Minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) liet in een reactie weten dat een bezoek van de Turkse president Abdullah Gül „past in de relatie” met Nederland. Turkije is een belangrijke partner op politiek, maatschappelijk en economisch gebied, aldus de bewindsman.

Wilders schreef zaterdag op de opiniepagina van de Volkskrant dat er wat hem betreft niets te vieren valt. „Het islamitische regime van Gül en zijn partijgenoot, de Turkse premier Erdogan, is geen waarachtige vriend van het Westen en dus ook niet van Nederland. President Gül is niet welkom”, aldus de PVV-leider, die vindt dat het land geen plaats heeft in de Europese ’waardengemeenschap’.

De gedoogpartner van het kabinet wijst er onder meer op dat Turkije de genocide ontkent van Armeniërs en dat mensen die in het land „historische feiten” erkennen, vervolging riskeren. „Duizenden militairen, politici, dissidenten en journalisten zijn opgepakt.”

Voor D66-voorman Alexander Pechtold toont de brief van Wilders „de belachelijke situatie van de gedoogconstructie” aan. Volgens hem wordt het hele buitenlandbeleid door Wilders onder druk gezet en beschadigt dat de positie van Nederland. „Je ziet incident na incident”, aldus Pechtold.

In september distantieerde Rosenthal zich van een uitspraak van PVV’er Raymond van Roon. Die zei dat „de islamitische aap” weer eens uit de mouw was gekropen. „Hij zetelt ditmaal in Ankara en hij heet Erdogan”, stelde Van Roon toen naar aanleiding van de volgens hem Turkse oorlogsretoriek tegen Israël.

Donderdag liet Wilders weten alleen extra bezuinigingen te kunnen steunen als er 4 miljard euro extra bezuinigd wordt op ontwikkelingssamenwerking. Dat sloot Bleker zaterdag uit.

Wilders zet de verhoudingen in de gedoogcoalitie de laatste tijd vaker op scherp. Zo steunde hij de oppositie in de strijd tegen de weigerambenaren en besloot hij onderzoek te laten doen naar de terugkeer van de gulden.