Dat zei ze donderdag tijdens een hoorzitting van de parlementaire commissie die onderzoek doet naar onderhoud en innovatie van het Nederlandse spoorstelsel. „Op de weg kan iedereen zich vrijelijk bewegen, terwijl je op het spoor afspraken kan maken met een beperkt aantal vervoerders”, legde ze het verschil uit.

Eerder donderdag was voormalig minister van Verkeer en Waterstaat, Camiel Eurlings, eenzelfde mening toegedaan. Wel vindt hij dat de minister ProRail „kort moet houden.” Schultz stelde dat te doen, want ze heeft maandelijks overleg met de directeur van de spoorbeheerder. ProRail is eigendom van de Staat, maar dus geen rijksdienst. Oud-minister Karla Peijs zei donderdag dat de verhouding tussen NS en ProRail inmiddels beter is, maar dat het destijds fout was deze bedrijven te splitsen.

Schultz werd donderdag ook bevraagd over onduidelijkheid in de onderhoudsbudgetten voor het spoor. Kamerleden kunnen onvoldoende controleren of het geld hiervoor wel goed wordt besteed, onder meer omdat ermee wordt geschoven over de diverse projecten. Ook blijft er geld ’op de plank’ liggen in afwachting van nieuwe technieken.

De VVD-bewindsvrouw erkende dat er sprake is van complexe ’kasschuiven’ en heeft de Kamer eerder al beloofd op dit gebied de informatievoorziening te verbeteren. Het beeld dat er met spoorbudgetten ’balletje-balletje’ wordt gespeeld, of dat het een grabbelton is, herkende ze niet.

De minister moest verder uitleggen waarom het zo lang duurt om te komen tot een Europees beveiligingssysteem (ERTMS) op het spoor. Volgens Schultz wordt daar hard aan gewerkt, maar is de techniek nog niet uitgekristalliseerd. Eerdere investeringen hiervoor zijn wat haar betreft geen weggegooid geld.