CDA-Tweede Kamerlid Marieke van der Werf spreekt van een „algemene trend.” Zij denkt dat het verstandig is als de politiek eens specifiek over dit fenomeen spreekt. Tijdens een overleg over energie vroeg ze maandag minister Maxime Verhagen (Economische Zaken) te zeggen hoe hij de situatie analyseert.

Als voorbeeld van projecten waartegen lokaal verzet is, noemde Van der Werf onder meer het boren naar schaliegas, de opslag van CO2 onder de grond en windmolenparken. Andere voorbeelden: burgers in het Noord-Hollandse Bergen strijden tegen gasopslag onder de grond, op meerdere plaatsen in Nederland is verzet (geweest) tegen hoogspanningsverbindingen, discussie over de bouw van een nieuwe kolencentrale in de Eemshaven.

Verzet kan lonen, zo bleek eerder in Barendrecht en Noord-Nederland, waar plannen voor CO2-opslag onder de grond werden afgeblazen door het kabinet. Met name voor de gedoogpartner PVV is ’draagvlak onder de lokale bevolking’ vaak een doorslaggevend argument om voor of tegen projecten te zijn.

In het energiedebat gaat het over vraagstukken zoals: hoe tackelen we het feit dat er steeds meer vraag is naar energie, kunnen we de energiehuishouding tegen acceptabele kosten groener (bijvoorbeeld wind- of zonne-energie) maken en hoe afhankelijk worden we van het buitenland als het gaat om stroom?

Ook kernenergie maakt deel uit van de discussie. Het kabinet, gesteund door de PVV, wil een nieuwe kerncentrale in Zeeuwse Borssele.

Veel oppositiepartijen willen meer groene ambitie. De PvdA wil dat Verhagen de lat hoger legt wat betreft duurzame elektriciteit, GroenLinks heeft groene alternatieven voor de kerncentrale.