Middeleeuwen in de mode
Titel:
”Encyclopedia of the Middle Ages”
Auteur: A. Vauchez, R. Dobson en M. Lapidge (ed.)
Uitgeverij: Fitzroy Dearborn Publishers
ISBN 1579582826
Pagina’s: 1664
Prijs: £ 195,-; Titel: ”Een kennismaking met de middeleeuwse wereld”
Auteur: István Bejczy
Uitgeverij: Coutinho, Bussum, 2001
ISBN 90 6283 257 1
Pagina’s: 224
Prijs: € 27,-;
Titel: ”Het dagelijks leven in de Middeleeuwen”
Auteur: Dieter Hägermann e.a.
Uitgeverij: Tirion, Baarn, 2001
ISBN 90 4390 222 5
Pagina’s: 352
Prijs: € 31,75.
De Middeleeuwen zijn in, en dat is al een tijdje zo. Ook toeristisch is die periode in trek. Je kunt bijvoorbeeld in allerlei landen in de voetsporen van monniken wandelen en middeleeuws stadscentra moeten ook altijd extra bezoekers trekken. Je ziet het verder aan de menigte romans die verschijnt en nog zal verschijnen. Onlangs kwam bijvoorbeeld niet alleen een compacte kennismaking op de markt, maar ook een gedegen middeleeuwse encyclopedie en een boek met veel plaatjes over het dagelijks leven van de middeleeuwer. Hoe komt het dat die periode zo in de mode is?
De populariteit van de Middeleeuwen is aan verschillende factoren te danken. Er is een gegroeide algemene belangstelling voor geschiedenis, maar dan vooral geschiedenis in verhaalvorm, waarbij de feiten niet altijd hoeven te kloppen. Voor deze verhalende geschiedenis blijken de Middeleeuwen bij uitstek geschikt. Geheime bibliotheken, gevaarlijke reizen en de machtsstrijd tussen geestelijken en vorsten zijn gemakkelijk met een veelheid van liefdesgeschiedenissen te verbinden.
De belangstelling voor de Middeleeuwen zal ook te maken hebben met de huidige hang naar spiritualiteit. Ook daar is het middeleeuwse leven stampvol van, waar kerk en religie het ritme van dag en nacht en van dood en leven bepaalden. Verder hangt er een geheimzinnig sfeertje rond die periode: donkere kloosters, imposante kastelen, stoere ridders, geheimzinnige toekomstvoorspellers, fascinerende ketterse groeperingen en zo is er nog veel meer op te noemen dat mensen tot deze eeuwen aantrekt.
Het is wel de vraag of zij die zich wetenschappelijk met de Middeleeuwen bezighouden zo heel blij zijn met die belangstelling. Immers, wordt het beeld dat ervoor zorgt dat de Middeleeuwen zo in de mode zijn niet juist voortdurend bestormd door deze mediëvisten?
Dommer
Wat zijn de Middeleeuwen eigenlijk? Voor velen is het al een openbaring te horen dat de Middeleeuwen globaal de periode 500 tot 1500 bestrijken. Dat is dus net zo lang als de periode van de geboorte van Christus tot het begin van de Middeleeuwen en de periode na de Middeleeuwen tot op vandaag bij elkaar opgeteld. En dat is dus wel even wat langer dan een tijdperk van de 12e tot en met de 15e eeuw, zoals velen nog steeds denken. Enerzijds betekent dit dat je er heel veel in kunt stoppen en iets of iemand al spoedig middeleeuws genoemd kan worden. Anderzijds betekent dit ook dat je met de term middeleeuws op zich nog niet veel zegt. In een periode van 1000 jaar gaat het om een enorme variatie vanwege de ontwikkelingen in zo’n tijdperk. Een gebouw uit 550 is middeleeuws, net als een gebouw uit 1490, maar ze zien er wel heel verschillend uit.
Wezenlijker nog dan helderheid over de periode is dat het wetenschappelijk onderzoek duidelijk heeft gemaakt dat de Middeleeuwen in veel gevallen niet zijn wat ze voor de mensen nu juist zo interessant maakt. De idee van een duistere tijd die pas tot licht komt met de Reformatie, blijkt niet te kloppen. Theologisch en cultureel -om maar twee gebieden te noemen- behoorde deze tijd, en zeker ook die periode voor de Reformatie, tot een tijd van grote bloei.
Ook het beeld van een tijdperk waarin intolerantie en onwetendheid hoogtij vierden, klopt niet. Dat beeld heeft vooral te maken met de idee dat de mens van deze eeuw op een veel hoger niveau staat dan de mens van toen. Wij hebben nu vliegtuigen, airconditioning en mobieltjes, maar een blik in de krant is voldoende om te weten te komen dat onze wereld vandaag niet zo heel tolerant is. En een rondje langs de vele nieuwsprogramma’s die ons volk elke avond voorgeschoteld krijgt, leert eveneens dat de moderne mens niet zo gek veel moeite hoeft te doen dommer te blijven dan de domste middeleeuwer.
In de Middeleeuwen maken kunst, handel en wetenschap enorme ontwikkelingen door. Ieder die, hetzij vanbinnen, hetzij vanbuiten langer dan drie minuten een middeleeuwse kerk heeft bekeken -en menig lezer zit er zelf nog elke zondag in- weet dat de mensen destijds grote prestaties konden leveren.
Handboeken
Het wetenschappelijk onderzoek naar de Middeleeuwen is in volle gang. Het resultaat daarvan wordt ons aangeboden in ”Het dagelijks leven in de Middeleeuwen”, een prachtige boek met veel illustraties en een heldere tekst. Even overzichtelijk en informatief is het boek van dr. Bejczy, docent middeleeuwse geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Nieuwe onderzoeksmethoden, vraagstellingen en vondsten stellen het beeld van de Middeleeuwen grondig bij. Het is niet een periode om toeristisch doorheen te baggeren met een houding van: „Och wat leuk, och wat erg en wat fijn dat wij niet meer zo zijn.”
De nieuwe tweedelige ”Encyclopedia of the Middle Ages” is meer een werk voor gevorderden en leert dat we met grote bewondering naar de Middeleeuwen kunnen kijken en dat er zelfs veel van te leren valt. Dat geldt voor allerlei disciplines op dit gebied, zoals kunstgeschiedenis, musicologie, filosofie en archeologie. De zojuist genoemde encyclopedie biedt op handzame wijze de vruchten van al dat nieuwere onderzoek. Het werk concentreert zich op het christendom in Europa. Omdat er destijds vanuit dat ’christelijke’ Europa veelvuldig contacten met Joden en islamieten waren, krijgen ook deze groepen aandacht. De Middeleeuwen kenmerken zich namelijk eveneens door de expansie van de Islam.
Het ”Woord vooraf” vermeldt tevens dat filosofie, theologie, spiritualiteit, liturgie en iconografie de meeste ruimte hebben gekregen. Dat natuurlijk maakt het werk vooral van belang voor hen die in het christelijke aspect van het middeleeuwse Europa geïnteresseerd zijn.
Belang
Maar wat interesseert ons dat nou? Een vraag die je vaak hoort en waar je doorgaans niet vrolijk van wordt. Wat moet ik met de Middeleeuwen? Interessant om er een detective over te lezen, leuk om door een oud stadje te lopen of in een klooster te gaan kijken. Maar verder? Verder zal het van vele lezers ver afstaan. Dat is dan wel vreemd, want het gaat hier toch om ’onze’ geschiedenis en dan bedoel ik niet alleen de algemene geschiedenis. Laat ik het even kort door de bocht zeggen: alles wat voor Luther is, wordt vaak als ”rooms” gekwalificeerd. Augustinus is in dat beeld nog wel behoorlijk reformatorisch, maar die leefde dan ook voor de Middeleeuwen. Maar Thomas van Aquino is zo rooms-katholiek als mogelijk is, denkt men. Echter, ook deze theoloog hoort bij de kerkgeschiedenis van de reformatorische kerken. Het was voor Thomas, die in 1274 stierf, namelijk erg lastig een volgeling van Luther te zijn. De kerkgeschiedenis van voor 1517 is ook ’onze’ kerkgeschiedenis en we zouden er goed aan doen ons dat eens wat beter bewust te worden.
Interesse is er daarom zeker onder mensen uit de reformatorische traditie om te zien hoe mensen in vroeger eeuwen gestalte gaven aan hun christen-zijn, aan hun kerkgebouwen en de liturgie van de kerkdiensten. Juist voor reformatorische mensen gaat het niet om de grote kerkgebouwen alleen, maar om wat er in die gebouwen gebeurde, wat er in de oude handschriften stond en wie de mensen waren die het Evangelie bestudeerden, doorgaven en onderwezen. Wat bewoog hen het klooster in te gaan, een pelgrimstocht te ondernemen, een relikwie te vereren? Overigens, zowel bij Luther als bij Calvijn is er veel middeleeuws te vinden en dat is geen negatieve kwalificatie.
Groots
Enige vergelijking tussen de genoemde tweedelige encyclopedie en een middeleeuwse kathedraal is best mogelijk in die zin dat beide als groots en overweldigend gekenmerkt kunnen worden. De encyclopedie is met 28x22 cm groot van formaat. Groot in omvang, want het gaat om twee delen met een totaal van bijna 1700 pagina’s. Nog enkele andere getallen bevestigen het kathedrale karakter: 3200 artikelen geschreven door meer dan 600 wetenschappers met daarbij 640 illustraties. Dit alles bij elkaar resulteert in een product waar in totaal tien jaar aangewerkt is. Verder betreft het een werk dat in drie edities verscheen, namelijk bij een Italiaanse, een Franse en een Engelse uitgeverij, en dat in de drie genoemde talen.
Nu is ’groots’ ook weer relatief. Slechts enkele jaren geleden verscheen er in Amerika een twaalfdelig handboek over de Middeleeuwen en in Duitsland een zeventiendelig (!) naslagwerk over deze periode. Dan zijn twee delen weliswaar aan de magere kant, maar voor de gemiddelde gebruiker zal het voldoende zijn. Zoals grote kathedralen wel imposanter zijn, maar daarmee zeker niet handiger voor dagelijks gebruik.
Nu zijn handboeken niet direct bedoeld om ze te gaan zitten lezen, maar je gaat ze wel bekijken en betasten. Je wilt ze zien en beleven. En er valt in deze boeken wat te beleven. Graag geef ik drie voorbeelden om de nabijheid van de Middeleeuwen te demonstreren. Ik kies voor een begrip, een plaats en een vrouw.
Nederigheid
Het begrip is nederigheid - in deze encyclopedie onder ”humility” te vinden. Er wordt een overzicht gegeven van de opvattingen van belangrijke theologen over deze christelijke deugd. Nederigheid hoort bij het christen-zijn en nederig-zijn is noodzaak, maar is het ook een verdienste? En als je nederigheid als verdienste afwijst, bestaat dan niet het gevaar dat nederigheid niet meer gezocht en gevoed wordt? Dat zijn vragen voor de christen van alle tijden. Hoe wordt een mens nederig van hart en hoe krijgt nederigheid concreet gestalte in bijvoorbeeld het kerkelijk leven?
De plaats is Carcassonne in Zuid-Frankrijk, een belangrijke toeristische trekpleister. Het indrukwekkende kasteel en de sfeer die in deze plaats hangt maken zo’n bezoek aantrekkelijk. In de ”Encyclopedia of the Middle Ages” wordt de rijke geschiedenis van deze plaats vanaf de Romeinse tijd verteld. Daar is ook te lezen hoe Carcassonne verbonden is met de geschiedenis van de katharen. De naam van de stad werd met schrik uitgesproken omdat zij het centrum was van deze groep, die zich tegen alle veruitwendiging van het geloof verzette en zich inzette voor een extreme levensheiliging. Dat verzet en die inzet zijn beide zaken die gelovigen steeds hebben beziggehouden, verlangens die steeds weer terugkeren. Dat brengt Carcassonne, dat brengt de Middeleeuwen dichtbij.
De vrouw is Odile. Odile is een naam die onder Franse vrouwen vrij gangbaar is en ook de schrijfster van het artikel over haar heet zo. Odile (660-720) is de beschermheilige van de Elzas. Van deze blinde dochter van de hertog van de Elzas wordt gezegd dat ze weer kon zien nadat ze gedoopt werd. Dat was voor haar vader het signaal het christelijk geloof te bevorderen, onder andere door de bouw van kerken en kloosters. De geschiedenissen over Odile groeiden door de jaren heen en maakten haar tot een heilige die wonderen kan doen. Deze wonderen staan meestal in verband met (doop)water. Odile wordt een voorbeeld als zij haar leven gaat wijden aan gebed en dienst aan armen en zieken. De geschiedenis van Odile is de geschiedenis van mensen die een voorbeeld nodig hebben, van mensen die zich door een ander in hun christen-zijn willen laten inspireren. Kortom, de spiritualiteit van de Middeleeuwen is fascinerend, soms verbijsterend en vol voorbeelden, zowel inspirerend als schrikbarend. Deze periode vraagt niet om een oordeel, wel om overweging en bezinning.