijkertijd in Palestina een terreurcampagne tegen de daar aanwezige Britse troepen.
De Engelsen onderschepten in 1946 en 1947 op de Middellandse Zee ruim 51.000 Joden die op weg waren naar het Beloofde Land. Ze kwamen in interneringskampen op Cyprus terecht. Nadat de Britse marine het Hagana-schip Exodus in juli 1947 enterde, stuurde ze de opvarenden linea recta terug naar Frankrijk. Omdat niemand van boord ging, voer de boot door naar Hamburg. Vandaar werden de Joden in een geblindeerde trein naar een strafkamp in Poppendorf in Duitsland gebracht. Ondanks alles leidde Ben Goerion op 14 mei 1948 de ondertekening van de onafhankelijkheidsverklaring van de staat Israël.
Palestijnen
Gilbert concludeert: „Een eigen land na 2000 jaar. Vrede met de buurlanden Egypte en Jordanië. Een definitieve verzoening met de Palestijnen -de grote droom- is echter tot groot verdriet van vele Joden nog steeds niet mogelijk gebleken. Mozes hield de kinderen van Israël op hun doortocht door de woestijn voor: Kies dan het leven (…) met alle strijd en beproevingen die erbij horen. Dat blijft de uitdaging voor Joden overal ter wereld - hun opdracht en hun kans.”
Toen een vorst zijn hofprediker vroeg om een bewijs van het bestaan van God, zou die slechts geantwoord hebben: „De Joden, sire.”