Oud-premier Mark Eyskens van België: Ons land zwalpt, maar komt boven

Oud-premier Mark Eyskens van België noemt de toestand in zijn land complex. Maar vroeger was de strijd heftiger. „België is multicultureel sinds Julius Caesar. Dat wis je niet in één pennenstreek uit.”

Mark Wallet
25 November 2011 19:04Gewijzigd op 14 November 2020 17:53
Foto RD, Henk Visscher
Foto RD, Henk Visscher

En weer reed een Belgische formateur deze week naar de koning om zijn ontslag in te dienen. België zit inmiddels 530 dagen zonder regering. Financieel deskundigen zien zwarte wolken hangen boven de zuider­buren. ”Eén voor twaalf voor België”, kopte een Vlaamse krant deze week.

Ja, België heeft zijn problemen. Oud-premier Mark Eyskens (1933) zal het niet ontkennen. Hij is er zelf het levende bewijs van: tussen 1976 en 1992 zat hij in niet minder dan dertien verschillende kabinetten. „De situatie is problematisch”, zegt hij in de studeerkamer van zijn woning in Heverlee, de lommerrijke buitenplaats van universiteitsstad Leuven. „Maar we hebben wel heftiger problemen gehad tussen Walen en Vlamingen dan nu.”

Noemt u eens iets?

„Neem de toestand rond het dorp Voeren in de jaren tachtig. Dat was een idiote geschiedenis. Er was een Waalse burgemeester gekozen, die vervolgens pertinent weigerde één woord Nederlands te spreken. De man is uiteindelijk vervangen door een burgervader die wel Nederlands sprak, maar het had heel wat voeten in de aarde. Ja, dat was zeer ernstig.”

Maar dan begint Eyskens te lachen. Hij vertelt dat hij in die tijd minister van Buiten­landse Zaken was en op bezoek moest bij de premier van India. Hij komt daar en ziet op het bureau van de premier The Times of India liggen, met op de voorpagina in grote letters ”Hevige rellen in België”. Daarbij een foto van de rijkswacht te paard die een menigte demonstranten verjaagt.

Eyskens grinnikt, gaat ervoor zitten: „Vraagt die man aan mij: „Is er een revolutie in uw land? Hoeveel mensen zijn er gedood?” Ik zeg: „Nee, nee, er is niemand gedood, er waren alleen een paar bloed­neuzen.” Dat was voor die man al zeer ontgoochelend. Maar dan vraagt hij: „Hoeveel mensen wonen er eigenlijk in die streek? Vijf of tien miljoen?” Ik zeg: „Nee, nee, zo’n 3000.” Toen was ik mijn prestige natuurlijk helemaal kwijt. Als er daar in India in een afgelegen regio met 10 miljoen inwoners 
20 doden vallen, haalt het de krant niet eens. Ja, dat relativeert, hè.”

De toestand in ons land is hopeloos, evenwel niet ernstig, heeft u ooit gezegd.

Lachend: „Ha, ja, dat is een beetje cynisch. Ik bedoel: we zitten nu al een tijd zonder regering, maar het gaat er nog relatief gezapig aan toe. De regering die is belast met de lopende zaken doet het eigenlijk vrij goed, wat natuurlijk komt doordat we zijn ingebed in Europa.”

Een nationale regering lijkt in België van steeds minder belang, zeggen sommigen van uw landgenoten opgetogen.

„Maar dat vind ik toch een oppervlakkige beschouwing. Wij gaan dit duur bekopen, hè. Nu vliegen we op de automatische piloot, maar een vliegtuig dat daarop blijft vliegen, crasht een keer. Hier in België hebben we nog niets ondernomen om het probleem van de vergrijzing op te vangen. Iedereen weet dat we over twee of drie jaar problemen gaan krijgen met de financiering van de pensioenen. Als er geen regering komt die dat aanpakt, loop je tegen de muur.”

Wat is het probleem van België?

„Hier ontbreekt een wij-gevoel, dat zal bekend zijn. Ik vind echter wel dat je dat moet nuanceren. Ik heb grote bezwaren tegen de uitlatingen van Bart De Wever (leider van de Vlaams-nationalistische partij NVA, MW), als zou België eigenlijk uit twee volken bestaan. Uit sociologische onderzoeken blijkt dat zowel Vlamingen, Walen als Brusselaars zich toch verbonden voelen en gemeenschappelijke waarden delen. Eigenlijk vinden ze België allemaal een fijn land: gezellig, gemoedelijk, niet arrogant en welvarend. Alles bij elkaar een hoge kwaliteit van leven.”

Maar die welvaart komt dan wel vooral op het conto van Vlaanderen.

„Ja, dat is nu precies het probleem van België. Wallonië heeft nog altijd af te rekenen met de gevolgen van de sluiting van de steenkoolmijnen en de staalfabrieken. Dat is Wallonië nog altijd niet te boven.

Men kan de Walen natuurlijk verwijten dat ze traag op gang zijn gekomen om van zo’n economie over te schakelen. Dat duurt nu al zo’n 25 jaar, maar het is ook geen gemakkelijk proces. Sommigen in Vlaanderen vinden het nu echter wel welletjes. Ze zeggen: België is een koe die zich voedt op de vette weiden van Vlaanderen, maar in Wallonië gemolken wordt. Dat moet maar eens afgelopen zijn.”

Begrijpt u dat?

„Natuurlijk begrijp ik dat. Maar het is een puur instinctieve reactie. Het zijn allemaal simplismen. De werkelijkheid is dat Vlaande­ren ook armere gebieden kent, en die profiteren ook van de welvaart van de rest van Vlaanderen. En wist u dat de rijkste provincie van België Waals-Brabant is? Vergeet ook niet dat in het verleden het zuiden welvarender was dan Vlaanderen, dus toen waren de rollen omgekeerd.”

Kan splitsing een oplossing zijn?

„De gewesten krijgen steeds meer bevoegdheden, maar alle grote debatten hebben uiteindelijk plaats in het federale parlement. Dat komt omdat die allemaal te maken hebben met Europa of de internationale gemeenschap. Bart De Wever zegt dat België verdampt, en dat ben ik in zekere zin met hem eens. Maar ook Nederland, Frankrijk en zelfs Duitsland zullen voor een stukje verdampen. Dat is de prijs die we moeten betalen voor meer Europa. Maar wanneer we België splitsen, zullen de afzonderlijke delen nog veel sneller verdampen. In dat licht is het grote nonsens om te streven naar een onafhankelijk Vlaanderen.”

Wellicht is er verband tussen de opkomst van Europa en van nationalistische partijen.

„Dat verband is er zeker. Veel mensen beseffen onvoldoende hoezeer de wereld is veranderd. Hoe de wereld één wordt in pijn en smarten – dat is bijna een Bijbels verhaal. Het maakt de toekomst echter onzeker en dat boezemt veel mensen angst in. En dan gaat men op zoek naar een zondebok en die vindt men al snel bij de migranten. Daar­tegenover zet men dan nestwarmte, de eigen zuivere cultuur.

Maar dat zijn allemaal verbindingsmecha­nismen die het probleem alleen maar verergeren en waar bovendien een pervers element in schuilt dat ingaat tegen ethische waarden. Een zuivere cultuur is in België al helemaal nonsens. We zijn hier multi­cultureel sinds de tijd van Julius Caesar. Dat wis je niet uit met één pennenstreek.”

Eyskens gaat verzitten en steekt zijn vinger op: „Multiculturaliteit is een onomkeerbaar feit. Daar moeten de mensen in België, maar ook elders in Europa maar mee leren leven. Over veertig jaar vormen de Europeanen naar verwachting nog maar 5 procent van de wereldbevolking, van wie ten minste 30 procent van origine van buiten Europa komt. Als we onze kinderen en klein­kinderen niet leren samen te leven met 
95 procent van de wereldbevolking, behoren ze tot de verloren generatie.”

Hij zwijgt even en voegt er dan met pretoogjes een typische Eyskens-volzin aan toe: „Europa is aan het verschrompelen tot een klein schiereiland dat daar bengelt aan het grote Euraziatische continent als een wat verfrommelde handschoen.”

U heeft het Vlaams Belang ooit anti­christelijk genoemd.

„Ja natuurlijk. Dat is duidelijk. De boodschap van Christus is die van onbaatzuchtige naastenliefde. Ik zie Jezus als een mutant in de evolutie van de mensheid. De mensheid overleefde evolutionair gezien door een proces van egoïsme, vechten en veroveren. De sterkste overleeft. Komt daar Jezus. Hij zegt: Dames en heren, houd ermee op, want jullie gaan collectief zelfmoord plegen. Je moet dat egoïsme ver­vangen door onbaatzuchtige naastenliefde. Dat is natuurlijk een geweldig verhaal. Als je dat doet, nader je tot God.”

In uw boek over godsverduistering verwijt u de Rooms-Katholieke Kerk dogmatisme. De Bijbel zou meer metaforisch gelezen moeten worden. Blijft er bij u ruimte voor een God Die ons aanspreekt?

„Die stem van God komt volgens mij toch ook uit onszelf. Ik denk dat we God, met name in de Rooms-Katholieke Kerk, te verheven hebben gemaakt. Hij is te transcendent geworden: eigenlijk staande buiten de wereld.

Er is natuurlijk transcendentie, maar God is voor mij meer immanent, aards om het zo te zeggen. Weet u, ik heb het begrip schepping eigenlijk helemaal uitgewist. Schepping uit het niets is natuurlijk filo­sofische nonsens. Als u zegt: Er is niets, dan begaat u een filosofische contradictie, want dan plaatst u het niets in het zijn. Als u zegt: God is de eerste oorzaak van alles, dan plaatst u God buiten het alles. Dat kan dus evenmin.”

Of boven alles.

„Goed, maar neen, God zit ín alles. God is voor mij een God van waarden die je niet terug­vindt in de natuur. En in die zin zijn die waarden goddelijk: onbaatzuchtige liefde, rechtvaardigheid, waarheid vind je niet terug in de natuur. De natuur is van een onvoorstelbare brutaliteit, maar die boven­natuurlijke waarden zijn een getuigenis van de werkzame aanwezigheid van God.”

Is God voor u relationeel?

„Ik ken God in goede mensen. Ik heb eens een gesprek gehad met een belangrijke kerkleider. Hij zei me: „Ik heb mijn hele leven in dienst gesteld van God, maar ik heb Hem nooit gezien.” Ik zei hem dat ik dat niet kon begrijpen, waarop hij mij vroeg of ik God had gezien. „Ja, natuurlijk”, antwoordde ik. „Ik zie God in al wat goed is op aarde. Ik zie Zijn tegenbeeld natuurlijk in al wat slecht is. Maar u gaat uw hele leven stellen in dienst van een abstract, onzichtbaar, transcendent concept? Dat is eigenlijk onmenselijk.”

Mijn opvatting is dat de goede God strijdt met de goede mensen tegen het kwaad. Hij is een broeder die ons een duw in de rug geeft. Als je je daarvoor openstelt, dan gelijk je op God. En verder moeten we er samen het beste van maken.”

De geschiedenis is vol van menselijke mislukkingen. Begrijpt u dat de kerk vol blijft houden dat er verlossing van een andere kant nodig is?

„Je bedoelt: is God een superkracht? Is Hij een superman? Voor mij is Hij geen magiër, geen tovenaar. Maar Hij is wel een geweldige kracht. De liefde is uitermate machtig, hè. Daarmee kun je figuurlijk bergen verzetten. En dat geldt ook voor rechtvaardigheid. God lijdt mee met de lijdende mensen.”

Terug naar België. Heeft u nooit gedacht: Waren we 1830 nu maar gewoon bij Nederland gebleven?

„Ha, ja natuurlijk: dat was het beste geweest. Misschien zou Wallonië zich dan uiteindelijk hebben aangesloten bij Frankrijk, maar dan waren we vandaag een land geweest met 23 miljoen inwoners en met 4 grote havens: Zeebrugge, Antwerpen, Rotterdam en Amster­dam. En waren we samengebleven in de 16e eeuw, dan hadden we wellicht Nieuw-Amsterdam behouden en was het niet in handen van de Engelsen gevallen. Dus had het ook geen New York geheten. En dan zou vandaag misschien het Neder­lands de grootste taal ter wereld zijn geweest. Dat zijn de vergissingen van het verleden, en die kunnen we jammer genoeg niet meer terugdraaien.”

Komt België er desalniettemin weer boven­op?

„Daar ben ik van overtuigd. België komt er altijd weer bovenop. Voor ons land geldt: ik zwalp, maar kom boven. Maar we komen er uiteindelijk wel bovenop in een totaal gewijzigde Europese toestand. We zullen nog meer van onze soevereiniteit moeten inleveren. En dan zeg ik: Des te beter.”


Levensloop Mark Eyskens

Mark Eyskens (1933) komt uit een politiek milieu. Zijn vader, Gaston Eyskens, is in de periode 1949 tot 1972 driemaal premier van België.

Eyskens studeert rechten, economie en wijsbegeerte en promoveert op de eerste twee gebieden. Hij wordt in 1965 hoogleraar in de economie aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Tussen 1976 en 1992 maakt Eyskens deel uit van dertien kabinetten. Hij is onder meer minister van Financiën, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken. In 1981 is hij korte tijd premier.

Eyskens is naast politicus ook schilder en schrijver. Hij is getrouwd en vader van vijf kinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer