Godsdienstvrijheid graadmeter voor Arabische lente
Als de godsdienstvrijheid in een land onder druk staat, is dat een teken dat er veel meer aan de hand is met de rechtsstaat, betogen Joël Voordewind en Chris van Dam. Het is daarom beter om wereldwijd in te zetten op godsdienstvrijheid en mensenrechten, dan op democratie.
De traangaswalmen van de vorige revolutie zijn nog niet opgetrokken op het Tahrirplein, of het plein wordt alweer bedwelmd door traangas. De geschiedenis lijkt zich te herhalen in Egypte. Het land glijdt langzaam maar zeker af naar een autoritair bewind zonder rechtsstaat. Dat werd het afgelopen weekeind weer duidelijk toen het leger een demonstratie met harde hand neersloeg. Het gevolg: ruim dertig doden en tientallen gewonden. Het land, geleid door een militair bewind, zit niet te wachten op internationale waarnemers bij de komende verkiezingen, laat staan een onafhankelijk onderzoek naar de demonstraties in de afgelopen tijd.
Godsdienstvrijheid is te beschouwen als de koningin der vrijheden. Deze stelling stuit nogal eens op verzet van progressieve en liberale opvattingen over godsdienstvrijheid. Deze vrijheid zou alleen betrekking hebben op de persoonlijke omgeving en niet daarbuiten. Zo stelde minister Rosenthal van VVD-huize naar aanleiding van Kamervragen over vervolgde christenen in Iran: „Zolang men binnen deze grenzen opereert –niet actief naar buiten treden en geen bekeringsactiviteiten ontplooien– lijkt er geen sprake van actieve vervolging door de Iraanse autoriteiten.” Speelt de minister, wellicht onbedoeld, hiermee regimes in het Midden-Oosten niet juist in de kaart? Kopten in Egypte stellen bijvoorbeeld terecht dat geloofszaken niet beperkt blijven tot de binnenkamer en particuliere aangelegenheden. Ze zijn collectief, raken het hele leven en zijn van buitenaf merkbaar en zichtbaar.
Opvallend is bovendien dat wanneer het in een land slecht gesteld is met de geloofsvrijheid, er veel meer aan de hand is. Een gebrek aan godsdienstvrijheid is een graadmeter voor een belabberde toestand van de democratie, een slechte rechtsstaat en inperking van algemene vrijheden. Het is een teken aan de wand.
Beerput
De recente ontwikkelingen in Egypte zijn hiervan een goed voorbeeld. De gruwelijke gebeurtenissen in Caïro maakten een omslagpunt duidelijk, zowel in Egypte als in de westerse landen. Het neerschieten van betogers, het inrijden door het leger op de kopten en de grote verontwaardiging die dat opriep, legde de vinger bij de zere plak van een samenleving zonder rechtsstaat, een autoritair militair bestuur en de opkomst van fundamentalistische islamitische groeperingen in politiek Egypte.
Maar daar blijft het niet bij. Bij de komende verkiezingen zijn internationale waarnemers niet toegestaan. Het militaire bewind wil geen pottenkijkers en helemaal geen onafhankelijk onderzoek naar de demonstraties van de kopten. Het Egyptische bewind keurt liever zelf zijn vlees en wil de touwtjes in handen houden. Reden voor de ChristenUnie om dit weekeinde met een eigen delegatie aanwezig te zijn in Caïro om te bezien hoe de vrije verkiezingen verlopen en uit zullen pakken voor bijvoorbeeld de kopten.
Het feit dat na de Arabische lente in Tunesië en Libië christenen deze landen verlaten, laat zien dat er in beide landen op het gebied van mensenrechten en democratie weinig goeds te verwachten is. De invoer van de shariawetgeving en de opkomst van een islamitische monocultuur werpen hun schaduw vooruit. In Tunesië heeft de islamitische fundamentalistische partij Ennahda de verkiezingen met een ruime meerderheid gewonnen. In Libië wordt het verbod op polygamie opgeheven. Beide landen voeren de sharia in als basis voor de wetgeving. Shariawetgeving en rechtsstaat zijn niet te verenigen, religieuze minderheden worden vervolgd en gediscrimineerd en vrouwen worden als tweederangsburgers gezien. Wat dat betreft is beperkte godsdienstvrijheid een indicator dat er meer speelt.
Dictatuur van de meerderheid
Het bovenstaande werd enkele weken geleden bevestigd door de Syrische patriarch Ignatius Yusef Yanan. Het Westen moet niet zozeer de nadruk leggen op democratie, maar juist op godsdienstvrijheid en mensenrechten, zo benadrukte hij. Zonder dit belangrijke recht loopt de democratie het gevaar te verworden tot een dictatuur van een religieuze meerderheid. Dit is exact de reden waarom de ChristenUnie strijdt voor het recht van godsdienstvrijheid en de opbouw van de rechtsstaat. Democratie is een goed streven, maar een democratie zonder rechtsstaat kan verworden tot een dictatuur van de meerderheid waarbij de rechten van religieuze en niet-religieuze minderheden met voeten getreden worden.
De ChristenUnie wil zich hard maken voor het bevorderen van godsdienstvrijheid in vele landen. We willen de noodklok luiden vanwege het discrimineren, mishandelen en vastzetten van christenen omwille van hun geloof. Wereldwijd worden 100 miljoen christenen vervolgd, gediscrimineerd, mishandeld, vastgezet of zelfs vermoord. Zo ook Asia Bibi, die Jezus boven Mohammed stelde. De Pakistaanse autoriteiten waren woedend. De Pakistaanse blasfemiewet kent in dit geval de doodstraf. De kans is groot dat Asia ter dood wordt veroordeeld, of dat ze vermoord wordt zodra ze vrijkomt.
Godsdienstvrijheid is geen rustig bezit, niet in Nederland maar al helemaal niet elders ter wereld. Laten we bidden voor hen die vervolgd worden, in het bijzonder voor ruimte en vrijheid voor de kopten. Opdat zij hun geloof openlijk mogen belijden.
De auteurs zijn respectievelijk lid van de Tweede Kamer en fractiemedewerker voor de ChristenUnie.